Over het schoolvak Nederlands valt kennelijk van alles te zeggen. Maar als er nu ergens consensus over is, is het waarschijnlijk dat er wel wat meer aandacht mag komen voor schrijven. Het kost docenten onnoemelijk veel tijd, want opstellen corrigeren is bewerkelijker dan welke andere nakijktaak ook.
Maar dan moet de overheid die tijd maar maken, en zorgen dat er meer docenten komen in kleinere klassen, en andere dingen die vroeger gewoon waren en nu utopisch klinken. Want als er straks niemand meer kan schrijven, wie wil er dan lezen?
Behoeden van
Alleen is méér aandacht waarschijnlijk niet genoeg: de aandacht moet waarschijnlijk ook anders gericht zijn. Dat blijkt uit een nieuw artikel van Nederlandse en Vlaamse onderzoekers in het Journal of Writing Research. Zij onderzochten 125 opstellen van scholieren op stijlfouten, en maakten daarbij onderscheid tussen twee soorten stijlfouten: die in veel schrijfmethoden behandeld worden, en andere, die ze eerder in een kleine steekproef hadden aangetroffen.
De resultaten zijn opmerkelijk. De fouten die de meeste aandacht krijgen in de schoolboeken komen veel minder voor in de opstellen dan de overige. Nu kun je zeggen: dat is nogal logisch, maar feitelijk zijn de meeste van die schoolboekproblemen ingewikkelder en abstracter dan de overige problemen. In schoolboeken gaat het bijvoorbeeld om het vermijden van pleonasmen en contaminaties, maar de leerlingen hebben veel meer problemen met het plaatsen van vraagtekens en komma’s of het gebruik van voorzetsels (‘ouders moeten hun kinderen behoeden van verkeerde situaties’).
Aantrekkelijk
Dat soort fouten komt niet alleen vaker voor, uit het onderzoek blijkt ook dat ze het begrip van de tekst veel meer belemmeren. Als je ergens op zou moeten inzetten, dan daarop.
Alleen: dan leggen we de lat natuurlijk wel erg laag. Moeten scholieren vooral opstellen kunnen schrijven waarin op de juiste plaats een vraagteken staat?? Stijl is natuurlijk meer dan dát en zelf meer dan het vermijden van contaminaties. Toch moet de overheid die tijdfabriek dan maar aanzetten. Want als er straks geen mensen meer zijn die aantrekkelijk kunnen schrijven, wie zal er dan willen lezen?
Jimmy van Rijt zegt
Een terechte vraag, Marc, of we de lat niet erg laag leggen als scholieren vooral opstellen kunnen schrijven waarin op de juiste plaats een vraagteken staat. Nu bepleiten wij in ons artikel inderdaad dat er best wat meer aandacht mag blijven uitgaan naar dat soort basisvaardigheden, maar we pleiten vooral ook voor een andere (bewustere) insteek van het stijlonderwijs, waarin leerlingen leren reflecteren op de effecten van stijl. In die benadering zouden ze ook leren dat stijl geen kwestie is van goed of fout, maar dat een bepaalde stijl in een bepaalde context te verkiezen is boven een andere. Wij pleiten dus eerder voor een hogere dan voor een lagere lat in het schrijfvaardigheidsonderwijs. We verwijzen daarvoor bijvoorbeeld naar het werk van Jeroen Steenbakkers.
Marc van Oostendorp zegt
Ja, ik bedoelde dat ook zeker niet als kritiek op jullie!