Begin november verscheen het boek De postkoloniale spiegel. De Nederlands-Indische letteren herlezen (Leiden: Leiden University Press, 2021), onder redactie van Rick Honings, Coen van ’t Veer en Jacqueline Bel.
Dankzij een subsidie van het Leiden University Centre for the Arts in Society (LUCAS) is het boek inmiddels ook open access beschikbaar via deze link: https://scholarlypublications.universiteitleiden.nl/handle/1887/3244086
Over het boek
Het Nederlandse koloniale verleden in Indonesië heeft grote invloed gehad op de literatuur. In De postkoloniale spiegel. De Nederlands-Indische letteren herlezen wordt in 26 hoofdstukken de ‘canon’ van de Nederlands-Indische literatuur voor het eerst systematisch vanuit een postkoloniaal perspectief gelezen, van Multatuli’s Max Havelaar (1860) – de eerste Indische roman – tot en met Lichter dan ik (2019) van Dido Michielsen. Na een introductie waarin wordt ingegaan op het leven van de auteur en zijn of haar relatie met Nederlands-Indië of Indonesië, worden telkens een of meer romans geanalyseerd. Naast beroemde auteurs als Louis Couperus, E. du Perron en Marion Bloem komen ook minder bekende schrijvers aan de orde. Terugkerende aandachtspunten zijn de representatie van de ongelijke koloniale machtsverhoudingen en de Europese strategieën waarmee de ‘Ander’ werd gemarginaliseerd. De postkoloniale spiegel geeft een vernieuwend overzicht van meer dan 160 jaar Nederlands-Indische literatuurgeschiedenis.
Laat een reactie achter