•• ‘December’ — het laatste gedicht uit de maandencyclus van Folgóre da San Gimignano, vertaald door Frans van Dooren, plus het ‘tegensonnet’van Cenne de la Chitarra, deze keer niet vertaald door Van Dooren maar door Dolf Verspoor.
December
December in een laaggelegen stad:
knusse zalen door vlammend vuur beschenen,
schaakstukken, damschijven en dobbelstenen
die klinken op het eiken tafelblad,
een herbergier die welgedaan en zat
zwetende koks een varken uit laat benen,
en knechts die bij de maaltijd hulp verlenen
en wijnen tappen uit een reuzenvat.
En ga je in de barre kou op stap,
dan met een dikke jas je lichaam dekken
en om je hoofd de warmte van een kap,
en spotten met die godvergeten vrekken
die je het zout niet gunnen in de pap,
en alle gierigaards laten verrekken!
Folgóre da San Gimignano (1270-1322)
••
December
Ga in December met slechts weinig aan
Bij een moeras vol ijs en modder hokken;
Steeds zult ge als maal boekweit met bonen schrokken,
De waard komt uit het zwijnenkot vandaan.
Een vieze kok, die ’t land heeft aan zijn baan,
Voedert u met onogelijke brokken
En als er iemand schaken wil of gokken,
Ziet men hem voor een halve gare aan.
Lompen met gaten, waar uw hemd door loert,
Krijgt ge van mij en om uw hoofd te dekken
Een mandje als de chiantifles omsnoert.
De mensen zullen zich de hals uitrekken,
Als ge zo toegetakeld en verboerd
In optocht Siena weer komt binnentrekken.
Cenne da la Chitarra (?-1336)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter