Seks in recente Nederlandse romans, 1: De dood in Taormina (Arnon Grunberg)
Schrijvers & piemels is een van de populairste Nederlandse Instagram-accounts over literatuur: het bevat fragmenten uit boeken waarin het mannelijk lid een belangrijke rol speelt. Er blijkt dat je heel veel boeken kunt citeren als je dit filter hanteert. Seks is vermoedelijk de populairste activiteit van het Nederlandse romanpersonage, populairder dan eten, drinken of ademhalen. Er zijn weinig boeken waarin geen aandacht wordt besteed aan dit aspect van het leven.
Dat maakt het dus heel interessant: wat wordt er precies beschreven als er seks wordt beschreven? En wat voor woorden worden er gebruikt? Wat betekent seks eigenlijk in de hedendaagse literatuur? Ik wil daar een reeksje van maken, een onregelmatige reeks, want ik ben nu ook weer niet van plan specifiek op zoek te gaan naar interessante seks in romans.
Spuug
Je kunt zo”n serie natuurlijk niet beter beginnen dan met Arnon Grunberg, de recentste winnaar van de P.C. Hooftprijs. Seks speelt in al zijn werk een rol, maar ik geloof niet dat het overdreven is om te zeggen dat het daarbij nooit gaat om liefde of tederheid, en altijd om geweld. Seks is een machtsspel. Dat was misschien nooit duidelijker dan in De dood in Taormina (2021):
Als een kat kroop ik over hem heen en ik blies tegen het ding, ik blies ertegen van alle kanten en hij floot een lied, al snel hield hij ermee op. Het duurde lang, maar ik gaf niet op, ik bleef zachtjes blazen, ik denk dat niemand op deze wereld ooit zo lang tegen een piemel heeft geblazen. Ik kan het verlangen helpen baren, ik blies er leven in, ook al was het geen middag.
Uiteindelijk wist ik niet meer hoe laat het was, zijn piemel had zich ontpopt als een bijzonder stijve, bijzonder flinke piemel en hij zei: ‘Het is je gelukt. Je bent sterker dan de wetten die ik in het leven heb ontdekt.’
Daarna moest ik hem helpen mijn beha uit te doen. Hij trok mijn onderbroek uit alsof het middag was. Hij hing boven me en hij begon te rochelen, ik dacht dat hij stikte, dat hij nu zou sterven, hoe jong en mooi hij ook was, ze sterven soms jong, de jongens. Maar hij stikte niet, hij was bezig spuug te verzamelen, het kwam van diep uit zijn keel en toen hij genoeg had verzameld spoog hij op mijn kut.
Water
Aan het woord in De dood in Taormina is de jonge vrouw Zelda, die leeft in een vreemde driehoeksverhouding. Ze heeft een Nederlandse minnaar met wie ze heeft afgesproken dat er tussen hen geen liefde bestaat maar die ze (desalniettemin) ‘mijn thuis’ noemt en daarnaast is er een Zweedse jongen die haar ‘boshut’ wenst te zijn. Beiden hebben een op zijn minst opmerkelijke relatie met seks: de Nederlander heeft een verleden van incest met zijn moeder, de Zweedse jongen (de bedpartner in bovenstaand fragment) wil alleen in de middag de liefde bedrijven. Zelda zelf heeft als tiener enige tijd gewerkt als ‘lokeend’: ze moest oude rijke mannen opwinden zodat haar medebendeleden hen konden beroven. Omdat die mannen zelf dubieuze dingen deden of wilden doen met een minderjarige, deden ze daar dan geen aangifte van.
De drie geliefden komen in het boek samen, waar Zelda tijdens een seksueel spelletje wordt vermoord: de Zweedse jongen duwt haar onder water om hem daar te pijpen, en duwt haar daarna nog eens onder water, maar nu te lang.
Er wordt in De dood in Taormina net als in veel van Grunbergs werk trouwens ook volop gegeten en gedronken. Dat zijn over het algemeen in dit boek sociale activiteiten – mensen eten en drinken samen, en het draagt bij aan een prettige sfeer. Heel anders dan seks.
Begrijpen
De gebeurtenissen zitten in zekere zin vervat in de bovenstaande scene, die de eerste keer beschrijft dat Zelda seks heeft met de Zweedse jongen, op een hotelkamer in Stockholm, en (dat is hier dus relevant) in de avond. Er is om te beginnen een duidelijk contrast tussen het “blazen” van Zelda en het rochelen van de jongen. Het eerste is afstandelijk maar kun je eventueel als teder zien, terwijl het tweede duidelijk onsmakelijk is. Dat wordt nog versterkt door het verschil in de benamingen van de geslachtsdelen: piemel (een vrij onschuldig woord) tegenover kut. Waarbij de laatste ongekwalificeerd blijft terwijl de eerste positief benoemd wordt als ‘bijzonder’ stijf en flink. De piemel ontpopt zich bovendien, als een vlinder, terwijl de kut alleen maar een soort doelwit blijft.
Dat Zelda even bang is dat de jongen zal stikken, is natuurlijk een ironie die de lezer pas opvalt die het verdere verloop van het verhaal kent.
Laten we zeggen dat hier weliswaar een vrouw aan het woord is, maar dat er een vrij traditioneel mannelijk idee over seksualiteit in wordt uitgedrukt. Het mannelijk lid wordt bewonderd, op het vrouwelijk geslacht wordt gespuugd. Zelda moet helpen de beha uit te doen (dat kunnen onervaren mannen niet), maar haar onderbroek wordt, zo stel ik me voor, haastig uitgetrokken (dat is immers de individuele betekenis van middag voor die jongen).
Een volgens mij niet onbelangrijk gegeven voor mijn nieuwe reeks is overigens dat het in de recensies die ik van De dood in Taormina heb gelezen niet of nauwelijks gaat over seks. Dat is in mijn beleving ook een onderdeel van de Nederlandse literaire cultuur: in boeken gaat het vaak over seks, maar in de besprekingen van die boeken wordt daar meestal aan voorbijgegaan. Terwijl je in ieder geval een boek als De dood in Taormina volgens mij niet echt kunt begrijpen als je aan die seks voorbijgaat.
Laat een reactie achter