Ademloos seizoen
In dit in vergeten gehulde huis
Drinkt hij de wijn van het verleden,
Siert hij zich met de gestolen tooi
Van zijn schuld, verbrandt daarin
De liefde als oud gras. Siert zich.
Zo werd mijn zwijgen geboren. Zijn
woord van geen tel meer, van geen tijd.
Aan de gordijnen schiften de nevels,
De kamer groeit dicht, schilderijen staren
In hun leegte van onsterfelijkheid. Hij
Slijt zich aan schaduw en stilte, aan het
Bijtend bederf van verzamelde eenzaamheid.
Nic van Bruggen (1938-1991)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter