Vertalen is een serieus vak maar wordt lang niet altijd au serieux genomen. Dat geldt nog meer als het – o, leuk! – om kinder- en jeugdliteratuur gaat. Bovendien meent (bijna) iedereen te weten wat ‘goed voor kinderen’ is en wat niet. Voorlezen is goed. Lezen ook. Er bestaan zelfs boeken speciaal geschreven voor kinderen die ‘niet zo’n zin hebben in lezen’. Bijzonder leuke boeken dus? En welke boeken maken mij als vertaler blij? En wat als je oud en ouder wordt? Kun je dan nog voor de jeugd van tegenwoordig blijven vertalen? Deze lezing werd in samenwerking met Rolf Erdorf opgenomen door het ELV in het kader van de online cursussen 2021.
Over de spreker
Rolf Erdorf (1956) uit Bad Oldesloe bij Hamburg studeerde Romanistiek, Germanistiek en Nederlandse filologie in Bonn, Keulen en Berlijn. Sinds 1991 is vertaler Nederlands-Duits zijn hoofdberoep. Erdorf vertaalt hoofdzakelijk kinder- en jeugdliteratuur en museums- en kunstcatalogi. In 2005 kreeg hij de Martinus Nijhoff Prijs voor zijn oeuvre vertaalde kinder- en jeugdliteratuur, en in 2006 de Deutscher Jugendliteraturpreis en de Gustav-Heinemann-Friedenspreis voor zijn vertaling van Hoe mooi wit ik ben van Dolf Verroen, verder in 2016 nogmaals de Deutscher Jugendliteraturpreis voor zijn vertaling van Het hondje dat Nino niet had van Edward van de Vendel en Anton van Hertbruggen. Vertaalde auteurs (o.a.): Klaas van Assen, Corien Botman, Willem Capteyn, Veronica Hazelhoff, Martha Heesen, Marco Kunst, Sjoerd Kuyper, Jan de Leeuw, Gideon Samson, Marita de Sterck, Karlijn Stoffels, Edward van de Vendel, Dolf Verroen, Derk Visser, Floortje Zwigtman.
Over het ELV
Het Expertisecentrum Literair Vertalen (ELV) geeft een impuls aan de kwaliteit van het literair vertalen in en uit het Nederlands door middel van opleiding en het delen van expertise. Dit doen we door het versterken van kennis, vaardigheden en professionaliteit bij vertalers, opleiders en betrokken instanties. Meer informatie.
Laat een reactie achter