Het hoofdkwartier van de anti-woke beweging (2)
“Voor we verdergaan met deze genoeglijke conversatie”, zei hoofdredacteur Henk tegen zijn redactie, “moet ik eerst een vraag stellen die ons allen op de lippen brandt”. Hij keek een moment uit het raam. De wolken hingen laag over de hoofdstad, waar de redactie gevestigd was. Toen keek hij zijn columnist Joop even dringend aan.
“Het is mij, het is ons allen opgevallen dat je een nieuw feuilleton begonnen bent”, zei hij. “Het centrum, of zoiets.”
“Het hoofdkwartier”, verbeterde Joop. “Van de anti-woke beweging.”
“Ik zou weleens willen weten wie die personen eigenlijk zijn, die je daar beschrijft”, zei Henk. “Die rossige hoofdredacteur die overal zijn portemonnee laat slingeren, bijvoorbeeld, wie is dat.”
Joop glimlachte. “Een product van mijn verbeelding”, zei hij.
“Je bent je ervan bewust”, zei Henk, “dat wij geen tijdschrift zijn voor oorspronkelijke fictie?”
“Ik vind het een kostelijke rubriek”, zei Jonneke, de redacteur Alledaagse Neerlandistiek. “De types zijn zo herkenbaar!”
“Jouw eerdere feuilleton heeft ons af en toe behoorlijk in de problemen gebracht”, zei Henk. “Managers vonden het meestal niet zo leuk”, zeker zei Jonneke smalend.
“Managers werden inderdaad wel erg belachelijk gemaakt”, meldde de redacteur Zakelijk Nieuws. “Ik had daar af en toe wel last van. En de zaken moeten wel bestuurd worden, denk ik dan. We kunnen niet allemaal lekker in het archief ontdekkingen zitten doen.”
“Maken jullie je geen zorgen”, zei Joop. “Managers laat ik nu buiten schot. Ze zijn inmiddels echt niet grappig meer. Iedereen klaagt erover en ondertussen hebben ze hun verwoestende werk wel gedaan.”
“Wie ga je dan belachelijk maken?” vroeg Eva.
Joop rolde met zijn ogen. “Wat een vraag”, zei hij. “De wokies, natuurlijk.”
Eva rolde op haar beurt met met haar ogen. “Waarom zou je dat doen? Wat heb jij ineens tegen de wokies? Mijn beste studenten zijn woke?”
“Ik dacht dat jij dat wel zou begrijpen”, zei Joop. “Ik wil ook weleens een bestseller schrijven.”
“Woke is een gruwel”, zei een zware stem plotseling luid en dreigend. Het was Bart, de redacteur Natuurwetenschappelijke Neerlandistiek, een gezette kerel die iedere dag een andere wiskundige formule op zijn T-shirt had. “Een groot gevaar. Je mag echt niks meer zeggen. Drie jaar geleden is er nog een kennis van me een week geschorst. Alleen maar omdat hij het n-woord had gebruikt!”
“Nou nou”, zei Henk. “Is dat niet een beetje overdreven?”
“Overdreven!” siste Bart. “Ben jij soms blind! Of ben je zelf woke?”
“Ik zou mezelf best woke willen noemen. Mijn dochter, onze dochter, heeft tegenwoordig een vriendin. Need I say more.”
“Jij bent gewoon bang, “Bang om iets te zeggen dat je in de problemen kan brengen.”
Joop snoof. “Ik heb liever niet dat dit genotuleerd wordt”, zei Bart, plotseling voorzichtig. “Je weet maar nooit wie dit allemaal meeleest.”
Jos Houtsma zegt
“Ik heb liever niet dat dit genotuleerd wordt”, zei Bart, plotseling voorzichtig. “Je weet maar nooit wie dit allemaal meeleest.”