Sinds ik in het laatste kwart van de jaren ‘70 van de vorige eeuw de uitdrukking “geen deuk in een pakje boter kunnen slaan” hoorde van een volleyballer (te weten Paul van Sliedrecht), denk ik concreet dus aan een beweging uit de sport; volleybal allereerst maar het kan ook tennis zijn. Dat verandert niets aan de betekenis die op een persoon betrekking heeft, ‘werkelijk zeer slecht in iets zijn’.
Als zo’n uitdrukking door taalgebruikers omarmd wordt, bestaat de mogelijkheid tot aanpassing, verandering. Bij “geen deuk in een pakje boter kunnen slaan” zijn daarvoor veel mogelijkheden:
- het werkwoord slaan aanpassen zoals onlangs een keer gebeurde in Rondo op Ziggo, waarbij er sprake was van een deuk in een pakje boter schoppen. Geen wonder, in Rondo gaat het over voetbal.
- een pakje boter wijzigen of van een bepaling voorzien (bijvoorbeeld een week pakje boter – een voorbeeld dat ik verzin, overigens)
- het woord deuk omzetten naar iets anders
Ik kijk in de Handelingen van de Tweede Kamer, maar lezer: niet uitputtend. Van links naar rechts is de eerste optie om iets met het woord geen te doen.
Dat deed minister Wijers (Economische Zaken) in 1996: “tjonge, slaan wij even een deuk in een pak boter”. Dat maakt alleen al door het voorop geplaatste tjonge een wat spottende indruk, ‘kijk ons eens’. Door geen om te zetten tot een wordt een negatieve manier van zeggen positief, zij het dat het resultaat wel een zeer bescheiden inhoud betreft. De handelende persoon is in dit citaat niet een ander over wie er iets gezegd wordt maar het betreft onszelf.
Het gaat nog steeds over mensen, maar dat is veranderd als Kees Vendrik (GroenLinks, een belangrijk maar desondanks niet de enige veelgebruiker van de deuk in het pakje boter in de Tweede Kamer) het in 2000 heeft over “geld dat een deuk in een pakje boter slaat”, financiële middelen dus die iets voorstellen. Vendrik spreekt volgens de Handelingen in hetzelfde jaar over biologische landbouw, die ook werkelijk een deuk in een pakje boter slaat.
Een andere minnaar van de uitdrukking is Camiel Eurlings (CDA). Als Kamerlid zei hij in 2002: “Zoals ik in het debat heb gezegd, slaan de voorwaarden helaas geen deuk in een pakje boter.” Opnieuw zijn het niet mensen maar abstracte dingen (voorwaarden) die iets te betekenen hebben. In 2004 zegt Eurlings dat een rapport (eventueel) geen deuk in een pakje boter slaat.
Vendrik sprak in 2003 over het realiseren van de vergoeding van de goedkoopste prijs van bepaalde medicijnen en zei volgens het Plenaire Verslag: “Mocht dat 200 mln opleveren, dan slaan wij dus morgen samen een deuk in een pakje boter.” Betekenis: ‘dan presenteren we iets, gezamenlijk’.
Vendrik, Eurlings, later Bert Koenders (PvdA)*) houden bo-ven-ma-tig van een deuk in een pakje boter, in Rutte III was minister De Jonge er een actief gebruiker van. (Koenders laat als minister bv. abstracte begrippen als interne convergentie en samenwerking, later ook vertrouwelijkheid een deuk in een pakje boter slaan.)
Minister Plasterk (O&W) is volgens de Handelingen in 2007 de eerste die de hele uitdrukking reduceert tot geen deuk (in een pakje boter), daarmee doelend op ‘zeer weinig’: iets betreft in zijn woorden “nog geen deuk in een pakje boter (….) op het punt van het lerarenbeleid”. Heel wat jaren later in 2017 zal Gidi Markuszower (PVV) Plasterk in hetzelfde Nederlands evenaren maar in frequentie overtreffen:
- “Maar, zoals zo vaak met de VVD, is iets beter dan niets. Het is een deuk in een pakje boter, maar het is wel een deuk.”
- “En die tbs? Ach, dat is een deuk in een pakje boter.”
- “Alweer, het is niet eens een deuk in een pakje boter, het is misschien nog niet eens een halve deuk in een pakje boter.”
Het woord deuk krijgt de betekenis ‘iets’, de halve deuk is bij Markuszower dus uiterst weinig. Vendrik sprak jaren tevoren (2010) juist van een forse deuk in een pakje boter.
In 2007 is Alexander Pechtold (D66) kritisch op het kabinet: “Retoriek en koehandel is het. Dit kabinet schopt geen deuk in een pak boter.” Z’n negatieve houding drukt Pechtold extra uit door niet van slaan te spreken maar van schoppen.
Ronald Vuijk (VVD) zei in 2014 “dat onze krijgsmacht echt nog wel een deuk in een pak boter kan trappen”. Trappen is in deze militaire en niet zo genuanceerd te werk gaande sfeer eerder een onderstrepend dan een afzwakkend werkwoord.
Juist vanaf een andere, pesterig-prikkelende kant spreekt Tony van Dijck (PVV) in 2016 van lachen in kritiek op minister Dijsselbloem: “Deze minister van Financiën lacht zich een deuk in een pakje boter.”
Ja, de PVV is momenteel de groepering die het meest de deuk en de boter in teksten laat doorklinken. Ter afsluiting daarom Dion Graus die vaker een bijzondere positie inneemt en nu ook talig. Dit is in 2018 uit zijn mond genoteerd: “Meneer de voorzitter, ik ga mijn spullen pakken en ik ga weg. Ik vind namelijk dat ik de laatste maanden echt geen deuk in een pakje boter meer geslagen krijg. Ik heb op alles wat ik hier heb voorspeld altijd gelijk gekregen.”
*) Een lezer van de vorige aflevering wees daar al op. Ik had de tekst van deze aflevering al klaar en heb deze in essentie onveranderd gelaten buiten deze aanvulling. Hij heeft gelijk v.w.b. vindplaatsen via Delpher: de eerste is in 1963 in het Algemeen Handelsblad, de tweede twee jaar later in dezelfde bron en wellicht van dezelfde anonieme auteur. Interessant en komisch is wat De Waarheid in 1966 schrijft over een voorbeeld uit boksjargon: “Hij slaat op een hete zomerdag geen deuk in een pakje boter.” Dat valt moeilijk te overtreffen, lijkt me.
Dit stuk verscheen eerder op het blog van Siemon Reker.
Laat een reactie achter