Uit Hoogliederen, de nieuwe bundel van Peter Theunynck.
Anna Salomé
Zijn het je ogen? Die vijvers van licht in alle seizoenen.
Is het de nachtegaal diep in het woud van je stem.
Zijn toonladders hangt hij zo graag in de avond.
Is het de traagzame gratie van zwanen?
De sierlijke hals van je armen, deinend in dagelijks water?
Hoe kreeg je het ooit voor elkaar
dat alle exotische vogels je willen bewonen?
Zijn het je handen?
Waar leerden ze de taal van honing en brood?
Wie wijdde ze in in het slang van tulpen en rozen?
Je lippen misschien?
Geen dageraad stiftte zich rozer.
Zijn het je kleren? De wind heeft ze soepel gestreken,
sierlijke wimpels, van dauw tot deemster bevlaggen ze jou.
Of is het alleen maar je hart, die prozaïsche pomp,
die moeiteloos tikt op het ritme van ons?
Die wondere spons, gekneed om alles te geven.
Peter Theunynck (1960)
uit: Hoogliederen (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter