Vier rondelen uit de bundel Eerste liefde. Rondelen over het thema van de Boekenweek, van Gerry van der Linden, Pieter de Bruijn Kops en Valery Paulis.Hélène Swarth (1859-1941)
Eerste liefde
We kusten elkaar koeltjes, je noemde mijn naam.
De zon hing in een bramenstruik.
Jouw geur sprong als een bladwesp in mijn nek.
We kusten elkaar koeltjes, je noemde mijn naam.
We wisten niet of het liefde was, verlangen
naar liefde was of het wel daar was, mocht bestaan.
We kusten elkaar koeltjes, je noemde mijn naam.
De zon hing in een bramenstruik.
Gerry van der Linden
•
eerste liefde
Acht was ik en zij al negen
en wij waadden in de beek
ik was vreselijk verlegen
nog maar acht en zij al negen
maar hoe lief lachte mij tegen
zij naar wie ik zo graag keek
acht was ik en zij al negen
en wij waadden in de beek
Pieter de Bruijn Kops
•
Eerste liefde
Ik liep in gezelschap van vrienden.
Of kennissen op weg geliefden te worden, het liep nogal uiteen.
Jij stapte ons tegemoet, ferme tred, modder aan laarzen.
Ik liep in gezelschap van vrienden.
Je stond stil, noemde mijn naam, de lucht klaarblauw.
Mijn voeten zonken in de aarde, je was zo helemaal alleen.
Ik liep in gezelschap van vrienden.
Of kennissen op weg geliefden te worden, het liep nogal uiteen.
Valery Paulis
•
Ik had zijn witte gympen lief
Door het middenpad geslopen.
Ik had zijn witte gympen lief.
Zo kwamen immers cherubijnen
door het middenpad geslopen.
En liet zich vlak bij mij neer, ’t gezin
emigreerde, om schoenen te kopen.
Door het middenpad geslopen.
Ik had zijn witte gympen lief.
Emma Crebolder
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter