Al enkele jaren kun je in de Nijmeegse Master Letterkunde aan de Radboud Universiteit het vak ‘Literatuur vandaag’ volgen: een werkcollegereeks gewijd aan het oeuvre van één Nederlandstalige auteur. Eigenlijk zoals vroeger bij de studie Nederlands het grootste deel van de colleges moderne letterkunde was.
Het zijn altijd leuke en inspirerende colleges, waarin de afgelopen jaren onder meer het werk van Jeroen Brouwers, Stefan Hertmans en Frans Kellendonk centraal stond. Collega Jos Muijres, die het vak ooit voor het eerst in de steigers zette, bedacht een interessant extraatje: voor elke behandelde roman wordt ook een externe deskundige uitgenodigd om zijn of haar visie op het werk te geven. De lezingen worden in de Openbare Bibliotheek middenin de stad gehouden en zijn behalve voor de studenten ook bedoeld voor het algemene geïnteresseerde publiek.
Dit jaar staan zes romans van Esther Gerritsen centraal. We zijn nu halverwege en het leverde al mooie colleges op. Op woensdagmiddag wordt de roman van de week geïntroduceerd en geanalyseerd door een klein clubje studenten, waarna we met z’n allen (zo’n twintig deelnemers) grondig doorpraten; ’s avonds komen we beslagen ten ijs bij onze gastsprekers, die tot nu toe boeiende nieuwe invalshoeken op het werk van Esther Gerritsen gaven.
Esther Op de Beek beet het spits af van de reeks met een mooie analyse van ‘Tussen Een Persoon’. Zij legde interessante en overtuigende connecties tussen Gerritsens hoofdpersonage, met haar verlangen naar ‘bejaard geluk’, en haar eigen huidige onderzoekspecialisme: happiness-studies. Wat is gelukkig zijn? Wanneer ervaren we geluk? Is geluk af te dwingen, zoals Gerritsens hoofdpersonage doet? En wordt je daar dan gelukkig van?
Tjerk de Reus besprak ‘De kleine miezerige god’, over Dominique die vanuit Nijmegen naar Amsterdam is verhuisd en daar haar nieuwe leven tracht vorm te geven. Zij riep een kleine miezerige god in het leven (‘En hup, daar was god’) omdat er ‘toch iemand getuige moest zijn van haar leven’. De Reus besprak de mogelijkheid dat deze god misschien helemaal niet psychologisch geduid moet worden als hersenspinsel van Dominique, maar of niet ook te overwegen was dat het een representatie is van een (de?) ‘echte’ god, waarbij uiteindelijk zelfs Augustinus nog aan bod kwam.
Met Teunis Bunt werd ‘Superduif’ op klassieke wijze structuralistisch geanalyseerd: wie is Bonnie, het hoofdpersonage dat (denkt dat ze) in een duif kan veranderen?
Het waren steeds mooie uitdagende toevoegingen aan onze eigen lectuur op de campus. Halverwege de tussenstand opmakend, ben ik bij Gerritsens romans soms geneigd te denken aan Reves verzuchting: ‘er komt weer geen normaal mens in voor’. En afwijkend zijn ze op zich bepaald wel, de types die Gerritsen ten tonele voert: iemand als het hoofdpersonage uit ‘Tussen Een Persoon’ dat haar vriend vastgebonden op bed legt en gevangen houdt, uit angst voor welke verandering dan ook – concreet: een verhuizing. Of Roxy uit de gelijknamige roman, die na een tragische aanleiding in haar leven uiteindelijk een kudde schapen op hun rug legt, op die manier een akelige dood voor een groot deel van de dieren veroorzakend.
Anderzijds kun je in de romans (die we tot nu toe bespraken) niet anders dan vaststellen dat de hoofdpersonages steevast gedreven worden door een ijzeren interne logica. In hun eigen wereld zijn hun daden en gedachten helemaal niet deviant, dat worden ze pas in confrontatie met de werkelijkheid zoals die is – of beter gezegd: zoals de buitenwereld (welbeschouwd alle anderen) die kennelijk ervaart. Uit Gerritsen personages schreeuwt een ijzingwekkende eenzaamheid. Maar het krijgt alles steevast vorm in prachtige dialogen (Gerritsens start als theaterschrijfster heeft blijvend haar sporen nagelaten), en in veel magnifiek geformuleerde, onderkoelde waarnemingen:
Ze klinkt teleurgesteld en dat hoort ze zelf ook. Er zijn tal van manieren om belachelijk te zijn en Roxy vermoedt dat ze nog maar aan het begin staat van een lange reeks.’
Er volgen in Nijmegen nog drie publiekslezingen over Gerritsen werk. Vanavond spreekt Janneke Weijermars over ‘Roxy’, op 18 mei is theoloog Peter Nissen aan de beurt over ‘De Trooster’. Zelf sluit ik de reeks op 1 juni af met een lezing over ‘De terugkeer’. En ik zie het nu al als een hele klus om de lezingen tot dusverre zelfs maar te kunnen evenaren.
Alle lezingen zijn publiek toegankelijk. Informatie hier.
Laat een reactie achter