De luipaard in Van den vos Reynaerde III (Slot)
Over de luipaard in Van den vos Reynaerde verschillen de meningen nogal, maar de meeste onderzoekers zien hem als boosaardig. In een kleine serie wil ik uitleggen hoe Firapeel aan zijn slechte naam kwam en wil ik hem rehabiliteren. Reynaert is een ‘fel’, wraakzuchtig dier. Juist door af te zien van wraak, slaagt Firapeel erin om de vrede aan het hof te herstellen door koning Nobel met zijn mishandelde baronnen te verzoenen.
In mijn artikel ‘The Enigmatic death of Cuwaert’ (Brill heeft beschikbaar gesteld in Open access) heb ik betoogd dat de Franse haas Couart en de Vlaamse haas Cuwaert een vergelijkbare rol in het verhaal spelen. Beide wekken de woede op van de vos. In de Franse versie doordat de haas stenen naar Renart gooit, in de Vlaamse omdat hij het aan wil leggen met Reynaerts vrouw. In beide gevallen leidt de terugkomst van de haas, al is het in de Dietse versie alleen zijn hoofd bezorgd door Belijn, tot de achtervolging van de vos. In de Dietse versie moet er dan ook nog eerst een verzoening gemaakt worden tussen de vorst en zijn baronnen. De dichter Willem blijft binnen de krijtlijnen die uitgezet zijn door zijn voorbeeld, maar hij heeft het verhaal enorm veel gecompliceerder gemaakt.
In het Franse voorbeeld weet Couart te ontsnappen aan de vos doordat Renart zijn ‘felheid’ niet kan beteugelen. Toen Reynaert het hof van een afstand beledigde, en dus zijn bek niet dichthield, slaagde de haas erin te ontsnappen uit de muil van de vos. Couart vlucht naar het hof dat de achtervolging inzet en Renart moet zich gereedmaken voor een beleg van zijn hol. Zijn komst naar het hof heeft uiteindelijk niets opgeleverd.
Het Vlaamse gedicht eindigt op dezelfde manier. Firapeel stelde voor om, nadat de zoen met de baronnen Bruun en Isegrim zou zijn gemaakt, met heel het hof de achtervolging op Reynaert in te zetten. (A 3420-3421) Weliswaar was het een onderdeel van de zoen dat de baronnen het recht kregen een vete te voeren tegen de vos, maar dat weerhield de andere dieren niet om ook de jacht op Reynaert te openen. (Firapeel helpt, p. 215). Zo gelezen begint en eindigt Van den vos Reynaerde op precies dezelfde manier als zijn voorbeeld branche I Le Jugement van de Roman de Renart. De bedoeling was om de vos én zijn familie op te knopen als straf voor al de misdaden die Reynaert gepleegd had en nog zou plegen. Reynaert wist dat dat lot hem beschoren was, als de koning bleef leven. (A 3145-3149) Nobel bleef leven en in de Latijnse vertaling uit de dertiende eeuw, de Reynardus Vulpes, trok Nobel met de andere dieren naar Reynaerts burcht Maupertuus om hem terecht te stellen. Net als in het Franse voorbeeld heeft Reynaerts komst naar het hof niets opgeleverd.
Stel dat Cuwaert ontsnapt was aan Reynaert of dat hij hem met de schrik had laten vrijkomen. Als Cuwaert dan net als in het Franse voorbeeld naar het hof vertrokken was, dan was de vete tussen koning Nobel en zijn baronnen geëscaleerd in een grootschalig conflict tussen twee partijen aan het hof. De bedoeling van Reynaert was om aan de wraak van het hof te ontsnappen door koning Nobel ‘in vete ende ongheval’ met zijn baronnen te brengen. (A 2171) Dit is volgens mij een hendyadis die betekent ‘een noodlottige vete’. Die vete had niet gezoend kunnen worden doordat de koning geen ‘beteringe’ voor de wonden had kunnen geven. Een deel van de dieren had de ten onrechte mishandelde baronnen gesteund in hun gerechtigvaardigde strijd tegen de koning, een ander deel was de koning trouw gebleven. De dagen van de koning lijken geteld. (A 3159) Die strijd had Reynaert de kans gegeven zeven jaar onder te duiken. (A 3161) De chaos die Reynaert wilde creëren, zou hem helpen te ontsnappen. De dichter Willem kiest er echter voor te variëren op het Franse voorbeeld; alleen de kop van Cuwaert bereikt het hof. Reynaert heeft Cuwaert gedood.
Reynaert liet de kop van Cuwaert als een brief bezorgen door Belijn. De brief had Reynaert gestopt in zijn (door Belijn gezegende!) pelgrimstas. Reynaert zegt zo zijn trouw aan de koning op. De kop is voor koning Nobel het bewijs dat Reynaert een valse pelgrim is en hem heeft bedrogen. (A 3407) Door het manifeste bedrog was de zoen tussen Reynaert en de koning niet meer rechtsgeldig en werd Belijn betrokken in de vete tussen de koning en Reynaert.
Belijn mocht de brief niet bekijken, maar Reynaert had hem aangeraden te zeggen dat hij geholpen heeft bij het opstellen van de brief. Wat niet helemaal onwaar is, want Belijn had Cuwaert opgedragen het hol binnen te gaan. Bovendien heeft hij Cuwaert ook in de steek gelaten. De kapelaan laat zich zo kennen als een vriend van Reynaert. (A 3274) en de wraak van de vorst mag zich ook uitstrekken over de vrienden van zijn vijand Reynaert. Een middeleeuwse vete was een collectieve zaak waarbij vrienden en magen betrokken waren.
Of hij als boodschapper had moeten vrezen voor de dood is de vraag. Een kapelaan van de heer van Cuyck die een brief voorlas waarin zijn heer zijn trouw aan Floris V opzegde, kwam met de schrik vrij. Hij had zich wel op de hoogte moeten stellen van de inhoud. (Ik denk daar nu iets genuanceerder over dan in mijn Millenniumartikel, p. 91) Als raadgever moet Belijn vrezen voor de dood. Reynaert kan zo wraak op hem nemen, omdat de kapelaan met zijn concubine het voortouw nam bij het indienen van de klachten. (A 1847-1849).
Koning Nobel realiseerde zich dat hij in Reynaerts val was gelopen en slaakte een vreselijke kreet, waar iedereen zo bevreesd voor was dat niemand durfde in te grijpen. In deze situatie was Koning Nobel net als Aymijn, de vader van de Vier Heemskinderen ‘so ontsien onder sijn baroenen datter niemant en was, hoe hoge of hoe edel, de spreken dorste, ten was bi oerlove of wille van Aymyn’ (ed. G.S Overdiep, fol. 19). Het is de boodschapper en raadgever Belijn die als eerste moet vrezen voor de wraak van de vorst. Firapeel had de moed om in te grijpen en wist de woede van Nobel te bekoelen. Als de koning de ram verscheurd had, dan was namelijk een verzoening met de baronnen niet meer mogelijk geweest.
Firapeel overzag de situatie. ‘Als iemand beseft dat hij misdaan heeft, moet hij bereid zijn tot verzoening’, hield hij de koning voor. (A 3421) Door Belijns ontrouw aan Cuwaert, zei hij, is de haas gestorven. Als straf kan de ram als ‘beteringe’ aan de baronnen worden geven, zodat die zijn vacht kunnen gebruiken om hun wonden te herstellen. Een motief dat in het verhaal ‘Reynaert als landmeter’ in de Ysengrimus voorkomt en wel bekend geweest zal zijn bij het publiek.
Firapeel kon gebruik maken van Reynaerts wraakzucht op Belijn. Reynaert rekende erop dat koning Nobel de ram zou doden, maar Firapeel verijdelde door zijn moedig optreden Reynaerts list. Door Firapeels ingrijpen wreekte Nobel zich niet zelf op Belijn, maar stelde de koning de onwaardige kapelaan en zijn familie ter beschikking van de gemaltraiteerde baronnen, die met de huid van de ram hun huid konden oplappen. Door deze zoen kon Firapeel een einde maken aan de vete van de vorst met zijn baronnen.
Zowel afzien van wraak als iemand iets gunnen, is hoofs gedrag. Firapeel overwint door zijn hoofsheid de ‘felheid’ van Reynaert. Firapeel belichaamt dezelfde hoofse mentaliteit als die in de proloog van het publiek verwacht werd. Hij was een voorbeeld voor de middeleeuwse toehoorders die graag de eer betrachten en hun geest daarop richten, opdat zij hoofs zouden leven.
die gherne pleghen der eeren
(A 35-37)
ende haren zin daertoe keeren
dat si leven hoofschelike.
Firapeel kan dus geframed worden als een hoofse probleemoplosser. Hij is het voorbeeld van iemand die voor de-escalatie zorgt, juist wanneer een conflict uit de hand dreigt te lopen door het recht als leidraad te gebruiken. Die rol van rechtskenner heeft hij ook in de andere Reynaertverhalen. Zijn late optreden in het verhaal lijkt verklaard te kunnen worden doordat hij pas op het toneel moet komen, wanneer de situatie compleet uitzichtloos is.
Moderne onderzoekers vinden het slot vaak problematisch. Sommige onderzoekers denken zelfs dat Firapeel de ondergang van het hof bewerkstelligt, maar als dat het hof echt ingestort zou zijn, dan had het gedicht beter geëindigd kunnen zijn met de schreeuw van koning Nobel. Op dat moment dreigt er kaalslag in het rijk van koning Nobel. Dat die kaalslag niet is gebeurd is misschien niet in overeenstemming met onze moderne literaire smaak, stelt Van Oostrom. Ik denk echter wel dat die zeker in overeenstemming is met de middeleeuwse smaak. In de oudste branche van de Roman de Renart is het steeds de felle, agressieve vos die aan het einde aan het kortste eind trekt. Zijn listen mislukken keer op keer. De bedrieger wordt bedrogen.
Jos Houtsma zegt
Oké Jan, het lijkt er niet op dat er iets tegen je redenering valt in te brengen. Firapeel is de handige advocaat die een oplossing heeft voor het dilemma waarin het hof verkeert. Belijn is de dupe, maar dat heeft hij over zichzelf afgeroepen. Het enige wat me dwars zit: het is zo braaf. Zou je niet veel liever willen zeggen: ach die arme schapen, waar hebben ze het aan verdiend?
jandeputter zegt
Dank voor je lovende reactie Jos. Of de tekst zo braaf is, hangt voor een belangrijk deel af van het perspectief dat je kiest. Uit je woorden meen ik te mogen concluderen dat jij vrede als de normale toestand beschouwd. Dichter en publiek beschouwen de dierenwereld/mensenwerld waar de roofdieren/edellieden elkaar naar het leven staan als de oorspronkelijke toestand, de moeilijke taak is om daar te zorgen voor vrede. Vergelijk de situatie eens met de Oekraïne, nu dankzij Poetin een wildernis waar mensen zich gedragen als beesten, de spannende vraag is daar ook hoe kan weer vrede worden gebracht in een uitzichtloze situatie.
Jos Houtsma zegt
Zou het publiek echt niet gedacht hebben: ja vrede, maar wel weer over de rug van ons arme schapen?
jandeputter zegt
Een tweede opmerking bij je stuk gaat over de schapen. Het is de vraag of de dichter alle schapen bedoelde of slechts het geslacht van Belijn, wat je zou kunnen interpreteren als het geslacht van de onwaardige priester (een onecht kind van een priester werd ook weer vaak geestelijke). De Latijnse vertaling van enkele tientallen jaren kiest ervoor om het geslacht van Belijn op te vatten als dé schapen. Dé schapen hebben ervoor gekozen om de wildernis te verlaten en bescherming te zoeken bij de mens in ruil voor hun wol. Ik denk dat dit slot een bewuste verandering van Balduinus is,om het een aetiologisch karakter te geven dat verklaart waarom mensen schapen houden. Maar hier is enige ruimte voor discussie.