Toegekend aan prof.dr. Frank Willaert
Vandaag werd tijdens de Neerlandistiekdagen in Groningen de Everwinus Wassenbergh Penning uitgereikt aan de Antwerpse medioneerlandicus Frank Willaert. De winnaar van de prijs (de ‘Nobelprijs van de neerlandistiek’)) wordt gekozen door redactie en redactieraad van Neerlandistiek, op basis van langdurige verdiensten voor de neerlandistiek in de brede zin van het woord. De laudatio werd uitgesproken door redactielid Johan Oosterman.
In de late jaren 70 van de vorige eeuw zette Frank Willaert de eerste schreden op het terrein van wat wel de Medioneerlandistiek wordt genoemd, de studie van de Middelnederlandse letterkunde. Zijn eerste publicaties waren in het Frans, niet lang daarna publiceerde hij ook in het Duits en af en toe in het Nederlands. Van meet af aan ging zijn werk over de Nederlandse literatuur in zijn vanzelfsprekende internationale inbedding, en hij zocht het podium van de internationale mediëvistiek om daarvan verslag te doen.
Het begon met Hadewijch, en dan vooral met haar Strofische gedichten, teksten die we Inmiddels kennen als liederen. Al in zijn dissertatie maakte Willaert aannemelijk dat het om gezongen gedichten moest gaan. Vanuit het besef dat zijn eigen expertise hier tekort schoot – voor hem gold, schreef hij eens, wat voor veel literatuurwetenschappers geldt, ‘Augen zu, wenn Noten kommen’ – zocht hij de samenwerking met musicologen. In dit geval was dat Louis Peter Grijp die het vermoeden kon onderbouwen en de melodieën vond waarop Hadewijch gezongen moet zijn.
Samenwerking is een constante in het werk van Willaert, niet als strategische keuze in een wetenschappelijke wereld die steeds internationaler werd en het steeds meer van projectfinanciering moest hebben, maar vanuit de overtuiging dan anderen vaak meer weten dan hijzelf en vooral vanuit de oprechte behoefte om kennis te delen en vriendschap te tonen.
In zijn werk overschrijdt hij niet alleen de grenzen van disciplines, hij houdt zich evenmin aan de grenzen van nationale literaturen. Zijn pleidooi om hedendaagse afbakeningen te negeren, te kijken naar wat mensen vroeger verbond en met elkaar in contact bracht, toont dat hij fundamenteel afstand neemt van de nationalistische wortels die de mediëvistiek gevormd en zo lang getekend hebben. Zijn pleidooi voor onderzoek naar en in een ‘Land ohne Grenzen’ was vernieuwend en is tot op de dag van vandaag betekenisvol. Meer dan ooit zelfs.
In alle wegen die hij in zijn onderzoek volgde, bleef hij trouw aan zijn grote liefde: de middeleeuwse lyriek. De uitstapjes die hij zich veroorloofde waren altijd verbonden met gedegen kennis van de lyriek. Juist die solide basis in het onderzoeksterrein waarmee hij al meer dan veertig jaar zo vertrouwd is, maakt hem tot de internationaal volop gewaardeerde onderzoeker die hij is. Daarbij schroomde hij niet aan te wijzen en met argumenten te onderbouwen wat daarin de hoogtepunten zijn: Veldeke, Hadewijch en Gruuthusedichter Jan van Hulst. Literatuur is voor Willaert iets van grote waarde dat hij fundamenteel in zijn ontstaanscontext wil begrijpen en tegelijkertijd koestert vanwege de schoonheid ervan. Hij aarzelde dan ook niet om mee te werken aan projecten om die literatuur een podium te verschaffen: de bloemlezing van De Nederlandse poëzie van de twaalfde tot en met de zestiende eeuw in 1000 en enige bladzijden, die Gerrit Komrij in 1994 samenstelde, net als de Canon van de Nederlandstalige literatuur, samengesteld door leden van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren.
Willaert is een gepassioneerde pleitbezorger voor de literatuur die hij bestudeert en tevens voor de letterkunde in ruime zin. Dat blijkt ook uit de zelf opgenomen YouTube-opnamen waarin hij vertelt over een tekst – vaak een gedicht – die hij vervolgens vertolkt op virtuoze wijze, en uit de prachtige en heel toegankelijke uitgaven van zijn hand. De Liederen van Hadewijch, in samenwerking met Veerle Fraeters, vormen daarbij een hoogtepunt, ook internationaal erkend zo blijkt uit de vertalingen, verschenen bij gerenommeerde uitgevers, in het Duits, Frans en Spaans.
Willaert heeft de Neerlandistiek ook bestuurlijk gediend. Van tal van commissies heeft hij in de loop der jaren deel uitgemaakt. In meer recente jaren heeft hij als bestuurder volop bijgedragen aan de huidige bloei van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal en Letteren te Gent. Daarnaast zat hij namens de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie een commissie voor die de kwaliteit van alle universitaire talenopleidingen in Nederland beoordeelde. Zijn empathische houding in deze visitatieronde was voor veel van zijn gesprekspartners zegenrijk.
In Antwerpen heeft Willaert de studie van de middeleeuwse literatuur stevig in het onderwijs weten te verankeren. Dat deed hij door in alle bestuurlijke gremia op te komen voor zijn vakgebied en door fantastisch onderwijs te verzorgen. Als docent was hij de vriendelijkheid zelve en tegelijkertijd heel beslist in zijn begeleiding. Die combinatie wendde hij ook aan in gesprekken met zijn promovendi en vakgenoten. Het laat zich raden dat mensen om die reden graag met hem samenwerken.
Vorig jaar verscheen Het Nederlandse liefdeslied in de Middeleeuwen, waarin jarenlang onderzoek samenkomt in een gedurfde en magistrale visie op het Nederlandse liefdeslied. Nauwgezette analyses, overtuigende vergezichten en vernieuwende inzichten over de plaats van het Nederlandse lied in de grote Europese traditie maken dat het boek terecht en zonder uitzondering is getypeerd als Willaerts magnum opus in lovende besprekingen. Een ervan sprak van de ‘prachtige synthese van het levenswerk van een groot geleerde’. Willaert was er heel verguld mee al zal hij de eerste zijn om, in een mengeling van scherpe spot en oprechte bescheidenheid, op te merken dat te veel roem toch ook weer gewantrouwd moet worden.
Frank Willaert verdient ook ónze lof voor een indrukwekkend boek waarin hij de waarde van de studie van de Middelnederlandse letterkunde ten volle laat zien. Hij verdient daarenboven grote bewondering voor de jarenlange toewijding aan die letterkunde, voor de banden die hij gesmeed heeft, de dienstvaardigheid naar de academische gemeenschap, en voor de scherpe, humorvolle en overtuigende wijze waarop hij zijn kennis en wijsheid deelt met de wereld. We kennen daarom met groot genoegen de Wassenbergh Penning 2022 toe aan Frank Willaert.
Laat een reactie achter