Er overvalt mij een bezitsdrang als ik een (nieuw) boek zie: een nieuwe kaft, een nieuwe auteur, een nieuw verhaal. Ik wil het boek dan hebben. Een fysiek boek kan mij betoveren en de drang om het te bezitten is overweldigend met als gevolg dat ik nu overvolle boekenkasten en dozen vol boeken heb. Gelukkig ben ik ook geefs. Ik geef stapels boeken weg aan studenten die graag lezen, puur voor hun plezier, maar zich niet zo snel een boek kunnen veroorloven. Of aan een nichtje, vriendin of aan wie dan ook. Boekenliefhebbers voelen de klik met de andere boekenliefhebbers en geven daarom graag aan elkaar.
Sinds ik mij kan herinneren heb ik van lezen gehouden. Nederlands studeren was echter eerder een pragmatische keuze, dan een kwestie ‘van hobby mijn werk maken’. Ik wilde namelijk graag lerares Engels zijn, maar die opleiding startte dat jaar niet op. Zo jong, ambitieus en enthousiast voor nieuwe kennis als ik was, was ik niet van plan om te wachten tot het volgende schooljaar, dus ik besloot lerares Nederlands te worden. Lezen was toen al mijn grootste hobby, op de middelbare school deed ik het niet slecht in het vak Nederlands, dus zo vreselijk ingewikkeld zou ik het niet ervaren (dacht ik!).
De lerarenopleiding Nederlands van het jaar 2004 had achteraf gezien een korps aan magiërs. De docenten waren stuk voor stuk bekwaam in hun vak: Lila Gobardhan en Antonius Wolf vertelden over taalverwerving en ik maakte voor het eerst kennis met moedertalen, eerste en tweede talen. Zij legde in mijn hoofd de basis voor (socio)linguïstiek. Als Lila sprak, kende het college geen 90 minuten en niemand durfde haar te zeggen dat het al tijd was voor een volgend college. Linda Badal begeleidde ons bij het lesgeven. Hedy Goeldjar was de hoofdmagiër: zij bracht ons van Odyssee en Ilias, naar Betje Wolff en Sara Burgerhart, maar ook Kafka, Hermans en Mulisch leerden we goed kennen. Oh, wat kon Hedy vertellen! Ik vroeg me af waarom ik dit nooit eerder had gelezen. De andere magiërs die het gebied van Surinaamse letteren openbaarde aan ons: Shirley Sitaldin, Arva Muradin en Hilde Neus: ik had uren te weinig om te lezen. Wij kregen ook bezoek van overzeese tovenaars: Els Beerten, Michiel van Kempen en Wim Rutgers. Die hebben onder andere ervoor gezorgd dat ik bundels geld heb uitgegeven aan het kopen van (bijna all werken) V.S. Naipaul, Isabel Allende en Tip Marugg. Verbinding kunnen leggen met een andere wereld (literaire) inspireerde mij om een betere lerares Nederlands te worden.
Letteren en letterkunde is helaas het stiefkindje in het onderwijs moet ik constateren. Aan grammatica, spelling, functioneel lezen en schrijven wordt alle tijd, aandacht en onderzoek besteed. Of dat zijn vruchten afwerpt? Dat blijkt helaas ook niet het geval te zijn. Misschien moeten we het roer drastisch omgooien in ons vak. Betover de studenten, en produceer inspirerende neerlandici!
Laat een reactie achter