Mijn vader had een stoel in zijn kantoor
Mijn vader had een stoel in zijn kantoor
waar hij het langst in woonde. Als hij schreef
mocht ik, wanneer ik met hem zweeg
tegen zijn benen zitten. Het kwam voor
dat wij vergaten waar we waren.
Dan las ik over Remy of oom Tom.
Ik weet nog dat het leek alsof hij zong.
Ook streelde hij een keer mijn haren.
Later heb ik gehuild om wat niet kon.
Ik wilde dat we daar nog waren
en dat geen einde ooit begon.
Johanna Kruit (1940)
uit: Omtrent het getij (1985)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter