Toen ik samen met Ellen Deckwitz (u kent haar ongetwijfeld) Nederlands studeerde in Groningen – toch best alweer even geleden – bedachten we dat het maar weer eens tijd was om de Nederlandse toneelklassiekers op te gaan voeren. Hoewel het voor een student gauw zoeken is naar gelegitimeerde manieren om bij elkaar te komen, even ‘iets’ te ondernemen, om vervolgens en vooral op café te gaan, lag aan dit plan ook daadwerkelijk de ambitie tot ‘volksverheffing’ ten grondslag.
We zouden gaan spelen voor studenten en scholieren. De Jeugd zal weer in vervoering raken van Bredero, Vondel, Huygens, noem maar op. Wat een fantastische ambassadeurs van de Nederlandsche Letteren zouden we worden.
En het ging ook best goed. Aanvankelijk.
Eerst speelden we – tamelijk succesvol – het Abele Spel Lanseloet van Denemerken. We bleven de tekst trouw; we waren immers radicaal in onze leer. ‘Het leven is met mij gedaan’ schreeuwde ik uit in menig gymzaal in Noord-Nederland voordat ik dood neerviel. Dan volgde er een geroerd òf opgelucht applaus.
Hierna speelden we een eigen bewerking van Vondel’s Lucifer. En dat ging misschien nog wel beter. Zalen zaten vol, scholen boekten de voorstelling en de pubertjes zaten nog net niet in Vondel-hoodies in de kantine. Dit succes zorgde voor een dusdanige euforie binnen onze toneelclub dat we een grote sprong voorwaarts zouden gaan maken: een eigen bewerking van een twintigste-eeuws literair werk. Na enig beraad kozen we, het experiment niet schuwend, Menuet van Louis Paul Boon.
Een vreselijke beslissing.
Het boek bleek onbewerkbaar en de plot natuurlijk totaal ongeschikt voor scholen: volwassen man ontwikkelt seksuele gevoelens voor minderjarig meisje. En net toen het ons gelukt was om er toch nog iets van te maken – niet te heftig, hier en daar een grapje, maar ergens ook nog wel dichtbij het originele verhaal – werden we gebeld door de erven van Louis Paul Boon. In de eerste plaats vroegen ze zich af wat we in ons hoofd haalden om van Menuet een toneelbewerking te maken (terechte vraag) en vervolgens eisten ze dat we niet teveel zouden veranderen aan het originele plot op straffe van dwangsommen en rechtszaken. Het stuk is derhalve uiteindelijk drie keer in een theatertje opgevoerd. Publiek bleef weg, scholen belden niet meer. Einde volksverheffing. Zelf verpest.
Bram Douwes is verslaggever bij PowNed.
Bart zegt
? Dan ga je toch als de donder weer Lucifer spelen? Mag ik jullie boeken?