Geschiedenis van het Nederlands in 100 literaire werken (18) – Egidius-lied
Het bekendste Middelnederlandse lied is inmiddels waarschijnlijk het Egidius-lied, ons overgeleverd in het zogeheten Gruuthuse-handschrift en geschreven rond het jaar 1400 in Brugge. Dat het lied zo aanspreekt komt waarschijnlijk doordat het in betrekkelijk eenvoudige taal van een universele emotie spreekt: verdriet om een gestorven vriend, de wens zich daarom bij die vriend te voegen.
Als je de literatuur over dit lied goed bestudeert, blijkt er juist ook veel duister. Wie was eigenlijk die Egidius? Bij welke gelegenheid zou men een lied als dit eigenlijk ten gehore gebracht kunnen hebben? Wie heeft de tekst geschreven en hoe komt deze in de Gruuthuse-verzameling terecht? Niets van dat alles weten we zeker – een beter bewijs dat een tekst ook zonder veel context betekenis kan hebben voor veel mensen is er mogelijk niet.
Tekst
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn
Nu bestu in den troon verheven
Claerre dan der zonnen scijn
Alle vruecht es di ghegheven
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Nu bidt vor mi ic moet noch sneven
Ende in de weerelt liden pijn
Verware mijn stede di beneven
Ic moet noch zinghen een liedekijn
Nochtan moet emmer ghestorven sijn
Egidius waer bestu bleven
Mi lanct na di gheselle mijn
Du coors die doot du liets mi tleven
Dat was gheselscap goet ende fijn
Het sceen teen moeste ghestorven sijn
Hertaling
Egidius waar ben je gebleven
Ik verlang naar je, mijn vriend
Jij ging over naar de dood, je liet mij het leven
Dat was goede en fijne vriendschap
en toch moest een van ons sterven.
Nu ben je in de hemel verheven,
Stralender dan de zonneschijn
Alle vreugd is jou gegeven.
Egidius waar ben je gebleven
Ik verlang naar je, mijn vriend
Jij ging over naar de dood, je liet mij het leven
Bid nu voor mij, ik moet nog ongelukkig zijn
En in de wereld pijn lijden
Bewaar mijn plaats naast jou
Ik moet nog een liedje zingen
Toch moet ik ooit sterven.
Egidius waar ben je gebleven
Ik verlang naar je, mijn vriend
Jij ging over naar de dood, je liet mij het leven
Dat was goede en fijne vriendschap
en toch moest een van ons sterven.
Over de taal
De taal lijkt eenvoudig. Vooral in een moderne mondelinge interpretatie zoals die van Ramsey Nasr, valt hij waarschijnlijk voor de meeste moderne Nederlandstaligen vrij goed te volgen:
Maar misschien wordt juist door die schijnbare eenvoud duidelijk hoeveel er eigenlijk nét niet duidelijk is. Er woedt bijvoorbeeld al vele decennia een discussie over de regel Het sceen teen moeste ghestorven sijn: vijf van de zes woorden zijn zo helder als glas, maar wat betekent teen? In 2013 vatte Jan Stroop de discussie samen in dit tijdschrift. Sommige geleerden zien het als te enen in de betekenis van samen (‘het leek erop dat we samen zouden sterven’), anderen zien er het en in, waarbij en staat voor een ontkenning (‘het scheen dat er niet gestorven zou worden’), en nog anderen – waaronder Stroop – denken dat er staat dat dat een (‘het bleek dat er een moest sterven’). Ik heb Stroops interpretatie hierboven gevolgd – maar strikt genomen is er voor geen enkel van die interpretaties een keihard bewijs. Wat de dichter bedoelde is verdwenen in de mist van de tijd, al zijn er ook na Stroops samenvatting nog interessante nieuwe bijdragen verschenen (bijvoorbeeld recentelijk deze van Luc de Grauwe).
Teen is daarmee officieel het meest becommentarieerde woord van het Nederlands.
Een ander punt van discussie is de regel Du coors die doot du liets mi tleven. Dat lijkt te betekenen ‘Jij koos de dood, je liet mij het leven’, maar ook hier is precies één woord onderwerp van discussie: wat betekent het dat Egidius voor de dood ‘koos’? ‘De dood kiezen’ is in het moderne Nederlands een eufemisme voor zelfmoord plegen, maar het geloof liet (en laat) niet toe om een zelfmoordenaar in de hemel te plaatsen. Ik heb hierboven de vertaling ‘je ging de weg op van de dood’ gekozen, maar dan ontbreekt het licht verwijtende dat je in de oorspronkelijke tekst kunt lezen: je hebt mij hier maar lekker laten zitten.
Er zijn ook gevallen waarover minder discussie is, maar die volgens mij toch ook niet helemaal duidelijk zijn. Sneven wordt vaak vertaald op ongeveer de manier die ik hierboven kies: tobben, maar in de historische woordenboeken ontbreekt die betekenis. Het gaat dan eerder om sterven (die betekenis is archaïsch nog wel aanwezig) of vallen. Het is natuurlijk mogelijk dat het woord hier min of meer metaforisch is gebruikt, maar ook hiervoor geldt weer: om dat zeker te weten, zouden we eigenlijk meer moeten weten over hoe het woord sneven in de kringen van de dichter verder gebruikt werd.
Mij intrigeert het meest de zin Nochtan moet emmer ghestorven sijn. Op zich is de strekking van die regel duidelijk: ‘Dood moeten we allemaal’. Hij wordt vertaald met ik ‘Nochtans moet ik een keer sterven’ of met iedereen (‘Nochtans moet iedereen sterven’) en daar liggen de twee mogelijke interpretaties van emmer (of immer) aan ten grondslag: het kon zowel altijd als ooit betekenen, dus zowel ‘op één (niet nader bepaald) moment’ als ‘op ieder moment’. Het woord is inmiddels natuurlijk erg archaïsch, maar als het nu nog gebruikt wordt, dan toch geloof ik alleen in de eerste betekenis: ‘ik zal immer sterven’ kan niet beteken ‘op een dag zal ik sterven’. (Ook in het Duits bestaat alleen die betekenis nog.)
Overigens kun je sommige woorden met de betekenis ‘een of andere x‘ in bepaalde contexten nog steeds gebruiken met de betekenis ‘iedere x‘: ‘als iemand deze kabel aanraakt, sterft hij’.
Dat de taal veranderd is, is misschien niet eens het grootste obstakel. Zoveel is de taal niet veranderd. Dat is eerder dat we niet precies weten hoe het taalgebruik van de dichter en zijn omgeving in elkaar zat, dus hoe ze verder woorden zoals sneven en immer zoal gebruikten, of waar ze verder teen zeiden – of dat dit zelfs alleen maar een verschrijving was. Je zou soortgelijke problemen kunnen tegenkomen bij een tekst die gesteld was in een onbekend hedendaags dialect.
Met dank aan Frank Willaert
gertslings zegt
Mooi dat er ook in dit gedicht geheimpjes zitten. Je hebt ze keurig benoemd.