Soms komt in een discussie tussen amateurhistorici de vraag naar voren waarom een water heet zoals het heet. Zo ook bij de Bakkerskil. Omdat we er in de regio niet uitkwamen, werd de vraag voorgelegd aan enkele landelijke taalhistorici, historisch geografen etc. Hieronder volgt een verslag van de zoektocht en van de aangedragen mogelijke verklaringen voor de naam Bakkerskil. De Bakkerskil is een inbraakgeul, ontstaan in de jaren na 1421 door een dijkdoorbraak vanuit de Merwede: het water uit de Merwede volgde een nieuwe (extra) geul in de richting van het Hollands Diep.
Zoektocht naar de oorsprong
Langs de oostrand van de Biesbosch ligt noord-zuid de Bakkerskil. Een mooie scheepvaartroute van Dordrecht-Gorinchem naar Geertruidenberg, zonder dat je hoefde te dolen in de kreken van de Biesbosch. Natuurlijk denk je in eerste instantie voor de naamsverklaring aan een familienaam, die komen wel vaker voor in de Biesbosch, maar wie zou zijn naam kunnen geven aan een wel 10 km lange natuurlijke loop? En bakkers die brood van Gorkum naar Geertruidenberg varen, nee, dat is wel veel fantasie… Bovendien, er bleken in het Zuid-Hollandse gebied nog twee Bakkerskillen te zijn….Heeft dat bakker-woord dan toch een specifieke betekenis?
Hieronder volgt, zoals eerder gezegd, het verslag van een zoektocht naar de oorsprong van de naam Bakkerskil. Zowel het verloop van de zoektocht als de aangedragen opties komen hieronder aan bod. Een best ingewikkelde zoektocht met minder waarschijnlijk goede oplossingen en uiteindelijk de wel waarschijnlijke oplossing, die tevens een tot dusverre onbekende activiteit uit de geschiedenis van Werkendam onthult.
Om te beginnen vermeld ik de oudste vermeldingen van de Biesbosch-Bakkerskil (Braams, Topografische Elementen, Heusden 2000):
Bakkerskil – Backers Kille, 1554 (ARA, VTH 1428) – Bakkerskil, 1606 (9 morgen land strekkend noord van de wetering tot de Bakkerskil; Kort, 1986a, nr. 13) – (l) De Bakkers Kil, 1837 (Kaart van Gemeenten en Polders)
Inmiddels – zie hierna – blijken de oudste vermeldingen uit 1523 (de Informatiën) te stammen.
Mogelijke, maar niet waarschijnlijke verklaringen
Er kwamen diverse reacties naar aanleiding van de uitgezette vraag naar de verklaring van de naam Bakkerskil. Omdat die een boeiend inzicht geven rond het woord bac(k) en de oorsprong van de naam Bakkerskil zullen die hier puntsgewijs de revue passeren, met een reflectie erop.
# Het komt van het woord bak ‘rug’
Vroeger bestond het woord bak ‘rug, dat nog onder andere voortleeft in achterbaks en in de Friese woorden bekling ‘rugleuning van een stoel’ en tebek ‘terug’, eigenlijk: naar je rug. Zou het water ook benoemd kunnen zijn naar de ligging? M.a.w. het ligt aan de ‘achterkant’, de rugkant van de Biesbosch. Op zich is dit een slimme vondst, logisch gezien situatie nu, maar in 1500 lagen er niet alleen ten westen, maar ook ten oosten van de Bakkerskil nog killen, griendjes etc.
# Het is een eigennaam.
Ligt natuurlijk erg voor de hand, maar het gebied is in de decennia na de St.-Elisabethsvloed 1421 onder water gekomen. In 1523 zijn er de Informatiën, d.w.z. de graaf van Holland stuurt verkenners om zijn rechten en eigendomsverhoudingen in kaart te brengen. De naam Bakkerskil bestaat dan al, blijkt uit hun verslag. Maar meneer Bakker komt men niet tegen. Als ze hem nog zouden kennen na 100 jaar. Het zou ook uitzonderlijk zijn dat een op natuurlijke wijze ontstane kil van 13 kilometer (over de hele lengte, het zuidelijke stuk, nu Bleeke Kil rekende men in 1523 ook tot de Bakkerskil) naar één persoon genoemd zou zijn. Een dijkgraaf die het gegraven heeft komt ook niet in aanmerking bij een natuurlijke loop. Een eigennaam is niet uit te sluiten, maar ligt zeker niet voor de hand.
# Bac(k) is in het Middelnederlands een boot in de zin van pontveer
Vanuit Werkendam naar het westen kwam je in die tijd in een ondergelopen gebied zonder bewoning. Een oversteekpont kun je daar niet verwachten
#Bac(k) in de zin van ‘schuit’ die door het volk verbasterd is tot Backer.
Een historisch taalkundige reageerde op deze ingebrachte theorie:
‘Is deze theorie taalkundig gezien onmogelijk ? Neen. Theoretisch is het inderdaad mogelijk dat de oorspronkelijke naam, toen die door de taalgebruikers niet meer werd doorzien, gewijzigd werd in Bakkerskil. Zoiets heet in de taalkunde volksetymologie. Het mechanisme dus dat taalgebruikers steeds geneigd zijn om ondoorzichtig geworden woorden of woorddelen (inclusief en met name toponiemen en andere eigennamen) te vervangen door taalvormen die hun vertrouwder in de oren klinken. Echter, meer dan speculatie is de vermeende substitutie Bak(ke)kil > Bakkerskil nu ook weer niet. Om zo’n hypothese hard te maken, zouden we over oude attestaties moeten beschikken die de (vermoedelijke) oorspronkelijke vorm reveleren, of een tussenvorm tussen de etymologisch oorspronkelijke en de volksetymologisch geadapteerde. De oudste attestatie blijkt te dateren uit het eerste kwart van de zestiende eeuw, en bevat al de huidige vorm. Bovendien zouden we over bewijzen moeten beschikken dat het woord bak als benaming voor een schuit in de late middeleeuwen en eventueel ook nog in de 16e eeuw, bekend was in het dialect van de betreffende regio.’
Andere historici verbazen zich erover dat als bak de oorsprong van het woord zou zijn, de Bakkerskil dan geen Bakke(n)kil of Backe(n)kil heet. Dit laatste zou namelijk het geval zijn wanneer de naam zou zijn afgeleid van een schuit, een object dus. Waar komt de r vandaan?
Hier is aan toe te voegen dat er een Bakke-brug bij Zundert in de buurt bestaat als naam van een brug over de Aa of Weerijs op de grens tussen de oude gemeenten Rijsbergen en Zundert: in 1474: een heyninge te Backenbrugge. Buiks (Veldnamen gemeente Zundert, 2004 deel 2, p 12) interpreteert: ‘een brug van bakken, turfbakken, een soort schipbrug. Familienaam Van Backenbrugghe al in 1415. In de moderne straatnaamgeving is de -n- gesneuveld: Bakkebrugstraat.’
Op weg naar het waarschijnlijke juiste antwoord
# Verband met de Bakkerskil bij Krimpen aan de Lek en Krimpen aan de IJssel?
Er ligt een tweede en of derde Bakkerskil bij de Hollandse IJssel bij de Krimpens. Even verderop werden de IJsselsteentjes gebakken. De Bakkerskil daar lijkt een toegangsvaarweg vanuit de Lek. Iets soortgelijks zie je bij de Cloppenwaard boven Werkendam: eerst een toegangswater graven, dan ontgronden (bij Werkendam in de Merwede, bekend van gevechten met Alblasserwaarders die daar klei voor dijkversterking wilden halen). Hoe dan ook, de aandacht was gevestigd op steenbakkers als naamgevers van de Bakkerskil.
# Steenbakkers
De suggestie werd gedaan dat er wellicht klei gewonnen werd die ter plekke in veldovens of verderop verwerkt zou worden. Deze suggestie is bij lokale historici neergelegd; zij weten niets van steenbakactiviteiten in het gebied. Het opslibbende gebied kwam nog regelmatig onder water, dus installaties zou men er niet verwachten. De Bakkerskil-kreek zelf werd nog doorgespoeld door getij- en Merwede-overstromingswater. Als er al slib in de geul lag, zou het moeilijk werken zijn met de getijen. Het aansnijden van een waard langs de Merwede of andere rivier zou praktischer zijn. Ook de grafelijke verkenners uit de Informatiën uit 1523, die alles opschreven wat ze zagen en wat geld in de lade kon brengen, repten niet over kleiwinning.
# Steenbakkers-schepen als reden van naamgeving?
Dan nog een oplossing, die voortkomt uit de opmerkingen over IJsselsteentjes uit de Hollandse IJssel, jawel de Bakkerskil aldaar. Die IJsselsteentjes komt men ook in Altena tegen. De vraag rees vervolgens waar de steentjes in vroegere Hollandse steden als Geertruidenberg etc. vandaan zouden komen. De Amer had daar de waarden met klei na 1421 weggespoeld, en of nou de Donge en dergelijke riviertjes zoveel slib aanvoerden was de vraag. Ik heb de vraag over stenen in de noordwestrand van Brabant overlegd met Karel Leenders, die veel weet van de historie van noordwest Brabant. En jawel, er kwam een antwoord, over stenen voor een dijk bij Strijen in 1410 (waaronder ook hergebruiksstenen van sloopactiviteiten).
# Steenbakkersschepen… met stenen van Werkendamse steenbakkers?
Er moge dan bewijs zijn dat in de Brabants-Hollandse steden stenen uit Holland gebruikt werden, er zou ook sprake kunnen zijn van stenen van bij de bovenloop van de Bakkerskil. Op onderstaande tekening van na 1421 ziet men een kooloven getekend.
Er zijn geen kleiputten hier bekend. Dat hoeft niet te betekenen dat die er niet geweest zijn. De putten kunnen namelijk opnieuw zijn opgeslibd. Overigens moet worden opgemerkt dat klei soms ook werd gewonnen door de rivier uit te baggeren. Dat zou dan door of in opdracht van steenbakkers kunnen zijn gedaan. Een rivierpand of een waterloop dat met dit doel werd uitgebaggerd heet dan een Bakkerskil.
In de periode waarover wij spreken waarin de naam Bakkerskil is ontstaan (late middeleeuwen/vroege nieuwe tijd) was sprake van veldovens. Hiervan zouden de resten (met misbaksels) nog in de bodem verborgen moeten liggen indien het woord bakker inderdaad verband zou houden met de steenbakkerij. Wanneer de klei is uitgebaggerd uit de rivierbedding kunnen de veldovens ook verder weg hebben gelegen.
Zeker is dat er op deze kaart bouwwerken staan. Zeker is ook dat er sprake is van een oven. De brandstof doet er niet toe: mogelijk turf, hout, houtskool en steenkool. Alles waar koolstof in verbrand werd kon een kool(h)oven zijn. Zoals de Koolhoven bij Oosterhout. Steenkool was in deze tijd waarschijnlijk alleen in gebruik bij smeden. Blijft over turf, hout en houtskool. Houtskool lijkt nogal duur voor het bakken van stenen. Bekend is dat er takkenbossen en turf gebruikt werden om de steenovens te laten werken. Beide brandstoffen zijn in de omgeving aanwezig of konden desnoods van verderaf over water worden aangevoerd. Eindproducten konden ook weer afgevoerd worden over water.
Van steenovens bij Werkendam is tot dusverre behalve op deze tekening niets gebleken of bekend. Navraag bij archeologen uit de streek leverde ook geen resultaat op. Wel gaven zij aan dat men niet te veel misbaksels moet verwachten. Ook misbaksels werden volgens hen nog vaak in huizen verwerkt. Naspeuring in archieven bracht wel een oude steenoven enkele kilometers oostelijker, in het Munnikenland bij kasteel Loevestein, in de oostpunt van Gelderland aan het licht, maar (nog) niet een Werkendamse steenbakkerij.
Conclusie
Na een zoektocht langs diverse mogelijk, maar minder waarschijnlijk als correcte verklaring aan te merken ‘bak- en bakkerswoorden’ richtte zich de aandacht op steenbakkers.
Het blijkt dat al in 1410 Brabant, in het bijzonder het gebied bij de rij Hollandse steden langs de huidige Amer/Hollands Diep, gebruikmaakte van stenen uit het noorden. Na 1421, toen de Amer/Hollands Diep alles in hun omgeving ‘wegvraten’ moet het kleitekort er alleen maar gegroeid zijn. De Amer bevatte slib-arm water. Het beeld van een frequent gebruik van de Bakkerskil door schepen varend voor/met steenbakkers van de Hollandse IJssel is dan reëel. De etymologie van de Bakkerskillen in Krimpen en bij Werkendam zou dan identiek kunnen zijn: killen bevaren door veel steenbakkers. Waarbij de mogelijkheid bestaat dat het zowel schippers met stenen uit Holland waren als stenen uit de onbekende, maar op een oude kaart voorkomende Werkendams steenoven aan de monding van de Bakkerskil.
Toegift
Als toevoeging voor de aardigheid nog het volgende. Van een Werkendams historicus kreeg ik het verhaal dat Dordt met zijn stapelrecht niet blij was met de Bakkerskil. De Bakkerskil werd gebruikt om letterlijk de Dordtse tol te omzeilen. Het stapelrecht veranderde nogal eens en gold bijvoorbeeld vanaf 1355 voor vele producten (behalve wijn) die per schip langs Dordrecht kwamen. Het is een nader onderzoek waard of, wanneer en in hoeverre dit stapelrecht voor bakstenen gold. Er schijnt ooit nog een Dordts ‘oorlogsschip’ voor Werkendam gelegen te hebben om ‘omzeilers’ te grazen te nemen…. Nader onderzoek naar het stapelrecht van Dordrecht valt buiten het bestek van dit verslag, maar het zou wellicht mede kunnen verklaren dat de Bakkerskil voor steenbakkers zo populair was, populairder dan de Dordtse Kil… Uiteraard liep voor steden als Geertruidenberg de kortste route uiteindelijk na 1421 sowieso via de Bakkerskil, dus bepalend voor de etymologie van de Bakkerskil is dit nader onderzoek niet.
Met dank aan de discussie via de werkgroep naamkunde, in het bijzonder Karel Leenders en Jelle Vervloet.
Robert Kruzdlo zegt
Ik heb jaren gewoond in Catskill New York. Een oud Hollands dorp. De betekenis van ‘kill’ is geul. Ik heb dit van horen zeggen. In die geul werden walvissen gedumpt en bij laagwater in stukken gesneden.
https://www.etymologiebank.nl/trefwoord/kil1