Nene leert Nederlands
Waar je nooit iemand over hoort: dat je als vader ook veel leert over je eigen taal als je goed luistert naar je dochter. Bijvoorbeeld over het gebruik van de slot-n.
Na een toonloze e kun je de n over het algemeen wel of niet uitspreken: mensen zeggen lopen of lope, deken of deke. Het maakt niet zoveel uit welk van die vormen je kiest, maar wel belangrijk is dat je een goede mix maakt. Iemand die iedere slot-n uitspreekt klinkt stijf en kunstmatig, maar mensen die geen enkele slot-n uitspreken bestaan er vermoedelijk ook niet.
Wat de mix precies is, weet niemand, maar kinderen moeten dus op de een of andere manier zien uit te vissen dat je zo’n mix moet maken om een beetje aanvaardbaar te klinken voor andere Nederlandstaligen. Nene doet dat inmiddels uitstekend. Het valt niet mee om er de hele dag bij iemand op te letten – je moet de keuze dan ook om de haverklap maken – maar als ik af en toe, puur voor mijn eigen plezier, een steekproef neem, klinkt het allemaal heel aannemelijk.
Maar laatste viel me op dat ze de n altijd uitspreekt als ze iets met nadruk zegt, en dan met name als ze wil dat ik doe wat ze zegt: “Dat niet zeggen!”, “Even nadenken!”, “Je moet nu hierheen komen!”
Ik denk, nee ik weet, dat er mensen zijn die de n in zulke omstandigheden ook gerust weglaten, maar in mijn particuliere vorm van Nederlands doe ik dat niet. Nu goed op-lett-te, zelfs als ik het nu voor mezelf probeer, lukt het eigenlijk niet zonder aan het eind een ennetje erin te smokkelen. Ik denk dat het een tamelijk particuliere regelmaat is, al heb ik de indruk dat andere mensen ook minder geneigd zijn in zulke omstandigheden een n te zeggen.
En nu is er dus minstens één iemand op de wereld die het ook systematisch doet. Heb ik toch wat bereikt.
Zie ook dit stukje van Suzanne Aalberse over de nadruks-n.
Laat een reactie achter