Vorig jaar besloten de samenwerkende postbedrijven in Europa om voor 2022 een serie postzegels uit te geven rond het thema ‘volksverhalen en mythen’. Op zichzelf is dat een wat vreemd thema want mythen zijn ook volksverhalen – het klinkt voor mij althans een beetje als het thema ‘voertuigen en fietsen’ of ‘huisdieren en katten’.
Maar afijn, elk land moest uitkomen met zijn meest beroemde volksverhaal… maar welk verhaal is dat dan specifiek voor Nederland? Die vraag kreeg ik vorig jaar voorgelegd door Post.nl.
Wat betreft mythen zijn we snel klaar voor Nederland: de oudste bewoners van ons land hebben ongetwijfeld wel verhalen gehad over Germaanse goden als Wodan, Donar en Freya (we danken aan hen nog de naamgeving van woensdag, donderdag en vrijdag), maar we hebben hun mythen niet overgeleverd gekregen in de volkstaal. Voor die volksverhalen moeten we grotendeels leentje-buur spelen ergens tussen Duitsland en IJsland. Maar waar alle stammen in onze rivierdelta precies in geloofden en wat ze vertelden, weten we niet. Grote kans dat elke stam weer wat anders geloofde. In het oosten van het land werd Saxnot kennelijk aanbeden, want in een doopgelofte uit de achtste eeuw moesten de ‘heidenen’ hem afzweren.
Eigenlijk de enige (enigszins bekende) godin die we wel ‘Nederlands’ zouden mogen noemen, wordt aangetroffen in Zeeland, nabij Domburg en Colijnsplaat: Nehalennia. De votiefstenen voor deze godin zijn rond de derde eeuw in zee gekieperd, maar kwamen later in de sleepnetten van vissers weer naar boven. De inscripties waren toen al in het Latijn, dus het zal gegaan zijn om een stam geromaniseerde Germanen (of Kelten). Dankzij de stenen weten we hoe Nehalennia werd voorgesteld: we zien de zee-godin uit een bootje stappen. Naast haar staat een hondje, die blijkbaar Trouw uitbeeldt. In haar handen draagt Nehalennia een mand met vruchten, voornamelijk appels. Soms wordt de godin afgebeeld zittend op een troon. Waarschijnlijk was Nehalennia een godin van vruchtbaarheid en voorspoed, waarschijnlijk ook de beschermvrouwe van zeevarenden en handelaars. Maar specifieke mythen over haar zijn niet overgeleverd. We weten zelfs niet zeker of het om één godin gaat, of om een groep godinnen (haar naam staat in het Latijn soms in het meervoud). Goed, hier hebben we dus in elk geval een ‘Nederlandse’ godin, maar wie kent haar nu nog? Nehalennia op een postzegel zetten zou thans vele wenkbrauwen doen fronsen. Exit ‘Nederlandse’ mythen dus.
Typische Nederlandse sprookjes dan? vroeg Post.nl. Welke dan? Roodkapje, Assepoester, Sneeuwwitje, Hans en Grietje, Repelsteeltje, Raponsje… al die sprookjes zijn zo internationaal als de neten, en Duitsland zou die sprookjes dankzij verzamelaars als de gebroeders Grimm nog eerder mogen claimen dan Nederland. Wij hebben wel een paar typisch Nederlandse sprookjes, maar die zijn hier niet erg bekend, zoals het Friese sprookje over de boerderij die Sinteklazepleats heet.
De sage van Ellert en Brammert is nog wel wat bekender, maar toch vooral in Drenthe. De Witte Wievenkuil van Zwiep is voornamelijk in Gelderland bekend. De sage van het Solse Gat heeft vooral bekendheid op de Veluwe.
We kunnen inmiddels controleren wat men in andere landen heeft gedaan. Noorwegen heeft een bosnimf op de postzegel gezet. Zwitserland heeft een postzegel van een appel met een pijl erdoor, een duidelijke verwijzing naar de sage van Wilhelm Tell. België is gegaan voor de legende van Sint Hubertus. Frankrijk heeft gekozen voor de sagen rond de meermin Melusina (net als Luxemburg trouwens). Duitsland heeft uiteindelijk geopteerd voor het sprookje van de Drakendoder. Griekenland heeft de mythische Orpheus op de postzegel gezet. En Malta komt met een avontuur van Odysseus. Uit het complete overzicht blijkt dat veel landen komen met volksverhaalthema’s die nationaal beroemd zijn, maar buiten de landsgrenzen niet bijster bekend. Overigens mocht het Verenigd Koninkrijk niet meedoen vanwege de Brexit.
Van alle door mij gesuggereerde volksverhalen heeft Post.nl uiteindelijk gekozen voor het Vrouwtje van Stavoren, bekend in Friesland en de rest van Nederland, en niet alleen als sage maar ook als ballade. De site betuigt dank aan de volgende bronnen: “Digitaal Vrouwenlexicon van Nederland, Meertens Instituut, Nederlandse Liederenbank, Wikipedia”. Bij veel Nederlanders zal bij het horen van de titel ‘Het Vrouwtje van Stavoren’ een belletje gaan rinkelen, maar lang niet iedereen zal het verhaal volledig kunnen navertellen. Eerder nog zal het standbeeld in de haven van Stavoren bekend zijn, van de middeleeuwse vrouw die over de voormalige Zuiderzee tuurt. Ik denk dat dit volksverhaal en lied voor Nederland de beste keuze is geweest.
harryreintjes zegt
Hoe obsoleter en oninteressanter kan een onderwerp als postzegels zijn in het tijdperk van appjes, sms’jes en e-mails en alle andere social media? Behalve dan de sagen, mythen, sprookjes en (volks)verhalen die hiermee opgerakeld worden!!!! Leuk!!!
W.J.J. Pijnenburg zegt
In tegenstelling tot je bewering dat de Germaanse namen voor de dagen van de week, samengesteld zouden zijn met de namen van de genoemde Germaanse goden, wil ik je er in alle bescheidenheid op wijzen, dat dit slechts indirect waar is. Deze namen zijn samengesteld met de namen van de planeten mars (thiwaz), mercurius (wodan), iupiter, iovis (thunar) en venus (freija) in aansluiting bij de hemellichamen in zon(dag) en maan(dag).
W.J.J. Pijnenburg
Klaas A.D. Smelik zegt
Wat de auteur vergeet te vermelden is dat het verhaal van het Vrouwtje van Stavoren een Griekse voorloper (of is het een inspiratiebron?) heeft: het verhaal over de ring van Polycrates van Samos, overgeleverd bij Herodotus.
Klaas A.D. Smelik
Theo Meder zegt
Wie meer wil weten: https://www.verhalenbank.nl/items/show/51097