Ik wil maar zeggen de schrijver
van dingen die we allang weten
is geen genie toegegeven
maar voor de genialiteit van de lezer
sta ik ook niet in.
*
Rechtvaardiging van publikatie
kan zijn dat men geweldig vindt
wat men schrijft maar ook
niet geweldig genoeg om ’t achter te houden.
*
Waar zijn de zweren toch van opa,
de pest, het pootje en de pokken
en waar, o waar zijn heengetrokken
de lepra en de cholera?
Waar, tussen welke bleke rozen
schuilen sifilis en tuberkulose?
Laat ons vooral raketten kopen
met radioaktiviteit, napalm en fragmentatiebommen
en kleine snelle projektielen
met een gekonsentreerde lading
van zeer originele mikrobetjes
ter verrijking van het aanbod op onze schrale marktjes
met hun miezerige kankertjes en hartinfarktjes.
*
Pas op, wij zijn de paranoia-lijders
die klaar staan om de andere paranoialijders
uit te roeien.
Helaas, wij moeten wel: zij zijn zo slecht.
*
Slimpie, een denkende dichter,
toen hij 5 was:
‘niets is iets, maar iets is echt iets’;
toen hij 10 was:
‘niets is echt’;
15:
‘iets is niet echter dan niets,
echter niets is echter dan niets
en niets echter dan iets, echter
iets is niet echter dan niets’;
20:
hij herlas zijn oeuvre en trad in de echt.
*
Deze bescheiden man, zeer ingenomen
met zijn onzelfingenomenheid
bloosde toen iemand hem prees
en zijn ogen smeekten: ga door.
*
Rampzaligheid is rampzalig
denken erover geeft een klein beetje verlichting.
*
Dat de voorjaren door zullen gaan
ook zonder mij vind ik een prettige gedachte
terugkerend loof bloeiende heesters
20 of zelfs 30 c.m. groei in de zomer
het is een grappig exkuus van de natuur
het maakt niet alles goed natuurlijk niet
maar het is niet niks.
Als je iets met de taal wil doen
moet je oppassen
voordat je ’t weet doet de taal iets met jou
mijd daarom als de pest,
hopeloos eigenwijze gesprekspartner,
de dichtkunst.
H.A. Gomperts (1915-1998)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter