Sonnet
Sponsae aeternae*
Ik weet dat gij mij nog verschijnen zult,
Zo zeker als de bloemen wederkomen:
Der dingen dove dek hebt gij genomen,
Het donkre leven dat de steden vult,
De winterwind die klaagt door dorre bomen,
Ten sluier die uw eeuwge glimlach hult…
Ik zou gelukkig zijn, als slechts geduld
De slaap kon vinden om van u te dromen…
Een prins, te vroeg ontwaakt in wintermorgen,
Dwaalt als een vreemde door zijn kille huis
Tussen de trage slaven die bezorgen
Huns heren dag met onbeheerd gedruis, —
Zó moet ik waken tot gij wederkomt
En u nog eens in mensenaanschijn momt.
P. C. Boutens (1870-1943)
- Sponsae aeternae – Aan de eeuwige bruid
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter