Behalve dat ze ooit samen optraden, hebben Remco Campert en Bart Chabot nóg iets gemeen, namelijk dat ik geen kwaad woord over hen kan horen, laat staan schrijven. Ik weet dat ik als aanstormend literatuurliefhebber ergens in 4VWO een VPRO-uitzending zag waar de toen ook aanstormende Chabot ‘De Dag Dat De Derde Wereldoorlog Ook Aan Ons Land Niet Onopgemerkt Voorbijging’ voordroeg. Dat was een wauw-moment voor een zestienjarige. Dat poëzie dus niet alleen dat fulpen gezwijmel van Bloem (J.C.) was, uit een stoffige (letterlijk) grijze anthologie van mijn moeder, maar iets wat sprekend leek op de punk en wave die ik op mijn kamertje luisterde. Kort erna gaven de ouders van mijn toenmalige vriendin me een net verschenen bloemlezing, waarin Chabots gedicht ook stond, tussen werk van allerlei andere ernstige literaire schrijvers – en toen wist ik definitief dat literatuur nog leuker was dan ik al dacht.
Wat ik in de decennia die volgden meekreeg van Chabot, maakte niet dat ik de neiging had enthousiast fan te blijven. De hagiografische reeks over Herman Brood, een boek over z’n ziekte, een boek over z’n vader, gelul op teevee. Voor alle zekerheid maar niet gelezen en steeds snel de teevee uit, want, hé tis de Chabot die mij mede definitief leerde lezen.
Remco Campert is vergelijkbaar, maar vergaander als invloed op mijn wording tot lezer. Ik herinner me dat ik in diezelfde tijd als scholier op een zonnige late-lentemiddag in het Valkhofpark in één ruk Het leven is vurrukkuluk uitlas, dat ik net geleend had in de Openbare Bibliotheek, pál tegenover het park. Ik was acuut een adept. In geen tijd las ik alles wat er aan proza van Campert voorhanden was in de bibliotheek.
Belangrijker nog was dat Campert als echte stepping stone fungeerde naar de poëzie: van iemand die zo proza schreef wilde ik meer weten. Hij bleek dus ook zo’n ‘vijftiger’ te zijn, maar veel transparanter en vooral aangrijpender dan die aanstellerige lucebert die we in de klas moesten lezen. Als de kaars van Johan Derksen inmiddels is verjaard, kan ik nu ook wel bekennen dat ik bij Boekhandel Kloosterman te Nijmegen Camperts verzamelbundel Alle bundels gedichten onbetaald in de speciaal voor flessen wijn geprepareerde zak van mijn leren jas heb laten verdwijnen en zo mijn eerste eigen (nou ja) dichtbundel in huis haalde. (Karma: ik leende hem later uit en kreeg hem nooit meer terug.)
De echte liefde voor Campert bleef tot Sombermans actie, het Boekenweekgeschenk uit 1985, dat ik erg mooi vond. Daarna begon in mijn herinnering het columnistengedoe met Tot zoens en zo, en was mijn belangstelling over.
Ik werd ouder en Campert ook.
Zijn laatste stukjes in de Volkskrant vond ik vaak over de rand van onverdraaglijk en las ik steeds minder. Maar/want iemand die zo van belang is geweest voor je groei als literatuurliefhebber, val je natuurlijk niet af.
Right or wrong: my Campert!
Jan-Willem Swane zegt
Heel herkenbaar, de verpletterende indruk van het optreden van Bart Chabot.
Remco Campert leerde ik kennen door zijn feuilleton voor de VPRO-radio, De Harm & Miepje Kurk Story. Al net zo grappig en indrukwekkend. https://www.vpro.nl/programmas/remco-campert/luister/luister/harm-en-miepje-kurk-story.html