Verhalen over ‘needle spiking’ waarschuwen voor de gevaren van het uitgaansleven
In de lente van 2022 gaan er in Nederland verhalen rond over ‘needle spiking’: mensen, en met name jonge vrouwen, worden in het uitgaansleven geprikt en gedrogeerd met injectienaalden. De bewijzen dat dit werkelijk op grote schaal gebeurt, zijn uiterst schaars: camerabeelden leveren niets op, drugstests evenmin, en de politie heeft nog geen daders aangehouden. Op één na dan: in juli is een 31-jarige man uit Georgië zonder vaste woon- of verblijfplaats veroordeeld tot vijf maanden celstraf voor ‘needle spiking‘ op een dancefestival in Den Haag. De man, een verslaafde die de daad overigens ontkent, zou een vrouw in haar been hebben gestoken met een drugsnaald. Het slachtoffer had niets gemerkt, maar omstanders hadden het zien gebeuren. Het incident vond plaats ruim een maand nadat de verhalen over ‘needle spiking’ al circuleerden, en het lijkt hier te gaan om een fenomeen dat in het volksverhaalonderzoek ‘ostension’ wordt genoemd: virale verhalen die uiteindelijk inspireren tot gedrag of actie.
Ostension
Een klassiek geval van ‘ostension’ is beschreven door de antropologen Linda Dégh en Andrew Vázsonyi en betreft een moord tijdens Halloween in de VS (Journal of Folklore Research 20 (1983) 1, pp. 5-34). Rond Halloween circuleerden traditioneel de nodige griezelverhalen – dat hoort nu eenmaal tot de folklore. Eén van die verhalen ging over vergiftigd snoep: kinderen zouden tijdens trick-or-treating vergiftigd snoep hebben gekregen van een vreemde, en zijn overleden na consumptie ervan. Dit al langer circulerende griezelverhaal inspireerde Ronald Clark O’Brian in 1974 tot het volgende: nadat hij levensverzekeringen had afgesloten voor zijn zoontje en dochtertje, gaf hij ze zelf met cyanide vergiftigd snoep tijdens Halloween, erop rekenend dat een onbekende dader de schuld wel zou krijgen. Zoontje Timothy at van het snoep en overleed, dochter Elizabeth bewaarde het snoep en overleefde. De kwade opzet van Ronald O’Brian (die al snel de Candy Man werd genoemd) kwam na onderzoek van politie en justitie aan het licht en hij kreeg de doodstraf.
Bij het ontstaan van verhalen denken we vaak dat het als volgt gaat: er gebeurt iets, en dan ontstaan daar verhalen over. Maar bij ostension is precies het tegenovergestelde het geval: er circuleren al verhalen en die inspireren mensen later tot bepaald gedrag. Dit gebeurt vaker dan we denken. Ons hoofd zit vol met verhalen en daar acteren we naar: niet onder een ladder doorlopen, voorzichtig zijn op vrijdag de dertiende, oppassen als een zwarte kat je pad kruist, voorspoed verwachten als je een klavertje vier vindt, afkloppen moet op onbewerkt hout, de geest van Charlie Charlie kun je oproepen met twee potloden, en met Halloween schrik hebben voor horrorclowns.
Needle spiking
Terug naar het verhaal van de ‘needle spiking’, dat in de lente in de Lage Landen viraal ging. Globaal verloopt het verhaal aldus: tijdens het uitgaan, vaak op een feest of festival, wordt iemand niet lekker. Het overkomt in de meeste gevallen jonge vrouwen. Soms hebben de slachtoffers daadwerkelijk een prik gevoeld, in andere gevallen wordt pas de volgende dag een prikgaatje op het lichaam gevonden. Uitgangspunt is dat er daders rondlopen met injectienaalden die mensen prikken om ze te drogeren. Hiermee kan het onwel voelen worden verklaard, zoals: flauwvallen, verwarde spraak, het uitvallen van zintuigen, niet meer kunnen lopen en een algehele verwarde toestand.
De verhalen bevatten doorgaans enkele problematische elementen die hier kort besproken worden.
1. Waar en wie zijn de daders?
Van ‘needle spiking’ werd bericht in de media, en in veel gevallen ook aangifte gedaan, in Venlo, Kaatsheuvel, Doetinchem, Amsterdam, Alkmaar, Borger, Heerenveen, Groningen en Den Haag, en in Vlaanderen onder meer in Mechelen en Hasselt. Zoals hierboven vermeld is er in Den Haag een junkie opgepakt en veroordeeld, maar hij kan moeilijk verantwoordelijk worden gehouden voor alle incidenten. Volkomen terecht neemt de politie steeds het zekere voor het onzekere, maar onderzoek heeft verder nergens tot aanhouding van daders geleid. Op beveiligingscamera’s worden geen verdachten gezien. Slachtoffers noch omstanders hebben daders waargenomen. Is er sprake van een injectiebende? Dat klinkt tamelijk onwaarschijnlijk.
2. Welk motief hebben de daders?
Wat de politie wel weet, is dat op drogeren meestal een vervolgdelict volgt. Vaak een zedendelict. Vrouwen worden gedrogeerd om vervolgens seksueel misbruikt te worden. Het bekendste concrete geval is Bill Cosby, die voor herhaalde drogering en verkrachting is veroordeeld. Zijn methode was ‘drink spiking’: met drugs in hun drankje maakte hij vrouwen willoos waarna hij ze seksueel kon misbruiken.
In vrijwel alle Nederlandse gevallen van ‘needle spiking’ ontbreekt er een vervolgdelict (er is één claim van beroving). Niemand heeft aangifte gedaan van onzedelijke handelingen of daden. Kennelijk hebben de daders van ‘needle spiking’ meestal geen ander doel voor ogen dan mensen voor de lol (?) onverhoeds prikken met een (injectie)naald. Een ander motief zou dus beroving kunnen zijn. Bij de enige gepakte dader uit Georgië ontbrak een vervolgmisdrijf.
De slachtoffers komen gewoon weer thuis en vinden in bepaalde gevallen pas later een prikgaatje, een schaafwond of een blauwe plek. Maar 1 + 1 is niet altijd 2. Je onwel voelen tijdens het uitgaan en een klein wondje op je lichaam vinden, hoeven niets met elkaar te maken te hebben. Het is louter het al bestaande verhaal dat een causaal verband legt, een verhaal dat veel mensen momenteel tussen de oren hebben, en dat maakt dat mensen twee losstaande feiten met elkaar in verband gaan brengen.
In 1954 ging aan de Amerikaanse westkust het gerucht dat minuscule putjes in de voorruit van de auto het gevolg waren van de fall-out van atoomproeven. Steeds meer mensen onderwierpen hun voorruit aan een nadere inspectie, en moesten constateren dat er inderdaad kleine gaatjes in zaten: fall-out van een waterstofbom die kort daarvóór was ontploft op de atol Bikini! Hadden ze kort vóór de kernproef net zo secuur naar hun autoruit gekeken, dan hadden ze de gaatjes óók gezien, veroorzaakt door kleine steentjes op de snelweg (Peter Burger: De jacht op de Veluwepoema, 2006, pp. 26-28). 1 + 1 is niet altijd 2.
3. Wat is de slachtoffers overkomen?
Geen zedenmisdrijf. Wel worden alle slachtoffers op de één of andere manier onwel. Ze krijgen voor kortere of langere tijd een black out, vallen flauw, kunnen niet goed meer horen, zien, praten, staan of lopen, ze raken benauwd, duizelig of misselijk en moeten soms braken. Soms is het slachtoffer een man, maar in de meeste gevallen gaat het om jonge vrouwen van rond de 20 jaar oud. Bij toxicologische tests worden geen sporen van drugs aangetroffen (al kunnen de tests te laat zijn afgenomen bij drugs die snel uitwerken). Gevallen van ‘needle spiking’ worden bij uitstek vastgesteld op plekken waar veel mensen bij elkaar zijn.
4. Waar vinden de incidenten plaats?
Op drukke tribunes, tijdens feesten en festivals en in vaak overvolle horecagelegenheden. Laten we vaststellen dat ‘needle spiking’ niet voorkomt als men in het park een flesje water drinkt, als er koffie wordt genuttigd tijdens de pauze van een klassiek concert, of als er een kopje thee wordt gedronken op een terras. Slachtoffers worden bij uitstek onwel op plaatsen waar (veel) alcohol wordt geschonken. Alle symptomen van onwel worden, van misselijkheid en evenwichtsverlies tot black out, passen welbeschouwd goed in het patroon van alcoholconsumptie. Niet dat dit altijd de verklaring is. Tijdens het Hasseltse tienerfestival We R Young werden niet minder dan 22 meisjes onwel door vermeende ‘needle spiking’, en we kunnen er in dit geval van uitgaan dat de kinderen niet dronken waren. Bloed- en urinetests leverden dan ook niets op: geen alcohol, drugs, medicijnen of andere toxische stoffen. Bij de eerstehulppost constateerde men vooral één oorzaak: hyperventilatie. Met andere woorden: nadat één of twee meisjes op het festival zich niet lekker voelden, zorgde het gerucht van ‘needle spiking’ voor zoveel nerveuze en angstige spanning dat veel meiden aan het hyperventileren sloegen.
5. Hoe gaat dat injecteren?
Laten we er toch nog even van uitgaan, dat er daders rondlopen met gevulde injectienaalden die slachtoffers willen drogeren. Hoe werkt dit dan precies?
Om te beginnen het prikken zelf. Het is helemaal niet zo makkelijk om een naald effectief door kleding heen te steken. Er is immers geen enkele dader die het slachtoffer vraagt om even de mouw op te stropen. Nogal wat slachtoffers zeggen de prik helemaal niet gevoeld te hebben, en pas de volgende dag een prikgaatje op het lichaam te hebben gevonden. Het is nogal een Star Trek-fantasie om te denken dat een injectie “psssshhh” gevoelloos met een hypospray gegeven kan worden. Iedereen die injecties heeft gehad tegen corona, of die een verdoving heeft gekregen in de tandartsstoel, weet uit ervaring dat je een prik echt wel voelt, dat het injecteren van stoffen meerdere seconden duurt, en dat je goed stil moet zitten. Wie in een horecagelegenheid onverwachts een injectienaald in het lichaam voelt, zal in een reflex wegspringen en omdraaien om te zien wat er gebeurt. Omdat injecteren van een stof eventjes duurt (in vetweefsel of spier; ongezien spuiten in een ader is compleet uitgesloten), moeten ook omstanders zien wat er gaande is. In de verhalen blijft de dader vrijwel steeds onzichtbaar.
Door de kleding heen prikken vereist een dunne naald. Dat kan niet bij het injecteren met bijvoorbeeld GHB (dat bij ‘drink spiking’ vaak in drankjes terecht zou komen en een effectief drogeermiddel is). GHB is een dikke substantie en vereist een dikke naald: de injectie zal zeker voelbaar zijn. Deskundigen vragen zich af welke vloeibare (designer)drug eventueel geschikt zou zijn voor ‘needle spiking’, maar ze zijn nog niet met een antwoord gekomen.
6. Kan dit op zoveel plaatsen achter elkaar gebeuren?
Dit is niet waarschijnlijk. Eerder dan een bewijs voor een virale misdaad, zijn de ‘needle spiking’ geruchten een bewijs voor een viraal verhaal – en voor een latente angst of een morele paniek. Van mond op mond, via sociale media, via krant en televisie verspreidt het verhaal zich als een olievlek, en boezemt mensen (logischerwijs) angst in. Dat is immers de kracht van een succesvol griezelverhaal. Maar er waart geen injectiebende rond in Nederland die overal slachtoffers maakt.
Vanaf 2003 bereikte Nederland het verhaal over de Smileybende: overal en nergens zouden allochtone jongens ‘s nachts meisjes lastig vallen en hun mondhoeken opensnijden. Wederom deed de politie plichtsgetrouw onderzoek en vond: geen slachtoffers, geen daders.
In 2016 en 2018 doken overal en nergens enge killerclowns of horrorclowns op: geen slachtoffers, geen daders. Ja, één man in Rotterdam liet zich door het gerucht inspireren en liep rond verkleed als clown en met een groot mes. Hij werd door de politie gearresteerd.
Door de media en rondzingende geruchten meende heel Nederland in de zomer van 2005 dat er een poema op de Veluwe rond liep. Het jachtseizoen werd geopend maar het bleek om een grote dikke kater te gaan: exit Winnie de Poema.
Rond de eeuwwisseling ging het hardnekkige gerucht dat in shoarmazaken in allerlei plaatsen in Nederland gemasturbeerd werd in de knoflooksaus. De Keuringsdienst van Waren heeft nooit één geval kunnen ontdekken.
Verhalen willen nog wel eens hardnekkig rondgaan omdat ze op enigerlei wijze een open zenuw raken – of het nu gaat om moslims, Marokkaanse jongeren, gevaarlijke exoten, of een griezelfilm die opnieuw wordt uitgebracht (It). Of om te waarschuwen voor de gevaren van het uitgaansleven…
7. Welk traject heeft het verhaal afgelegd?
Het traject waarlangs dit verhaal tot ons is gekomen, vertoont een patroon, al is dit natuurlijk maar circumstantial evidence. Toch moet het wel genoemd worden. Het verhaal over ‘needle spiking’ is vrij duidelijk een opvolger van het al langer bestaande verhaal over ‘drink spiking’. In dit verhaal moeten vrouwen oppassen dat er niet ongemerkt drugs in hun drankje wordt gedaan. Het idee is dat hier de methode wordt toegepast die Bill Cosby ook gebruikt heeft. Het gerucht is begonnen in de UK, en vele honderden vrouwen hebben er aangifte van gedaan, vooral omdat ze symptomen ervoeren van misselijkheid, duizeligheid, moeilijk praten of lopen, uitval… Feitelijk alle symptomen die we bij ‘needle spiking’ ook weer aantreffen. Het is inmiddels zover gekomen dat vrouwen viltjes op hun glas leggen om te voorkomen dat er iets ingegooid kan worden. Bij toiletbezoek wordt een vriend of vriendin gevraagd om op haar drankje te letten. Brits horecapersoneel heeft instructie gekregen om beter op te letten.
De Britse politie en een speciaal onderzoeksteam heeft uitgebreid onderzoek gedaan en geen serieuze, uitgebreide bewijzen voor ‘drink spiking’ en ‘needle spiking’ gevonden. Een citaat uit het rapport van april 2022:
No-one knows how prevalent spiking is, whether by drink, drug or needle, and no-one knows what causes perpetrators to do it. Anecdotal evidence suggests the practice is widespread and dangerous, and that many people, particularly young, particularly women, are affected by it and are afraid they will be spiked on evenings out. An absence of accurate data makes it impossible, however, to judge accurately just how widespread, how dangerous spiking is. Policy initiatives to reduce both spiking and the fear of it cannot be well-founded or well-targeted without reliable evidence.
Aanwijzingen voor overmatig drankgebruik en coma zuipen bestaat overigens wel. Ook onder vrouwen. Zo’n uitkomst is echter geen welkome boodschap. Liever dan te horen dat de schuld ligt bij je eigen drinkgedrag, horen mensen dat ze het onschuldige slachtoffer zijn van andermans boze opzet. Slachtoffers kunnen immers rekenen op sympathie en medelijden.
De verhalen over ‘drink spiking’ zijn dus begonnen in de UK, zijn vervolgens het Kanaal overgestoken, hebben zich verspreid van Frankrijk naar België en zijn vervolgens hun zegetocht over Nederland begonnen. Het fenomeen ‘needle spiking’ heeft hetzelfde traject afgelegd. Het verhaal verspreidt zich als een virus van de ene gemeenschap naar de volgende, zolang het verhaal levensvatbaar blijft.
Ook het verhaal van de Smileybende kende vrijwel hetzelfde traject. Het begon in Schotland, waar het verhaal over het opensnijden van mondhoeken nog over voetbalhooligans ging. Het verhaal zakte af naar onder meer London, waar de criminele methode onder andere aan de IRA werd toegeschreven. Het verhaal stak het Kanaal over en in Frankrijk kreeg het een racistisch trekje: de daders zouden Noord-Afrikanen zijn. Het verhaal kwam vervolgens in Wallonië aan en in Brussel wisselde de taal waarschijnlijk van Frans naar Vlaams. Het verhaal over de Engelenlach, zoals het in Vlaanderen heette, deed het vooral goed in studentensteden, en vervolgens zagen we het verhaal golfsgewijs over Nederland gaan, van Noord-Brabant tot Groningen. Nogmaals, het traject hoeft niets te bewijzen ten aanzien van de aard of het waarheidsgehalte van een verhaal, maar niettemin zien we wel een gelijkaardig patroon optreden.
8. Hebben we prikangst?
Jazeker, al ruim een eeuw. Meest recent waren mensen om uiteenlopende redenen bang voor de coronavaccinaties en -boosters. Deels kwam de angst voor de prik van de naald, maar deels vanwege de inhoud van de spuit, die ziekmakend of zelfs dodelijk zou zijn. Aan het eind van de 20e eeuw bestond er angst voor de overal rondslingerende injectienaalden van met AIDS besmette drugsverslaafden. De naalden lagen in afvalbakken en speeltuintjes waar mensen en kinderen erin konden grijpen, maar ze konden volgens de verhalen ook bewust zijn aangebracht in trapleuningen of bioscoopstoelen, met de bedoeling om mensen opzettelijk te besmetten.
Volksverhaalonderzoeker Peter Burger wijdde in zijn proefschrift Monsterlijke verhalen (2014) twee hoofdstukken aan het onderwerp ‘Gedrogeerd en misbruikt’ en ‘Bedwelmd in de bioscoop’ (pp. 119-164). Hij haalt nog weer oudere gevallen aan, onder andere ten tijde van de grote vrees voor de blankeslavinnenhandel, toen men meende dat jonge vrouwen met drankjes en injectienaalden werden gedrogeerd, ontvoerd en als seksslaaf verhandeld. De onderliggende boodschap van die verhalen was destijds dat jongejuffers vooral veilig thuis moesten blijven, en niet zelfstandig en vrijgevochten op avontuur moesten gaan.
Waarheid en functie
De huidige verhalen over ‘needle spiking’ in Nederland zullen voor het overgrote deel vallen in de categorie angstgeruchten en morele paniek. Dat de verhalen misschien niet waar zijn, betekent nog niet dat de verhalen geen functie vervullen. Want een waarschuwende functie hebben ze wel degelijk. Het ‘needle spiking’-verhaal laat op metaforische wijze zien dat met name het (nachtelijke) uitgaansleven voor jonge vrouwen niet zonder gevaren is, en dat ze steeds op hun hoede moeten zijn. Er kunnen altijd gevaarlijke, jagende mannen op de loer liggen. Zo’n morele boodschap kan wel een prikke(le)nd verhaal gebruiken om indruk te maken.
Erwin Mantingh zegt
Prachtstuk, dat de kracht van verhalen demonstreert en zo het middelbaar onderwijs in kan als rijke tekst die bijdraagt aan bewuste geletterdheid. Verzoeknummertje: ik mis nog wel de uitleg en vertaling van de Engelse term ‘ostension’.
Theo Meder zegt
Het woord “ostension” is in het Engels terecht gekomen via het Latijn: “ostendere” = to show. Het woordenboek geeft als omschrijving: “an act or process of showing, pointing out, or exhibiting”. Ik meen dat het begrip eerst werd gebruikt in de semiotiek, maar later is overgenomen door antropologen, vooral op het gebied van vertelcultuur. Het idee is dat bestaande sagen aan kunnen zetten tot bepaald gedrag of bepaalde handelingen. Bill Ellis vatte het ooit samen als: “legends we live”.
Theo Meder zegt
Ik hou me aanbevolen voor een Nederlandse term,,,