Ode op de paardetram & een dichteres
Wat was het Gooi fijn
in de tijd van de grote spoorwegstaking,
toen de paardetram nog reed
over de ’s-Gravelandseweg
met vaak Henriëtte Roland Holst
als passagier, één keer
zelfs met een knalrode vlieger
(waarop de gedurfde letters S.D.A.P.)
die zij op de wind liet rijden,
hobbelend langs zoogdieren
en 18e eeuwse buitens, langs
zonnewijzers en kwakende eenden
onder de a-politieke bomen.
Waaraan zal ze gedacht
hebben? Aan de opvoeding
van arbeiderskinderen? Aan Gorter?
Of misschien wel gewoon aan een nieuw
gedicht: woorden over vrijheid
die de feodale ideeën
schaakmat moesten zetten
als haar ondubbelzinnige
en futuristische vlieger,
die aangaf dat zij een vogel
van andere pluimage was
dan de notabelen en koetshuisbezitters,
die de twintigste
eeuw nog niet in hun
horloges hadden horen tikken.
Jaap Harten (1930-2017)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter