Deze video is gemaakt naar aanleiding van een onderzoek waaruit blijkt dat leerlingen vaker andere formuleerfouten maken dan ze op school in de les krijgen. Lees hier het gehele onderzoek van Jeroen, Steenbakkers, Jimmy van Rijt, Veerle Baaijen, Ninke Stukken en Kees de Glopper: Naar betekenisvol formuleeronderwijs: een kwestie van afstemming.
Jan Uyttendaele zegt
Zinvol onderzoek, dat hier duidelijk wordt samengevat. Maar de conclusies moeten in de eerste plaats geadresseerd worden aan de leraren en de schoolboekenmakers, en niet aan de leerlingen. Een tekst zou veel overzichtelijker en leesbaarder zijn dan deze video. Bovendien wil ik deze conclusies ook graag op papier hebben. Leerlingen hebben hier geen boodschap aan en als leraar voel ik me door deze video ‘de les gelezen’ en ‘geïnfantiliseerd’.
Joeri zegt
Zijn de onderzochte werkstukken geschreven voor of na de desbetreffende lessen Nederlands? In dat laatste geval kan dit verklaren waarom de gedoceerde formuleerfouten niet in de werkstukken zijn aangetroffen.
Jeroen Steenbakkers zegt
Bij ons onderzoek (waarover te lezen valt in het genoemde artikel) zijn teksten geanalyseerd van leerlingen uit klas 3 en 4 havo/vwo net voordat ze de lessenserie correct formuleren zouden krijgen.
Jan Uyttendaele zegt
Idealiter zouden lessen over formuleerfouten moeten plaatsvinden, nadat de leraar heeft geconstateerd dat de leerlingen die fouten ook echt maken. Het zou vanzelfsprekend moeten zijn, dat de leraar tijdens zijn correctie van de schrijfproducten lijstjes aanlegt van de gemaakte fouten, die fouten categoriseert en de concrete fouten van de leerlingen gebruikt als oefenmateriaal. Vroeger noemden we dat een les ‘opstelverbetering’: de leraar geeft klassikaal feedback, bespreekt de formuleerfouten en laat de leerlingen daarna zelf fouten corrigeren van medeleerlingen (zonder de naam te noemen van diegene die de fout gemaakt heeft). Dat lijkt mij een onmisbaar onderdeel te zijn van zinvol en efficiënt schrijfonderwijs.