Het boek EHBT. Eerste hulp bij taalkwesties van Miet Ooms staat voor alles waar ik tegen ben. Het omslag belooft ‘handige stappenplannen’, en die worden binnenin het boek vooral gegeven in de vorm van stroomdiagrammen zoals dit:
Het idee dat je problemen bij taalgebruik, of in dit geval spelling, zou kunnen oplossen door gedachteloos een schema in te vullen, lijkt mij om allerlei redenen verkeerd. Het versterkt het vreugdeloze gevoel dat taal een kwestie is van het opvolgen van suffe regeltjes en het toepassen vaan een aantal trucjes. Veel beter kun je iemand uitleggen hoe het zit zodat die persoon ook begrijpt wat ze doet. Dat geeft die persoon uiteindelijk meer bevrediging én een betere garantie op een goed resultaat.
Nu zou je kunnen zeggen: ja, maar dit is bedoeld voor beginners, mensen die zich niet willen verdiepen maar snel even een probleempje moeten oplossen. Ik snap dan niet waar zo’n beginner, die de regels voor werkwoordsspelling niet kent (iets dat wordt uitgelegd op de basisschool) bij zo’n plotseling opdoemende crisis ineens het boek EHBT. Eerste hulp bij taalkwesties vandaan tovert. Als dit soort schema’s gratis op internet werden verspreid, zou ik me er nog iets kunnen voorstellen, maar anders? Iemand weet niet of ze hij bedoelt of hij bedoeld moet schrijven, weet wél dat dit kennelijk een kwestie is, en bestelt in allerijl een boek met stroomschema’s bij de lokale boekhandel?
Recept voor ongelukken
En dan leent werkwoordsspelling zich nog voor vrij strakke regels. Maar de stroomschema’s worden ook gepresenteerd voor vraagstukken hoe je een tekst ‘levendig’ moet maken – dat lijkt me nu niet bepaald een EHBT-kwestie voor beginnende schrijvers, en het taalgebruik van de maker van dit boek zelf is in de stroomschema’s soms ook behoorlijk ingewikkeld: “Speelt degene die de handeling uitvoert, een relevante rol in de tekst?” Wie zo’n vraag kan beantwoorden lijkt me het stroomschema eigenlijk wel voorbij.
Veel kwesties zijn ook echt te complex voor stroomschema’s. Zo presenteert EHBT er een voor u of je. Het schema gaat dan vooral over zakelijkheid, formaliteit en vertrouwelijkheid. Wie voor een groep van onbekende volwassenen schrijft, gebruikt volgens EHBT ‘bij voorkeur’ u. Blijkens de voorbeelden die er gebruikt worden (‘U kunt de afvalkalender vinden op de website van uw gemeente’, ‘Ik schrijf u vanwege de interessante vacature op uw website’) gaat Ooms ervan uit dat je (!) schrijft namens of aan een professionele organisatie. Maar die hebben op dit punt allemaal heel verschillende huisregels! Dát lijkt mij dan ook een veel betere tip: zoek uit welke regels de organisatie hanteert, bijvoorbeeld door op hun website te kijken.
Wie klakkeloos u schrijft in een sollicitatiebrief kan een leuke baan bij een prettige club mensen mislopen. Juist de suggestie dat er hier ‘duidelijke regels’ gegeven kunnen worden lijkt me een recept voor ongelukken.
Absurd
Ronduit absurd wordt het waar zelfs zeer ingewikkelde taken zoals het bedenken van een socialemediastrategie in een stroomschema worden gevat. Wee de organisatie die op deze manier met de buitenwereld gaat communiceren! Of je voor ‘mensen ouder dan veertig’ op Facebook of Twitter post, hangt volgens EHBT af van de vraag of je je richt tot Belgen (Facebook) of Nederlanders (Twitter). Nergens wordt duidelijk waarop deze aanbeveling gebaseerd is: veel meer Nederlanders zitten op Facebook dan op Twitter (zie bijvoorbeeld hier). Het werkelijke verschil lijkt me nog altijd de verschillende relaties die je hebt op de twee netwerken: op Facebook is ‘vriendschap’ iets wederkerigs, op Twitter is het iets eenzijdigs. Met een verschil tussen landen heeft dat niets te maken.
Ik denk niet dat ik iemand voldoende zou vertrouwen om een gebroken arm te spalken wanneer zij alleen een EHBO-boekje met stroomdiagrammen bij de hand heeft. Op dezelfde manier is het niet raadzaam om iemand je talige communicatie te laten doen met alleen stroomschema’s in een EHBT-gidsje. Vooral niet de beginner waarvoor deze gids kennelijk bedoeld is. Daar komen brokken van.
Miet Ooms. Eerste hulp bij taalkwesties. Van Dale, 2022. Bestelinformatie bij de uitgever
WebredMiet zegt
Interessant om de mening te lezen van iemand die totaal buiten het doelpubliek van deze publicatie valt, zeker als diegene begint met ‘ik ben tegen alles waar dit boek voor staat.’ Waarom doet een mens zichzelf dit eigenlijk aan?
De afgelopen drie maanden heb ik gelukkig ook al reacties gekregen van mensen die wél tot de doelgroep behoren: administratieve medewerkers, docenten Nederlands, studenten, tot iemand met dyslexie toe. Die melden dat ze heel blij zijn met het boek, dat ze het nuttig en handig vinden en dat ze graag bij de hand houden. Dan heeft het zijn doel bereikt en dat is voor mij het belangrijkste. Dat daar meer ongelukken van zouden komen dan met de huidige taaladviesgidsen, durf ik te betwijfelen. Het zijn namelijk dezelfde adviezen.
Een goede raad voor iedereen die zich ergert aan taaladvies in stappenplanvorm: laat dit boek gerust links liggen. Dat bespaart je een hoop frustraties. En aan alle anderen: neem het boek eens zelf vast, blader erdoor en beslis dan voor jezelf of het iets voor jou is.
Renske zegt
Het boek is voor studenten Nederlands als vreemde taal enorm handig, en voor mij als hun docent. Ik denk dat de recensent voorbijgaat aan de vele verschillende soorten taalleerders/ mensen met taalvragen.
Marc van Oostendorp zegt
Het biedt schijnhandigheid, doordat het suggereert dat allerlei kwesties gemakkelijk kunnen worden opgelost. Het u/jij-schema suggereert inderdaad dat je nu eindelijk weet hoe het hoort, dus als je dat ziet als tweedetaalverwerver ben je blij. Maar vervolgens ga je voortdurend de mist in als je het probeert toe te passen.
Bart Severein zegt
“van” schrijf je niet met een dubbel a.
Eppo Schaap zegt
Ik denk bij één van de doelgroepen vooral aan buitenlandse instromers die de taal snel willen leren en de principes niet ‘op de basischool’ hebben meegekregen, en die ook geen tijd hebben om jaren op hun gemak Nederlands te studeren omdat ze gewoon moeten overleven in een voor hen nieuwe cultuur.
Marc van Oostendorp zegt
Die mensen komen in dit geval bedrogen uit, want er zijn geen gemakkelijke oplossingen en ze gaan dus allerlei fouten maken, juist door deze schema’s te volgen. (Ik vraag me overigens ook af waarom die mensen een sociale mediacampagne zouden willen beginnen.)
Frans Scheffers zegt
Marc schrijft: ‘Veel beter kun je iemand uitleggen hoe het zit zodat die persoon ook begrijpt wat ze doet. Dat geeft die persoon uiteindelijk meer bevrediging én een betere garantie op een goed resultaat.’
In de loop van de tientallen jaren dat ik eerst in het lbo/vmbo en daarna in het mbo werkte, heb ik steeds sterker ervaren dat zo’n uitleg bij de meeste/vrijwel alle leerlingen niet tot begrip leidt en dat een schema in ieder geval bij werkwoordspelling veel beter werkt. Dan wel een door mij samengesteld veel eenvoudiger schema dan in het genoemde boek.