In het in cultuur gebrachte deel van de Biesbosch ten westen van Werkendam lagen de gronden van een bekend geslacht akkerbouwers. Een deel van de in de Kooiwaard (zie kaart hieronder) gelegen gronden had een eigen (informele) naam: “Het Strooiestuk”. De familie wist niet waar de naam vandaan kwam. Hoe was men ooit aan die naam gekomen?
Kaart van het betreffende gebied in 1925. Linksboven ligt Dordrecht, rechts ligt Werkendam. De naam Dooijemanswaard beneden de Kooiwaard duidt op een kerkhof van voor de overstromingen van 1421 en daarop volgende jaren (Bron: Topotijdreis).
Analyse omgeving
Bij de verklaring van een veldnaam is het handig naar oudere kaarten van het perceel en zijn omgeving te kijken.
Op de kaart uit 1830 is een aantal opvallende zaken te zien. Wat ten eerste opvalt is het bestaan van een oude en een nieuwe Kooiwaard. De aanduiding kooi heeft betrekking op een eendenkooi. Waard heeft betrekking op een stuk op- of aangeslibd land. Een eendenkooi lag doorgaans op een stuk land dat nog niet of niet meer voor de “betere” landbouw geschikt was, zoals hier bij waarden-in-wording. De eendenkooi is hier blijkens de benamingen op de kaart verplaatst. Waarschijnlijk omdat het gebied van de oude eendenkooi op enig moment voldoende was opgeslibd om als akkerland in gebruik genomen te worden. De oude eendenkooi werd verplaatst naar een plek die op dat moment nog niet goed genoeg in cultuur te brengen viel als akkerland.
Wat ook opvalt zijn de gebogen lijnen in de Kooiwaard. Overal zijn de perceels- c.q. kadastrale grenzen rechte lijnen, ook in de Oude Kooiwaard, maar in de nieuwe Kooiwaard zitten gebogen lijnen. Waarom? Denkelijk omdat de inrichters van het gebied geen rechte lijnen konden trekken vanwege natuurlijke omstandigheden, zoals nog aanwezige kreekrestanten en restanten van de uitgegraven waterelementen van de eendenkooi.
Bij en na de inrichting van het gebied de (nieuwe) Kooiwaard zal men het hebben moeten klaarmaken voor akkerbouw door opvulling van lagere stukken en verdere egalisatie. Daarin zit de verklaring voor het woord strooien in de naam Het Strooiestuk. Strooien heeft in het verleden wel de betekenis gehad van ‘uitspreiden, effenen, gelijk maken’. In historische woordenboeken komt men ook het woord strooiaarde tegen. Dat is een soort ophooggrond, van modder en bijvoorbeeld bedorven stro of hooi: “Modder wordt ook wel met gekapt of ander stroo en bedorven hooi vermengd …, dit wordt ook over de wei- en akkerlanden gebragt, onder den naam van strooi- of pootaarde” (GTB Woordenboeken: MNW onder strooien 2). Boerenafval, zogezegd, dat gebruikt wordt als ophoogmateriaal fungeert hier als naamgever van een akker. Tegenwoordig heeft strooiaarde overigens de betekenis van vruchtbare, compostrijke aarde voor de bovenste laag in de bodem van sport- en recreatievelden.
Een verband met het woord stro (dat taalkundig wel verwant is met strooien) in de betekenis van het stro van graanteelt, ligt niet voor de hand. Men kan zich niet voorstellen dat het overal aanwezige bijproduct van graanteelt aan een perceel een onderscheidend karakter gaf.
Conclusie
De naam “Het Strooiestuk” zal men naar alle waarschijnlijkheid moeten verklaren uit het effenen en ophogen, mede met strooiaarde, van dit voormalige eendenkooigebied.
Toegift
Op dit moment zal men vergeefs op zoek gaan naar een akker met de naam “Het Strooiestuk”. Waar we het Biesboschgebied associëren met 600 jaar geleden verdronken dorpen, is “Het Strooiestuk” pas zo’n 10 jaar geleden verdwenen. De Noordwaard, het noordelijkste stuk Biesbosch waar de Kooiwaard onderdeel van uitmaakte, is toen teruggegeven aan de natuur. Dit vooral met als doel om de Merwede bij hoog water een snelle doorstroomroute naar het Hollands Diep te bieden.
Verder zoeken in de historische woordenboeken naar betekenissen van strooien: https://gtb.ivdnt.org/iWDB/search?actie=article&wdb=WNT&id=M067091.re.17&lemma=strooiaarde&domein=0&conc=true
Laat een reactie achter