Speel je even mee? Hieronder lees je een korte dialoog tussen twee halve bekenden. Jij mag in je hoofd aanvullen wat er op de stippellijntjes hoort te komen.
A Hey, bedankt zeg! Ik heb een nieuwe positie gekregen aan X en ben er helemaal zeker van dat jij daar voor iets tussenzit. Jij hebt vast een goed woordje gedaan!
B Proficiat! Wat fijn dat ze daar je kwaliteiten zien! Ik heb er wel zelf echt niets mee te maken, ik wist zelfs niet eens dat je er gesolliciteerd had.
A Oh, …………………………………
Zo, je hebt net deelgenomen aan een discourse completion task, een elicitatiemethode die vooral populair is bij onderzoekers uit de pragmatiek en interculturele communicatie. De taken bieden een stukje gesprek aan, en vragen aan de respondent om aan te vullen, in de hoop op die manier situationeel taalgebruik te kunnen ontlokken dat je via observatie minder snel in grote aantallen kunt opsporen. Beleefdheidsstrategieën zijn een goed voorbeeld: je wil graag weten hoe mensen hun dank uitspreken, hoe ze reageren op hoe iemand net z’n dank aan je heeft uitgesproken, of – zoals in het taakje hierboven – of en hoe ze hun dank intrekken wanneer die niet terecht blijkt. Met de discourse completion task kun je nagaan hoeveel variatie er bestaat binnen en tussen talen en culturen in hoe mensen zulke dankbaarheidsformules gaan uiten, terwijl je de context wel stabiel houdt.
Er zijn natuurlijk ook wel wat kritische reflecties te maken bij dit soort elicitatiemethodes: je geeft bepaalde situationele informatie (“dit is een korte dialoog tussen twee halve bekenden”) wel erg expliciet mee. Je vraagt mensen een mondelinge interactie in geschreven taal aan te vullen, en ook de aansluiting tussen wat mensen invullen in dit soort taak en wat in corpusdata wordt geobserveerd is niet altijd haarscherp. Toegewijde onderzoekers hebben dit punt al proberen op te vangen door mondelinge discourse completion tasks af te nemen in spontane interactie. Zo zag ik op een conferentie ooit een praatje van Markus Bieswanger die meer dan honderd voorbijgangers in Vancouver en New York had benaderd om hen telkens op dezelfde manier de weg te vragen. Eens de passant instructies had gegeven, zei hij “Thank you”. Het was hem daarbij dan te doen op het antwoord van de passant op zijn woorden van dank.
De antwoorden op de taakjes leveren ons inzichten op over beleefdheid, en koppelen steevast terug naar de face-theorie van Brown en Levinson (1987). Alle details achterwege gelaten: beleefdheidsformules zijn er vooral om face-threatening acts te verzachten of te vermijden. Wanneer we iemand verzoeken om iets te doen, doen we dat voldoende voorzichtig, met modale werkwoorden en vraagzinnen, zodat we de eigenwaarde van de toehoorder niet bedreigen. Wanneer iemand iets voor ons heeft gedaan, dan bedanken we die persoon om onze appreciatie te tonen en zo diens positieve zelfbeeld te versterken.
Een bijkomend nadeel van de discourse completion task is zo dat de respondent bij het invullen zelf mogelijk ook rekening houdt met face, en vooral sociaal wenselijke antwoorden geeft. Daardoor mis je als onderzoeker creatieve pareltjes, zoals het antwoord dat ik zelf van mijn persoon A kreeg op de levensechte situatie die ik hierboven heb voorgelegd. Toen ik zei dat ik niets te maken had met een vrolijk feit waar ik een hand in werd gedacht te hebben, kwam de reactie:
Oh, ok. Onbedankt dan.
Het antwoord nam me bij verrassing, en deed me gniffelen. Het was een mooi stuk creativiteit in (semi-)professionele communicatie. Het sluit aan bij Peter McGraws definitie van humor als benign violation. Bert Oben vat het principe van benign violation in een recente bijdrage aan Karakter samen als “wat ontstaat wanneer een situatie gelijktijdig wordt gepercipieerd als een schending van de regels – moreel, cultureel, sociaal, taalkundig – en als goedaardig.”
Het antwoord van persoon A voelde tegelijk prettig, maar toch ook als een inbreuk op de conversationele normen. Het liet me overwegen wat die conversationele normen dan eigenlijk zouden zijn. Je dank zo letterlijk terugtrekken als Persoon A deed is wellicht toch te face-threatening om onze nieuwe norm te worden. Wat dan wel… We hebben immers geen woord in de taal voor dit soort ontdanking. Mijn inschatting zou zijn dat wie deelnam aan mijn kleine taakje hierboven, eerdervia toch bedankt de face van z’n toehoorder wilde beschermen.
En zo… Alvast bedankt om te lezen.
Verder lezen?
- Toelichting bij de discourse completion task vind je onder andere in Emma Sweeney & Zhu Hua, 2015, Discourse Completion Tasks, in Zhu Hua (red.), Research Methods in Intercultural Communication: A Practical Guide, 212-222, Oxford: Wiley Blackwell. Zie ook zowel de bijdrage van Klaus P. Schneider als die van Eva Ogierman aan Methods in Pragmatics, 2018, geredigeerd door Andreas H. Jucker, Klaus P. Schneider & Wolfram Bublitz (Mouton De Gruyter).
- Het stuk van Markus Bieswanger verscheen in Multilingua: Bieswanger, M. 2015. Variational pragmatics and responding to thanks – revisited. Multilingua 34, 4, 527-546.
- Het oerwerk in politeness theory is Brown, P. & S.C. Levinson, 1987, Politeness: Some Universals of Language Use. Cambridge: CUP.
- Het populariserend stukje van Bert Oben, “Humor als benign violation: grappig zijn vosltaat niet voor humor in professionele communicatie”, vind je in Karakter – tijdschrift voor wetenschap 80, pagina’s 16-18. Hij bespreekt er twee boeken van Peter McGraw, onder andere Shtick to Business: What the masters of comedy can teach you about breaking rules, being fearless, and building a serious career. Carson City, Nevada: Lioncrest Publishing, 2020.
erik+harteveld zegt
The answer took me by surprise as well!
Arno. zegt
Ik bleef ook al hangen bij die formulering ‘nam me bij verrassing’. Wel heel duidelijk een uitdrukking woordelijk uit het Engels in het Nederlands overgezet. Maar misschien is dit ook wel een of andere test task van Eline, kijken hoe mensen erop reageren. Pas maar op met die wetenschappers en hun little vipers under the grass. …
Eline Zenner zegt
Eline had hier gewoon last van interferentie vanuit de Engelstalige bronnen die ze had gelezen. Geen man overboord.