•• Twee gedichten uit Ten minste houdbaar tot, de nieuwe bundel (met ook foto’s) van Jana Arns.
Rooilijn
In de herfst rapen we bladwijzers,
plaatsen ze tussen de verzwaarde dekens
van onze nachtelijke gesprekken.
Er heerst lover’s block.
Hoe lang schrijven we al geen zoen meer op elkanders rug,
scheren de schapen zich weg, voor het tellen?
We lepelen als koud bestek,
stijven het linnengoed,
sluiten de monden met lange gordijnen.
Er zitten weeffouten in onze patronen
••
Ontwaken
Grijze gordijnen bewolken de kamer.
Een streep lentezon legt het stof bloot
dat nestelt in de hoeken van haar bed.
Een bui trekt als een tent zonder stokken verder.
Ze schuift het litteken weer aan de vinger,
vindt de uitgewoonde zoon op het antwoordapparaat terug.
Geen verrassing dit weekend.
Ze wist haar kroost, bergt de zondag op.
Het afscheid hing toch al aan de kapstok.
Houtskoolgedachten vliegen door de ruimte.
Uit de schouw van haar hals;
de danse macabre van sigarettenrook.
Jana Arns (1983)
uit: Ten minste houdbaar tot (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mailbox
Laat een reactie achter