•• Morgen begint de Poëzieweek, en dan krijgt u een poëziegeschenk als u poëzie koopt. Behalve het officiële geschenk is er, voor de zesde keer, ook het eigenzinnige geschenk van uitgeverij crU, dat verkrijgbaar is in geselecteerde boekhandels. Het is geschreven door Mark Boog, en het is een bundel met ‘negen vrolijke villanellen’, met als titel Een mens heeft niets te zeggen.
Niet de stad stinkt, maar de mensen stinken.
Ze ademen en zweten, vlezen fabriek;
ze maken mij, elkaar en alles ziek –
in alle straten gist het. Ze verminken
elk bewegen met hun sloddermotoriek,
en niet de stad stinkt, maar de mensen stinken.
Wat kan ik anders dan me steeds bedrinken?
De nuchterheid, de roes en de paniek:
ze maken mij, elkaar en alles ziek.
Dampen stijgen op en ze bezinken,
een somber, eeuwig draaiend mechaniek.
Ach, niet de stad stinkt, maar de mensen stinken.
Zie hoe ze rotten, rochelen en hinken;
mismaakte, onverkwikkelijke kliek.
Ze maken mij, elkaar en alles ziek.
Hoor toe hoe donderend de klokken klinken,
hun zegen spreidend, zwaar en tiranniek.
En niet de stad stinkt, maar de mensen stinken,
maken mij, elkaar en alles ziek.
Mark Boog (1970)
uit: Een mens heeft niets te zeggen (2023)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mail
Laat een reactie achter