Uit het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen, de nieuwe bundel van Pieter Boskma.
Dichter
i.m. Remco Campert
Een sprietje gras dat door een stoeprand breekt,
ongezien vertrapt door velen, maar de enkeling
leunt op zijn wandelstok voorover,
ziet de wilde manen van verschoten kameraden
recht uit de oorlog langs de Seine wapperen,
een volmaakt bevrijde dinsdagmiddag in april,
en voelt de tijger in hem altijd nog de klauwen uitslaan
naar een lyriek waarin een opgewonden standbeeld
vliegen kan, en man en muis de profetie beamen:
‘Dichter? Dichter gaat niet dood.’
Misschien omdat hij al die jaren nauwelijks verouderd is
en het doek blijft weigeren over zijn stem te vallen,
misschien omdat toch ooit één profetie uitkomen moet,
opdat altijd weer langs het lange smalle water,
altijd weer in ontketend lentemiddaglicht,
altijd weer zijn rimpelloze zang weerklinken zal,
en dat die altijd maar, oh,
dat die voor altijd … En hij richt zich
langzaam op en loopt vlug weer door.
Pieter Boskma (1956)
uit: het gelijk van honderd tegelijk zingende bossen (2022)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail
Laat een reactie achter