Deze week een podcast over Hubert Cosnelisz. Poot (1689-1733), het wonder van Abtswoude.
Waar tegenwoordig in Hollywood of ’t Gooi bustours worden georganiseerd om beroemdheden te spotten, zo reden begin 18e eeuw koetsen af en aan op de Abtswoudedijk om Hubert Poot tegen te komen. Onder de rook van Delft was deze boer gewoonlijk op het land te vinden, als hij niet in zijn boerderij de boeken van Vondel en Cats aan het lezen was. Of gedichten aan het schrijven was. Want daar was deze landman een beroemdheid mee geworden, sinds in 1716 zijn eerste “mengeldichten” verscheen. Arcadische poëzie en liefdesgedichten, naast de gebruikelijke verjaardag- en lijkdichten. Mensen konden niet geloven dat zulke geleerde gedichten door een simpele boer uit Abtswoude geschreven konden zijn, dus namen ze de koets en gingen zelf naar de boerderij van de dichter om te zien of hij wel écht bestond. Hubert Poot verkreeg zijn kennis over de Romeinse oudheid onder andere uit de Vergilius vertaling van Joost van den Vondel, die hij in bezit had.
Ik heb twee gedichten opgenomen van Hubert Poot. “De vliegende min”, die in de eerste versie van de mengeldichten van 1716 gepubliceerd werd en “Zomersche avont” die bij een herdruk van de mengeldichten in 1722 werd toegevoegd.
“De “vliegende min” kan met een beetje fantasie beschouwd worden als een soort 18e eeuwse rap-tekst, waarin Poot een liefdesverklaring geeft aan een meisje dat hij Galaté noemt, naar een personage uit Vergilius’ Bucolica. De dichter wil haar verleiden om te genieten van de jeugd en de liefde, voordat de ouderdom komt. Hij beschrijft haar als een hemelse magneet die zijn liefde naar zich toe trekt. Als zij niet wil luisteren, zegt hij dat hij wel elders zijn liefde zal zoeken.
Zomersche avont is een merkwaardige mengeling tussen pastorale poëzie in de stijl van Vergilius en het leven dat Poot kende rondom Abtswoude en Schipluiden. Veeherders, werklieden en melkmeiden leggen hun werk in de avond neer en de stad Delft doet de poorten dicht. Meisjes wachten op hun geliefde. Iedereen is stil en tevreden, behalve Hubert. Hij zou best wel willen kussen met Amaryl (ook al een personage uit de Bucolica), maar het geluk is de eenzame boer niet gunstig gezind…
Laat een reactie achter