‘En dan 100.000 jaar collationeren.’
Piet Verkruijsse (27 januari 1943 – 20 februari 2012)
‘Hm. Tja. Hm.’ [lange stilte] ‘En de bron?’
Het is jammer dat de klank van tabak en donkerronkende klinkers in een zuinig lachende mond geen eigen letters of leestekens hebben. Want die gaven de woorden van Piet Verkruijsse soms een heel eigen, andere lading. Milder, cynischer of indringender.
Ik vergat doorlopend de bron. ‘Hm. Tja. Hm.’ Of ik gebruikte een waardeloze bron. Soms donderde hij uit het niets: ‘Bizon!’
Misschien zou er ook een leesteken moeten zijn voor zijn frons. Die rimpelde, zelfs bij zijn strengste preken, toch altijd iets guitig. Dat maakte het veilig om je lot in Verkruijsses handen te leggen. Je wist dat je werd aangepakt. Maar dat je nooit werd gepakt. En zo kozen we met de complete lichting Historische Letterkunde 2000 (vooruit, we waren met zijn drieën) hem als scriptiebegeleider. De scherpe, maar lankmoedige Verkruijsse.
Misschien meer dan bij de taal- en letterkundige achtergrond van de klucht, lag mijn hart bij het toneelstuk zelf. Hij leek dat te begrijpen – zelf kon je hem enige theatraliteit ook niet ontzeggen. Met zijn getrimde baard, strak gesneden pak en telkens wisselende, bijna karikaturale monturen, maakte hij de morsige vierde etage van het P.C. Hoofthuis tot zijn eigen toneel. Zo werkte ik met hem aan de hertaling en analyse van Wat kluchtigs van Abram kom gaanewe (1664), een klucht van Henryk Takama die nog nooit was opgevoerd, maar direct na de mondelinge verdediging van mijn scriptie postuum in première ging, uitgevoerd door een groep medestudenten. Er kwam een reprise, een stukje in de krant zelfs, we konden onze pret niet op.
Nog een leesteken, voor zijn besmuikte grinnik. ‘Hé Piet!’, riepen we, toen we hem jaren later bezochten in de Artis Bibliotheek. Ongemerkt – wanneer gebeurt zoiets? – was mijnheer Verkruijsse veranderd in Piet. Bijna vaderlijk leidde hij ons rond en wij maakten flauwe grappen die we vroeger niet hadden durven maken. Ja, met Paleo Piet kun je lachen, zei mijn moeder, die ook bij hem had gestudeerd.
Al elf jaar is Piet dood. Maar zijn woorden, zijn typische leestekens zijn er nog steeds. Een paar maanden geleden, toen mijn radiocollega’s onze nieuwe klassieke muziekdatabase vervloekten. Ik wilde meevloeken, maar zag Piets frons. Hoe vaak maande Piet ons niet digitaal te emanciperen. Verplichtte hij ons een nota, o berg je, als ‘attachment’ te versturen, lang voordat anderen überhaupt wisten hoe e-mail werkte. We kregen er handigheid en zelfs lol in en ik nam me heilig voor: blijf net als Piet lenig voorop lopen, ook als je al bijna met pensioen gaat.
En vorige week in de studio. Dertig seconden op de aftelklok. Vlug, vlug, iets leuks, iets noemenswaardigs. Over de muziek, de componist, de uitvoerenden, anything. Vlak voordat de microfoon aan ging, hoorde ik de grinnikende tabaksgrom. ‘Anything? Hm. Tja.
En de bron?’
Jet Berkhout studeerde aan de UvA Historische Letterkunde, 2000-2005. Zij is presentator bij NPO Klassiek
Bert Paasman zegt
Eem prachtig portret, beste Jet, dankjewel, hartelijke groeten, ook aan je moeder!
Jet Berkhout zegt
Dank je wel, en je krijgt de groeten terug, ook van mijn moeder!
Joke Gerritsen zegt
Mooi Jet, ook voor wie hem niet persoonlijk gekend heeft.
Joke Gerritsen
Ben Salemans zegt
Prachtig stuk! Slik …