Ode aan de keukenstoel
geen zetel, goddelijk
van gestalte, haalt het bij
deze eenvoudige rechtstaande
knechtschap
geen staat van hoogheid
kleurt hem, hoogstens het rood
van hitte
beslagen door keukenvocht
ziet hij niet uit
als een prinsje
goedkoop uitkijkend over
druipende tuingewassen
gunt hij een zit aan de minste
der werksters, biedt
geen verstrooiing dan enkel
het rechte geluk
van de rug
zich oprichtend
bij de aanrecht, de vaat
toeknikkend, stoom van het gekookte
slikkend of het koek ware
staat hij in nauw contact
met het achterdeel
van de huisvrouw
dankbaar spinnend
aan hen die ontwend zijn
de rechte weg
van de tucht
schenkt wijding aan
grijze achtermiddagen, meezingend
met de fluitketel en tilt mee
met huismoeders aan
ketels, zich grondig
zweet op het lijf halend, en ’s middags
even uitrustend tussen
tafel en schalen, laat hij zich
overschaduwen door
slaap
Leo Herberghs (1924-2019)
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht in hun mail
navarette-fase zegt
mocht leo het over een ouwerwetse statige keukenstoel hebben in dit gedicht,
dan
zeg’ k maar,
“BRAVO”
maar
met dichterlijke zielen
weet je het maar nooit
“MERCI quand-même!”
klotzchrist zegt
Dat is een statusbewuste Democraat, dat “wat dan ook”. Heil aan hem!