Ik heb het geprobeerd. Al een paar dagen. Iets schrijven over het gedicht (‘gedicht’), getiteld ‘In Tweestromenland’ dat lokale charmezanger Frank Boeijen heeft gewrocht naar aanleiding van de aardbevingscatastrofe in Turkije en Syrië. Aanleiding: de huiveringwekkende foto van Mesut Hançer die de hand vasthoudt van zijn vijftienjarige dochter Irmak, die onder het puin bedolven is en sterft.
Die foto zegt alles wat je kunt zeggen (en vooral niet kunt zeggen) over een machteloze vader in de nabijheid van zijn jonge, stervende dochter.
Daar is helemaal niets aan toe te voegen.
Behalve als je Frank Boeijen heet dan.
En ik heb van alle kanten geprobeerd ook iets onder woorden te brengen. Maar dan wél passend.
Een ironische opmaat (‘Is er een grotere ramp denkbaar dan een allesverwoestende aardbeving? Jawel hoor, Frank Boeijen die poëzie schrijft…’ Dat is smakeloos en buiten elke proportie, geschrapt dus).
De peilloze arrogantie (Boeijen in De Gelderlander, eerder deze week: ‘Iedereen kent nog het beeld van het Syrische jongetje liggend op het strand en het Afghaanse meisje dat symbool staat voor de vluchtelingen uit dat land. Een zo’n beeld verandert de wereldopinie. Ik maak alleen geen foto’s maar schrijf teksten, dat is mijn stiel’. Franks tekst gaat dus iconisch worden en de wereldopinie veranderen?).
Een serieuzere blik (waarom die bombastische titel ‘In Tweestromenland’ gekozen? Omdat Kahramanmaraş, waar zich dit drama voltrok, van 711 v.Chr. tot Mesopotamië gerekend werd? Wat zou daarvan de relevantie zijn? In het gedicht zelf vinden we verder geen (mogelijke) verklaring).
Een grammaticale blik, na lezing van deze regels:
Stil
Ik hoor een stem
StilHeel zacht
Heel zwak
Wie weet
Of het leeft
Wie weet
‘Of het leeft’? Wat ‘het’? Het stem? (‘Nee Jos, “het” meisje.’ Nou, dat klopt gewoon niet: natuurlijk geslacht gaat boven grammaticaal geslacht en het is ronduit idioot om een vijftienjarig meisje nog met ‘het’ aan te duiden – tenzij je natuurlijk het taalgevoel hebt van een Frank Boeijen (‘Het taalgevoel van een Frank Boeijen’, zullen we daar nu eindelijk maar eens een staande uitdrukking van maken voor iemand die werkelijk niet één zin kloppend, laat staan poëtisch, weet te maken?))
Maar je merkt het: het lukt me niet.
I am a professional cynic
but my heart’s not in it.
Ik kom stomweg niet over mijn verbijstering en walging heen. Ik kan alleen maar denken:
Hoe Haal Je Het In Je Kitscherige Kutkop???
Hoe kan je met je totaal talentloze teringtengels iets wat op zichzelf alles al zegt, zó genadeloos smakeloos te lijf gaan, monomane maanzieke ijdeltuit die je bent!
Ik… ik… ik ben… sprakeloos.
Maar echt.
Arno. zegt
Professor Joosten gaat aardig tekeer vandaag. Het zit hem hoog. Of is dit meer een poging om het schelden als genre na Lodewijk Deyssel en opvolgers een nieuwe impuls te geven? Met al die kunstige alliteraties en assonanties in de alinea’s na “Ik kan alleen maar denken:”?
Ik ben het met de strekking wel eens. Al meermalen heb ik stomverbaasd de loftuitingen van Frits Spits op radio 1 (Taalstaat) vanwege weer een bizarre tekst van Frank Boeyen aangehoord, (mede) waardoor ik ervan overtuigd ben geraakt dat lof van Frits Spits iets is wat je als tekstschrijver en muzikant maar beter niet kan overkomen. Maar wat verwacht je ook in een taalprogramma, nadat het is ingeleid met de tekst uit het lied waar Taalstaat elke keer mee begint? Het is van een krakkemikkig sinterklaasgerijmel, geschreven in een hoogst kromme versie van koningsliednederlands – en dat uitgerekend voor een programma dat aan (de Nederlandse) taal is gewijd! Is daar hier op neerlandistiek.nl ook wel eens wat over geschreven door deze of gene professor? Het lied bestaat maar voort, week in week uit.
Maar – als IK (of DirkJan, of Maanantai) deze tekst op In Tweestromenland had geschreven, en ingediend op neerlandistiek.nl, zou hij dan ook zijn geplaatst? Joosten gaat wel erg ver, en op de persoon (“kutkop”) met zijn tirade. Ik kan me niet aan de indruk onttrekken dat zijn ‘nabijheid’ bij de redactie van neerlandistiek de verwerping van zijn tekst in de weg heeft gestaan. Smakeloos en krukkig als Boeyen en zijn tekst mogen zijn (vooral ook gegeven de aanleiding, die schrijnende foto), ik vind deze ‘recensie’ wel wat platvloers. Ik zou er overigens niets van hebben gezegd, als niet juist vanwege soortgelijk taalgebruik en tekeergaan neerlandistiek.nl een censuurmuur had opgeworpen tegen reacties van ongepaste aard. Ik vraag me af hoe het daarmee zit?
Marc van Oostendorp zegt
Met Jos Joosten hebben we de vaste afspraak dat wij stukjes die hij op Facebook plaatst, mogen overnemen als wij dat leuk of nuttig vinden. Soms stuurt hij die stukjes ook zelf in, maar dat is hier niet gebeurd: plaatsen is hier dus een puur redactionele beslissing geweest.
Het is vast waar dat mensen die vaker op Neerlandistiek schrijven, meer ruimte krijgen voor vormexperimenten. Dat u met een dergelijk stuk was weggekomen, is heel onwaarschijnlijk, maar dan vooral omdat u anoniem opereert. De ‘censuurmuur’ bestaat overigens niet vooral vanwege de platvloersheid van reacties, want die doet zich naar mijn ervaring nauwelijks voor (afgezien van soms wat spam van een pornosite), maar meer vanwege de onsamenhangendheid van de reacties van bijvoorbeeld de door u genoemden. Beiden worden daarom inmiddels permanent geweerd, hun reacties worden niet eens meer bekeken door de redactie; overigens gaan wij (ga ik) daarover niet in discussie. Een ander type reactie dat we niet plaatsen bestaat uit korte meldingen van kleine foutjes; we herstellen dan die foutjes en daardoor worden de meldingen voor nieuwe bezoekers onbegrijpelijk.
Arno. zegt
Dank voor de reactie; dit mag desgewenst ook weggecensureerd, als maar aanvaard is dat het ingaan op mijn tekst gewaardeerd wordt.
Robert Kruzdlo zegt
Deze ontboezeming kan ik begrijpen temeer ik naast het ziekbed van mijn dochter heb geslapen die … enzovoort. Wat te zeggen van mensen die wel het idee hebben dat de in de Boeijen geslagen Frank hun verdriet vertolkt. Sta daar even bij stil. Dat is ook iets om even, al is het maar even bij stil te staan. Het humanisme reikt soms verder dan.
Robbert-Jan Henkes zegt
“Wie weet of het leeft” …. Iets heel anders: is die rigoreus ‘correcte’ geslachtelijke verwijzing nou wel zo nodig, ja is het eigenlijk wel correct. (Zie je, daar doe ik het ook incorrect, expres. Is het je opgevallen?) Ik heb de indruk dat er de laatste tijd bij redacties op uitgeverijen steeds strenger op gewezen wordt, en onterecht. Het “wat” of “dat” of “het” doet prima dienst als verwijzing naar een verzwegen “iets”, zoals hier, waar het verwijst naar “het, namelijk dat wat hij heel zacht hoorde”, en waarbij dus niet meteen wordt gezegd of het een stem is of iets wat anderszins geluid maakt. Sterker nog: in dit geval was “Of die leeft” absurd geweest. Leeft een stem? En als je een stem hoort, wil dat al niet zeggen dat het uit een levend wezen komt (namelijk het wat je hoort – om nog de verzwegen vergelijking maar eens duidelijk te maken). Ik vind dat we door die knellende geslachtelijke verwijzingen het contact met de spreektaal én de realiteit geweld aandoen.
Bert Mostert zegt
Maar gelukkig is FB in het algemeen onverstaanbaar.