Onlangs herlas ik voor de zoveelste keer het sonnet over de gezwinde grijsaard. En ineens viel me iets op. Dit was niet een gewoon sonnet, het was een goocheltruc. Daarmee bedoel ik niet dat P.C. Hooft op magische wijze de taal hanteerde, of dat zijn werk iets magisch heeft – nee, ‘De gezwinde grijsaard’ volgt de structuur van een goede truc. Inclusief the prestige. Een gewone goocheltruc is klaar na de truc, maar een goede truc heeft een prestige. In de film The Prestige uit 2006, geregisseerd door Christopher Nolan, wordt uitgelegd hoe de structuur van zo’n goede truc in elkaar zit.
Stap 1 is de belofte. De goochelaar toont een voorwerp en vertelt dat hij iets gaat doen met dat voorwerp. De goocheltruc dient aangekondigd te worden. Een onaangekondigde goocheltruc zal immers op onbegrip bij het publiek leiden, omdat het publiek niet oplet. Ikzelf kan één truc met een stok kaarten. Ik laat de kaarten zien en vertel dat ik daar iets mee ga doen: ‘Een goocheltruc.’ Een proefpersoon krijgt dan blind een speelkaart.
Stap 2 is de wending. Er moet natuurlijk iets gebeuren. Als de proefpersoon een schoppen-8 krijgt en deze meteen aan iedereen laat zien, dan is er geen truc. De proefpersoon krijgt een kaart en houdt de kaart voor zich. Ik ga door middel van non-verbale communicatie achterhalen welke kaart de proefpersoon heeft. Het publiek mag meedoen, maar zal er niet in slagen. Ik wel. Dus op een gegeven moment vraag ik: ‘Is het schoppen-8?’ En inderdaad, het is schoppen-8. Verbazing alom! De truc is geslaagd en iedereen vindt mij heel knap. Maar we zijn er nog niet.
Stap 3 is the prestige. De prestige is de plot-twist. Ineens gebeurt er iets wat de zaak nog veel gekker maakt. Bij mijn goocheltruc ligt er namelijk al de hele tijd een opgevouwen papier op de vensterbank / op mijn bureau / op een willekeurig tafeltje (en niemand had de moeite genomen om dat papier te pakken en te bekijken). De proefpersoon wordt gevraagd dat papier te pakken en open te vouwen. We lezen Schoppen-8. Dat is echt heel verbazingwekkend – de prestige maakt de goochelaar nog veel knapper.
Een goede goocheltruc heeft dus deze drie stappen. Maar een goed verhaal ook! Lees het sonnet van P.C. Hooft:
Gezwinde grijsaard die op wakkre wieken staag
De dunne lucht doorsnijdt, en zonder zeil te strijken
Altijd vaart voor de wind, en ieder na laat kijken,
Doodsvijand van de rust, die woelt bij nacht, bij dag,Onachterhaalbre Tijd, wiens hete honger graag
Verslokt, verslindt, verteert al wat er sterk mag lijken
En keert en wendt en stort Staten en Koninkrijken;
Voor iedereen te snel – hoe valt gij mij zo traag?Mijn lief, sinds ik u mis, verdrijf ik met mishagen
De schoorvoetige Tijd, en tob de lange dagen
Met arbeid avondwaarts; uw afzijn valt te bang.En mijn verlangen kan de Tijdgod niet bewegen.
Maar ’t schijnt verlangen daar zijn naam af heeft gekregen,
Dat ik de Tijd die ik verkorten wil, verlang.
Stap 1 bestaat uit de eerste zeveneneenhalve regels, tot aan het streepje in regel 8. Dat is de belofte. De verteller vertelt dat hij vertelt over de tijd. Als lezer mogen we aannemen dat de rest van het sonnet daar dan ook wel over zal gaan, maar we willen als lezer natuurlijk wel iets meer. Er moet nu toch wel iets gaan gebeuren, nietwaar? Inderdaad gaat er iets gebeuren na het gedachtestreepje in regel 8. Daar begint de truc.
Vanaf regel 9 zitten we in stap 2: de wending, in een sonnet ook wel volta of chute genoemd. De goocheltruc vindt hier plaats. Het onderwerp lijkt nog steeds de tijd te zijn, maar ineens wordt daar die ‘Mijn lief’ tevoorschijn getoverd. Maar wacht! Het gedicht gaat heus nog wel over de tijd, maar dan vanuit een ander perspectief. Heel knap gedaan van Hooft.
Het wordt echter nog knapper. Het sonnet is nog niet klaar. Menig sonnettist zou al tevreden zijn met deze ene wending. Hooft niet. Hij komt met een prestige: de laatste strofe. Het onderwerp is nog steeds de tijd, maar dan weer vanuit een ander perspectief: waar het woord ‘verlangen’ vandaan komt. Het applaus is groot en Hooft buigt: ‘Het dichten van sonnetten is genieten.’
Ineens zie ik the prestige in ieder goed verhaal. Ik zag hem in de film Where the Crawdads Sing (2022, geregisseerd door Olivia Newman), in het stuk nadat de jury de uitspraak heeft gedaan. In principe zou de film (het boek heb ik niet gelezen) kunnen stoppen na de jury-uitspraak, het verhaal was dan in principe af. Dan zou het best een aardig verhaal zijn geweest – maar nee! Er volgt nog iets. En niet zomaar iets, maar iets wat het verhaal op z’n kop zet. The prestige!
Waar the prestige waanzinnig goed gedaan is, is in de graphic novel Bleekwater (2022) van Joris Mertens. De miserabele François rijdt met het busje van de droogkuisfirma waar hij voor werkt door het regenachtige Brussel en omgeving. Dan gebeurt er iets waardoor zijn leven kan veranderen. Hij grijpt deze kans. Uiteindelijk loopt het noodlottig af (en ja, die regen heeft daarmee te maken). Bleekwater had daarmee kunnen eindigen en dan was het een goede graphic novel geweest. Maar Mertens had nog een paar kaarten in zijn mouw en hij komt met een prestige van heb ik jou daar! Het mooie is bovendien dat deze prestige eigenlijk de hele tijd al voor je neus aanwezig was. Maar je zag hem niet.
Ik heb mezelf huiswerk meegegeven voor de rest van mijn leven: heeft het boek of het gedicht dat ik zojuist gelezen heb een prestige? De film die ik zojuist heb gezien? De grap die ik zojuist heb gehoord? Het liedje? De anekdote? Waar goochelkunst niet al toe kan leiden.
Thea Summerfield zegt
Zie ook de film Witness for the Prosecution (1957) als ultiem voorbeeld.
Bas Jongenelen zegt
Die film heb ik niet gezien, maar aangezien het een verhaal is van Agathe Christie neem ik aan dat er een prestige aan het eind zit.
C.S Schagen zegt
Mooie, verhelderende zelfs verrassende benadering van het fenomenale sonnet van Hooft Nog even over de film” Where the Crawdads sing “. Inderdaad is er een verrassend einde van de film, the prestige, zogezegd, Ik heb ook het boek gelezen, ik vond het niet veel soeps, Misschien ben ik de enige, de film was veeeel beter
Bas Jongenelen zegt
Ik voelde al niet echt de behoefte om het boek te lezen…