Als Balder dwaalt door ’t babblend Lentebosch
dan streelen als geheven palmentwijgen
zijn handen en zijn hoofd; de bloemen nijgen
om zijne voeten – bloemen zelve in ’t mos.
De woudenmeisjes uit het loofgetros
steken ’t gelaat, en zien hem na, en zwijgen
angstig en blij, vergetende haar eigen
schoonheid om hem, den schoonen God in ’t bosch.
— Maar Balder sterft, — de Blinde velde hem!
De vogels snikken met gebroken stem;
de droeve rozen weenen tranen bloed.
En Nanna naakt, en zoekt langs duinen, dalen,
langs overal heur Lief zoo vroed, zoo goed.
— En om haar klagen voolt* de zon haar stralen.
Edmond van Offel (1871-1959)
* voolt: leesfout, tikfout?
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Lezer zegt
Ik denk van voile, Frans voor sluier. (De ’tikfout’ bedoel ik.)
Michel Kolenberg zegt
‘Volen’ komt misschien van het Frans ‘voiler’, ‘versluieren’. ‘Un voile’ is ‘een sluier’. Veel dank voor het dagelijkse gedicht!