Op 23 maart is Mark van Tongele onverwacht overleden, ‘de componist met het ruimste klankregister onder de Vlaamse dichters’, zoals Paul Demets hem noemde. Als je het volgende gedicht uit Roeivlucht leest, kun je dit niet anders dan beamen:
Uit het ongetemde wordt schoonheid geboren
Daar waar de gedachten bruisen, de bodem van het bewustzijn
rusteloos is, komen na het droogvallen openbaringen aanhet licht. Strottenhoofd, longen, lucht. Duur en intensiteit
van een ruisplofje. Het permanente, het werkgeheugen.Het water zakt weg en de warme zon doet de rest.
Even, heel even toont de zee haar tedere nuances.De stembandtrilling in de volgende klinker.
De aanmaak van verbonden spraak.
H.C. ten Berge schreef in Vrouwen, jaloezie en andere ongemakken, zijn veldnotities en dagboekbladen uit 1996: ‘[O]nze poëzie is een geschreven poëzie die geschreven zal blijven worden. Wat we niet mogen vergeten is haar orale oorsprong. Het lichamelijke aspect van poëzie is het orale. Adem. Ritme. “Neem duizendmaal uw gedicht op de lippen”, zegt Bashō.’ Lees dit gedicht eens hardop en je ervaart dat Van Tongele het advies van Bashō in praktijk bracht.
Ik had graag nog een aantal bundels van hem gelezen.
Hedwig Speliers zegt
Wil je iets meer weten over Mark van Tongele? Ik verwijs je graag naar het Hedwig Speliers-nummer van het literair tijdschrift Deus ex Machina en de bijdrage van de dichter Peter Theunynck (wereldbibliotheek) over de dichters-correspondentie tussen Speliers en Van Tongele.
edwig.speliers@telenet.be
hanspuper zegt
Dank je!