Is dit het werk van een krankzinnige? Of van een genie? Het komt niet vaak voor dat je zulke vragen stelt bij een artikel. Ik deed dat wel bij het artikel ‘Posthumanist stylistics‘ van Kieran O’Halloran in het tijdschrift Language and Literature. Uiteindelijk besloot ik het werk van een docent.
O’Halloran strooit met grotendeels zelfbedachte termen als ’techno-posthumanist diffractive-multimodal assemblages’ en ook zijn idee is op het eerste gezicht, en trouwens ook het tweede, volkomen bizar. Hij stelt een vorm van lezen voor die hij ‘posthumanist multimodal reading’ noemt.
Dat jargon moeten we even uitpakken. Humanistisch lezen is rationeel lezen, en vooral: proberen te lezen wat er staat, waar nodig aangevuld met informatie over de auteur en de wereld waarin zij leeft of leefde’. Posthumanisme kan op twee manieren voorbij dat humanisme gaan, volgens O’Halloran: in de eerste plaats door de mens niet meer centraal te stellen in al ons denken, maar meer aandacht te hebben voor het milieu; en in de tweede plaats door rekening te houden met het feit dat we leven in een postdigitale wereld waarin plaatjes en teksten overal zijn en we iedere tekst betrekking kunnen laten hebben op iedere andere tekst.
Het woord multimodaal voegt daaraan nog toe dat we ons niet beperken tot de tekst zelf.
O’Halloran demonstreert de methode aan de hand van een gedicht van Anne Brontë, ‘Home’. Dat begint zo:
How brightly glistening in the sun
The woodland ivy plays!
While yonder beeches from their barks
Reflect his silver rays.
Dat is een natuurbeschrijving, en in de humanistische lezing spreekt in het gedicht iemand die ver van huis is en terugverlangt. Om tot een posthumanistische multimodale lezing te komen, liet O’Halloran een studente een video maken van het gedicht, die hij vervolgens zelf weer bewerkte. In de video wordt het gedicht geïllustreerd met beelden van onder andere bosbranden en berichten uit Californische media over die branden:
Het gedicht wordt bovendien voorafgegaan door de mededeling ‘A young Californian woman reflects on winter wildfires in her home state while stuck in London from Covid-19 travel restrictions’. Die mededeling stuurt vervolgens natuurlijk de manier waarop je naar de video kijkt, en de posthumanistisch multimodale lezing probeert uit te leggen hoezo je Home van Anne Brontë inderdaad kunt lezen als een reflectie van een jonge vrouw in Californië die niet uit Londen komt vanwege corona. Hoe er bijvoorbeeld klankeffecten in het gedicht zitten die bosbranden suggereren.
Daar is natuurlijk behoorlijk wat creativiteit voor nodig, maar bij de lezer, of in ieder geval bij mij, gekneed in de humanistische traditie, doet zich toch ook wel de vraag voor wat dit nu allemaal te beduiden heeft. Het is duidelijk dat niemand de pretentie kan hebben dat dit de interpretatie is, maar dat roept dan wel weer de vraag op of je met dezelfde methode niet net zo goed allerlei lezingen kunt verzinnen die, met video’s geïllustreerd, heel andere interpretaties laten zien, die helemaal niet klimaatkritisch zijn? Of je niet ook een video van ‘Home’ kunt maken waarin het ineens blijkt te gaan om een verheerlijking van het regime van Victor Orbán, of een reflectie van een gezellige oude oma over de vakanties van haar jeugd.
Al deze vragen lost O’Halloran niet op. Er is bijzonder weinig dwingends aan het posthumanistisch multimodaal lezen. Of we het wetenschap of het klimaat ermee vooruit helpen valt niet te zeggen. Het is eigenlijk vooral een vorm van creatief en intensief met teksten omgaan.
En daar komt de didactiek om de hoek kijken. Het is niet voor niets dat O’Halloran het filmpje gemaakt is met een studente. Hij leest posthumanistisch multimodaal in de collegezaal. En het is natuurlijk een fantastische manier van leren: niet alleen om heel intensief naar een tekst te kijken om eruit te halen wat het nog meer kan betekenen dan je op het eerste gezicht denkt, en om daar dan zelf creatief mee te zijn bij het maken van een filmpje, maar ook nog eens om de methoden van het close reading toe te passen om de gekozen interpretatie te rechtvaardigen.
Je schiet er wetenschappelijk niet veel mee op. Maar je leert er wel heel veel van.
willyvdw zegt
Aan de vlakke intonatie te horen: het gedicht is gelezen door een computerstem.
De video is voor de rest nogal apocalyptisch, het lawaai past bij opgeklopte hysterie, die scherp contrasteert met de vlakke, monotone lezing van het gedicht. Vrij akelig.
Marc van Oostendorp zegt
Dat is nu helemaal niet mijn indruk, van die computerstem. Ik hoor er een jonge, Californische vrouw in (al dan niet in lockdown).
Kruzdlo Robert zegt
De stem van de vrouw is ‘niet’ van een Amerikaanse en ook géén computerstem. Spaans-Californisch met een Mexicaans accent uitgesproken op een lijzige toon. Als Amerikaan hoor je dit meteen.
willyvdw zegt
Interessant. Menselijk of artificieel, het blijft monotoon. Zoals je gedichten bij voorkeur NIET reciteert.