Een goede geleerde kan over ieder onderwerp iets interessants zeggen. Reizen naar (en door) Nederlands Indië bijvoorbeeld. Het is niet een onderwerp dat mij uit de slaap hield, maar Doris Jedamski en Rick Honings stelden er een heel boeiende bundel over samen.
Het sterke van de bundel wordt beschreven in de ondertitel, Historical Perspectives and Literary Representations. De historische en de letterkundige blik versterken elkaar: je kunt, zeker bij een toch wat obscuur onderwerp als dit, pas goed appreciëren wat schrijvers schreven als je het plaatst naast een historische reconstructie van de feiten. En omgekeerd worden die ‘feiten’ verdiept, gekleurd en aangevuld door het literaire werk.
Twee van de interessantste bijdragen komen allebei gelukkig van een promovendus. Het vak bloeit! In het historische deel vertelt Geke Burger over het menu op de grote passagiersschepen die tussen 1871 en 1964 naar de oost voeren. In het letterkundige deel boeit Nick Tomberge met een opstel over de ‘aestheticising gaze’ van Louis Couperus in zijn reisverslagen voor de Haagsche Post van zijn bezoek aan Indië.
Burger verstaat de kunst van aan de hand van kleine details een veel grotere wereld laten zien. Nog in 1931 aten reizigers aan boord alleen Hollandse kost: aardappels-groente-vlees, en tot diep in de tropen hutspot en erwtensoep. Tegelijkertijd was in ieder geval vanaf 1881 ook ‘Indisch eten’ te vinden, misschien voor de Indischgasten en misschien voor het personeel. In lijstjes Maleise zinnetjes die je kon gebruiken om met het ‘inlandse’ personeel te praten, kwam zowel ‘Kunt u mij de aardappelen aangeven’ als ‘Niet te pittig, alstublieft’ voor. Ze heeft daarbij zelfs oog voor de slapstick:
Het enige probleem met het eten aan boord was de totale chaos die ontstond wanneer het schip op ruwe zee terecht kwam. Ondanks de haken die aan tafels waren bevestigd om het serviesgoed, glaswerk en bestek op hun plaats te houden, veranderde de eetzaal in een gevaarlijke plek met hete vloeistof en rondvliegende voorwerpen. Op een keer waren de mannen er getuige van hoe het hete soepbord van een passagier bij zijn buurman aan de andere kant van de tafel op schoot belandde. Een paar seconden later glipte de hoofdkelner over de gemorste soep en viel tegen een passagier aan met hete koffie in zijn hand. Gelukkig waren de andere stoelen aan tafel al verlaten, de passagiers probeerden wanhopig hun hutten te bereiken, terwijl ze allerlei vliegende voorwerpen ontweken op hun weg naar buiten, of over de reling van het schip hingen en hun maag in de oceaan leegden.
In zijn hoofdstuk over Couperus beschrijft Tomberge onder andere ook Couperus’ reis. Hij besteedt wat minder aandacht aan het menu (al vermeldt hij wel dat Couperus warme chocolademelk dronk – hopelijk gebeurde dat nooit op een kolkende zee!), en de nadruk ligt sowieso op Couperus’ binnenlandse reizen. Die gebeurden vaak per auto en Tomberge beschrijft heel mooi hoe de automobiel een plaats was waar Couperus zich veilig – op een stoel in een recente Europese uitvinding – kon overgeven aan het van buiten beschouwen van de ‘inlanders’ of ‘Chinese koelies’.
In een passage als de volgende, laat Tomberge zien, wordt de afhankelijkheid van ‘de Oost’ van ‘de West’ uitgedrukt: wat de koelies niet lukt, lukt wel de jonge, witte, boormeester:
Daar staan we, stappen uit, en in, worden een eindje geduwd door Chineesche koelies, stappen weêr in en uit, – zal er een ‘lorrie’ worden gehaald om ons per rail voortgeduwd thuis te brengen? – maar komen eindelijk, dank zij de energie van den jongen boormeester, die zelve het stuur ter hand neemt – dit is maar een oude dienstauto en de chauffeur wist er weinig muziek uit te halen-weêr uit de moddervoren en op een stuk beteren weg.
Het zou wel interessant zijn om in de beschouwing te betrekken dat Couperus overal en altijd de blik van een buitenstaander was – ook in Den Haag – maar ik zou graag veel meer willen lezen over deze confrontatie van de Westerse blik met de Oosterse ander.
Doris Jedamski en Rick Honings. Travelling the Dutch East Indies. Historical Perspectives and Literary Representations. Hilversum: Verloren, 2023. Bestelinformatie bij de uitgever.
Laat een reactie achter