Met uitzondering van het Engels zijn minderheidstalen niet populair in Nederland. Er zou nog best wat meer trots mogen zijn op alle talen die ons land rijk is, van het Sarnami via het Romanes tot en met het Limburgs, Maar de brief ‘open brief aan het Limburgs parlement‘ die we gisteren op deze site publiceerden voor het Hoes veur ’t Limburgs lijkt me niet de goede weg.
De brief is ondertekend door een indrukwekkend aantal instanties die de belangen voor het Limburgs moeten beschermen, maar hij is zeer slecht beargumenteerd. houterig geformuleerd en bevat een paar storende feitelijke fouten die het betoog onderuit halen en een bedenkelijke ondertoon geven.
De strekking van het betoog is dat de Provinciale Staten alles op alles moeten zetten om meer erkenning te verkrijgen voor het Limburgs: de taal moet een zogeheten ‘status volgens deel III van het Europees Handvest’ krijgen – een status die momenteel alleen het Fries heeft – en er moet een stevig nieuw Convenant komen met de overheid. Die formele erkenning is volgens de streektaalorganisaties vreselijk belangrijk, maar waarom, dat wordt niet duidelijk.
Personeelstekorten
Wel worden er in de brief tamelijk absurde en overmoedige beweringen gedaan.
Zo beweren de organisaties “dat de cruciale overheidsrol om het Limburgs te beschermen en promoten onvervuld is gebleven met zeer negatieve gevolgen voor de bevordering van het Limburgs en het aantal sprekers van het Limburgs”. Mij lijkt dat ze hiermee een wel heel grote macht aan de overheid toeschrijven – ik weet bijvoorbeeld niet of er voorbeelden zijn waarbij de overheid de taal succesvol heeft ‘gepromote’, of dat welke campagne van bovenaf ook invloed heeft gehad op het aantal sprekers van de taal. Zoiets is toch vaak de keuze van sprekers zelf – met name van ouders die er wel of niet voor kiezen hun kinderen in een taal op te voeden. Maar als de overheid al zulke macht heeft, dan nog kan ze haar tijd waarschijnlijk beter besteden. Uit onderzoek blijkt dat van alle Nederlandse en Vlaamse streektalen, het Limburgs naast het Fries het minst bedreigd is. De sprekersaantallen lopen het minst achteruit en wat dat betreft zijn dus allerlei regionale talen, waarvan de meeste helemaal niet erkend zijn, veel eerder aan de beurt voor subsidie.
Bovendien wordt uit deze open brief niet duidelijk waarom bij dit alles erkenning nu zo belangrijk is dat ze vrijwel stante pede geregeld moet worden (eind 2024 moet het allemaal zo ver zijn, dat is met name voor Europese besluiten onhaalbaar snel). Besluiten mensen om hun kinderen eerder in een taal op te voeden als die taal gedekt is door een Handvest van de Raad van Europa? Indirect valt uit de brief op te maken dat het eigenlijk om iets anders gaat. De organisaties willen dat de taal een rol gaat spelen in het onderwijs en in kinderdagverblijven.
Bovendien geldt ook hier dat het nogal naïef is om te denken dat een taal breed gebruik wordt in een samenleving als het een al dan niet verplicht schoolvak is. Als mensen hun taal verlaten, raken ze heus niet overtuigd doordat hun kinderen op school een lesje in of over het Limburgs krijgen. En dat de maatregelen daarvoor wel weer drastisch zijn – er moet verplicht worden dat voldoende medewerkers ‘Limburgstalig’ zijn (alsof die kinderdagverblijven geen grote personeelstekorten hebben en allerlei extra eisen aan medewerkers kunnen stellen).
Rol
Bovendien wordt maar niet duidelijk waarom je zo’n hele papierwinkel met Handvesten en Convenanten nodig hebt om wat geld uit te trekken voor cursussen Limburgs voor medewerkers van kinderdagverblijven. Extra erkenning krijgen volgens het Europees Handvest is een enorm gedoe en heeft maar een heel kleine kans van slagen. Dan kun je beter rechtstreeks strijden voor meer geld voor die kinderdagverblijven, dat is veel efficiënter.
Vergeleken bij die vrij onnavolgbare argumentatie is de erbarmelijke formulering natuurlijk minder belangrijk, maar de brief staat wel heel vol met opvallend moeizame zinnen als de volgende, die weinig plezier in taal laten klinken:
Na 25 jaar erkenning van het Limburgs als regionale taal onder Deel II van het Europese Handvest en 4 jaar na de ondertekening van de Convenant Limburgse Taal moeten wij samen met de Raad van Europa constateren dat de cruciale overheidsrol om het Limburgs te beschermen en promoten onvervuld is gebleven met zeer negatieve gevolgen voor de bevordering van het Limburgs en het aantal sprekers van het Limburgs.
De ‘rol om het Limburgs te beschermen’? Een rol die ‘onvervuld is gebleven’? Overigens lees je door dit soort formuleringen makkelijk heen over het feit dat de Raad van Europa helemaal niet heeft gezegd dat de overheid de schuld is van de terugloop in het aantal sprekers. Hier gebruikt een muis een olifant als buikspreekpop.
Alleen het Limburgs
Ernstiger is dan weer dat de feiten ook niet allemaal op orde zijn. Tekenend vind ik in dit verband dat tot twee keer toe wordt gesuggereerd dat naast het Fries ook het Papiaments binnenkort de felbegeerde status volgens deel III zou krijgen. Nou, dan moet het Limburgs toch zeker ook! Er is alleen geen enkele reden om te denken dat het Papiaments inderdaad op korte termijn zo’n status kreeg, nadat de Raad van State in het afgelopen najaar heel expliciet heeft gemaakt dat die status op dit moment niet aan de orde is. Het beste is volgens de Raad van State erkenning volgens deel II – precies dezelfde die het Limburgs nu ook heeft.
Het raakt aan het punt dat ik zeer ongemakkelijk vind aan dit hele document: dat de schrijvers zo duidelijk alleen geïnteresseerd zijn in het Limburgs. Andere talen – streektalen die het veel moeilijker hebben dan het Limburgs, zoals het Papiaments waarvan de sprekers op Bonaire echt wel wat meer steun kunnen gebruiken, bijvoorbeeld omdat het Nederlands voor hen veel minder toegankelijk is dan voor Limburgers en ze dus veel meer zijn aangewezen op hun eigen taal, of omdat de gemiddelde inwoner van Bonaire minder geld heeft om alles zelf te regelen –, het interesseert de Limburgse streektaalorganisaties allemaal niets. Het Limburgs moet voorop staan. De ondertekenaars van deze brief willen geen meertaligheid, geen respect voor alle talen.. Ze willen een handtekening onder officiële documenten van de minister voor het Limburgs.
Nu kun je nog zeggen, maar daar zijn het dan ook organisaties voor het Limburgs voor. Het staat alleen wel in contrast met hoe de meeste Friese organisaties tegenwoordig te werk gaan, die proberen streektaalorganisaties elders te helpen en goed nadenken over meertaligheid in bredere zin in de eigen provincie. Het ideaal is een meertalige wereld en niet één waarin toevallig alleen jouw taal geholpen wordt, ook al doet die het verhoudingsgewijs helemaal niet zo slecht. Mij lijkt het bovendien politiek ook verstandiger om samen te werken met andere mensen die ook opkomen voor hun eigen taal dan je op te sluiten in je eigen netwerkje van streektaalorganisaties.
Want let wel: we hebben het hier over een provincie waar, net als elders in Nederland, tal van andere talen worden gesproken, door jong en oud, door migranten en vluchtelingen; een provincie die zich ook zou kunnen wentelen in de talenrijkdom die er is en waarvan het Limburgs vanzelfsprekend onderdeel uitmaakt. Maar op geen enkel moment vragen de briefschrijvers dat medewerkers van kinderdagverblijven om kunnen gaan met meertaligheid, of dat er op scholen aandacht wordt besteed aan het Oekraïens of het Arabisch. De toon is daarmee nogal bekrompen en op de rand van populistisch. Alleen het Limburgs moet erkenning krijgen. En veel geld. En een Convenant en een Handvest.
Wat mij nodig lijkt is een integraal taalbeleid waar goed wordt nagedacht over welke taal wanneer kan worden gebruikt – een waarin we met elkaar overleggen over hoe we ons heerlijk moderne Babylon eerlijk en rechtvaardig inrichten. Niet een verongelijkte strijd van taal tegen taal over wie er volgens welke documenten ‘erkend’ moet worden.
Robert Kruzdlo zegt
Mooie, prikkelende reactie Marc. Lopend door de stad Maastricht kom je gedichten in het Limburgs tegen van de dichter Frans Budé. Prachtige taal¡ De taal bruist en taalklatert door de stad en in elk dorp of andere stad hoor je unieke taalveranderingen. Daarover sprak je niet zo lang geleden: https://www.vpro.nl/nooitmeerslapen/speel~PREPR_VPRO_17180283~nooit-meer-slapen-marc-van-oostendorp~.html
Marc van Oostendorp zegt
Dankjewel! Dat ik van de week op de radio was, is me niet ontgaan, ook al was het midden in de nacht.