Ophef! Rumoer! Gereur! Volkskrant-columnist Lisa Bouyeure bekende vorige week in haar column dat de leden van haar leesclubje Vestdijks De kellner en de levenden stuk voor stuk niet uitkregen. En, verzekert Bouyeure ons, haar medeleden zijn niet van de straat, ofwel: ‘niet direct de groep waarop termen als ontlezing van toepassing zijn. Er zitten neerlandici in, literatuurrecensenten en schrijvers van gelauwerde boeken’.
Mijn allereerste impuls was een zeer übersnobby reactie: kunnen al die (semi)professionele letterkundigen hun tijd niet beter besteden dan met zo’n burgerlijk gebeuren als leuteren in een leesclubje? Maar dat bleek alras Bouyeures punt te zijn: zelfs die tijd hadden ze niet. Want ik geloof eerlijk gezegd – ik loop alvast op m’n conclusie vooruit – dat dat eigenlijk het punt is dat ze (onbewust) maakt.
De reacties op Bouyeures column waren te verwachten: vooral oudere en vooral mannen die schande van spraken van het feit dat Vestdijk niet meer gelezen werd, en al evenmin diende je helderziend te zijn om te voorspellen dat een of andere jongere auteur van dienst het juist helemaal eens zou zijn met Bouyeure – dit keer nam Peter Buwalda de honneurs waar, die Vestdijk overigens, laconiek en al, toch flink rechtdeed.
Zelf ben ik natuurlijk ook een oudere man, maar erg verontwaardigd ben ik niet. Men doe maar, is mijn leesmotto. En: elk leesclubje de lectuur die het verdient.
Zelf las ik De kellner en de levenden voor mijn leeslijst op de middelbare school. Ik ging Nederlands studeren en dus verplichtte adel. Ik was in de vijfde en zesde so wie so Vestdijk-fan geworden, dus allicht zal zijn stijl me al vertrouwd zijn geworden. Want dat is wat mij verbaasde aan Bouyeures leesclub.
Ik wil allerminst in een Van Gaal-wijsheid vervallen (‘Lees ik nou zo goed, of…?’) want ik was op m’n achttiende echt niet zo geschoold als Bouyeures belezen vriendenclub. Maar zij maakt wel een heel speculatieve omweg voor de moeite met lezen die haar leesclubgenoten aan den dag leggen. ‘Functioneren onze hersenen toch niet meer helemaal zoals die van Vestdijks beoogde lezerspubliek in 1949?’, vraagt ze zich af, waarna ze over ‘sludge content’ uitweidt:
een recent fenomeen waarbij meerdere korte filmpjes tegelijkertijd worden afgespeeld, naast en boven elkaar. Een computerspelletje, een tekenfilm, iemand die praat, iemand die met felgekleurde epoxyhars in de weer is. Blijf kijken, roepen alle indrukken in koor, niet verder scrollen.
De Tilburgse hoogleraar digitale cultuur Saif Shahin licht het fenomeen toe: ‘De makers hebben door dat we een beperkt vermogen hebben om langere tijd onze aandacht bij één media-uiting te houden, stelde Saif, en zorgen er met samenraapsels van hypnotiserende beelden voor dat we langer blijven kijken, met als gevolg dat onze aandachtspanne alleen maar korter wordt.’
Tsja, ik weet het niet hoor. Het is natuurlijk mooi als je een state-of-the-art 2023-excuus 2.0 hebt voor je gedrag, uitgelegd door een heuse Tilburgse professor. En stél dat Bouyeures verklaring correct is, dan is het eigenlijk tamelijk dramatisch. Hoe gaan die ‘literatuurrecensenten’, ‘gelauwerde auteurs’ en ‘neerlandici’ dan hun verdere lezende (en werkende) leven door? Terwijl ze een potje gamen en Tom & Jerry kijken, alleen nog kleine brokjes Arthur Japin en Ilja Gort lezen? Spannende leesclub wordt dat! Maar ik vraag me eigenlijk af, of er niet wat anders aan de hand is. Wat waren de excuses van Bouyeures club?
“Ik kom er maar niet in”, bekende T, die al ruim over de helft was. “Doorlezen voelt bijna als zonde van mijn tijd”, schreef A, die de bespreking maar gewoon wilde afblazen. Een aantal had het boek door tijdsgebrek überhaupt niet geopend en er was iemand tot pagina 100 gekomen, wat hij “al een hele berg om te beklimmen” noemde. Zelf was ik van plan geweest om de laatste hoofdstukken nog snel in de trein te lezen, want ook ik was er allerminst doorheen gevlogen.
Volgens mij is niet multimediatasken de boosdoener, maar eenvoudig een gebrek aan genomen tijd en rust. Mij lijkt het remedie dan ook heel onmodieus en simpel: houd je avond leeg, zet je mobiel uit, ga zitten in een makkelijke stoel, neem een glas wijn en het hele probleem is opgelost. Met het lezen van Vestdijk en eigenlijk met alle andere schrijvers.
meyland47 zegt
Dit is mij – onrustige vrouw, 75 – uit het hart gegrepen! Net als voor Buwalda staat De Ziener voor mij op 1, maar ik heb zeer van de Kellner genoten en het zeker driemaal gelezen in mijn jonge jaren, en na mijn 50e nog twee keer. Ook de rest van zijn oeuvre is nog steeds zeer aan mij besteed.
Margriet Hos Wijnen zegt
Vijftig jaar geleden vond ik De kellner en de levenden overweldigend en dat vind ik nog steeds. Moeilijk(ere) boeken, voor zover dat overigens voor Vestdijksboeken geldt, zijn er mijns inziens om overwonnen te worden, om je toe te eigenen. Grunbergs opmerking in de Volkskrant van afgelopen zaterdag voelde als een troost: “(…) Heer, verlos ons van de makkelijke boeken, als niet het hele jaar door dan toch ten minste tot diep in de herfst.”
Overigens, lees Aktaion onder de sterren. Een prachtig boek, ook van Vestdijk.
Berthold van Maris zegt
Hee, interessant zinnetje: Men doe maar.
Berthold van Maris zegt
Kan iemand mij trouwens vertellen of er een verband is tussen De kelner en de levenden, waar in het begin 12 willekeurige mensen worden opgepakt, en Vestdijks verblijf in het gijzelaarskamp in het (voormalige) klein-seminarie in Sint-Michielsgestel tijdens de Duitse bezetting? Die vraag houdt mij al een tijdje bezig, onder andere omdat mijn vriendin nu in dat gebouw woont en ik daar iedere week kom, maar dat terzijde.
Michiel van Hunenstijn zegt
Ik was absoluut niet geintersseerd in Vestdijk (35 jaar geleden), en ik had nog nooit iets van hem gelezen. Was ik ook niet van plan. Ben je gek, van zo’n oud, voorbij fossiel zeker? Vestdijk was iets van vroeger, stoffig, ouderwets, iets voor mijn ouders, of grootouders. Gekke man ook met die stofzuiger van ‘m.
Maar die titel ‘De kellner en de levenden’, was toch wel intrigerend. Waar ging dat boek over? Wat was dat voor iets raars?
En wat een heerlijk, bizar, leuk en modern boek bleek het te zijn.
Ronald V. zegt
Intrigerende reacties. Zelfs inspirerende.
Waarom zou men thans Vestdijk niet meer lezen? Louter en alleen omdat men zich geen rust meer gunt? Of speelt er meer? Zou men Vestdijk niet meer actueel vinden? Niet … woke genoeg? Het genoemde leesclubje, staat dat niet bol van het geloof in, hou ons beet, Sociale Relevantie?
Zeer onlangs zette een vaste, zich op deze site uitende stukjesschrijver een vraagtekentje achter het sleetse cliché-ideetje van een glazen plafond in het literair cultureel wereldje. Een fraai vraagtekentje. Met alle egards gepresenteerd. Niets mis mee als je het mij beleefd vraagt. Maar toch kwam er een commentaar dat er toch wel een glazen plafonnetje was, Want ja, dat was nu eenmaal het sociaal relevant geloofje.
SV, niet Simon Vinkenoog maar Simon Vestdijk, een rebelse schrijver. Dus. Mooier kunnen we het even niet maken. Wordt wakker, leest Vestdijk, in clubjes of alleen met je kleinkinderen en versmaadt daarbij wijn noch sigaartje.
Oude boeken, dingen die niet voorbij gaan.
Christiaan Hemelaer zegt
Ik ben in alinea 5 even van de inhoud van de tekst afgeleid. Is bij ‘ verplichTTe adel’, adel hierbij een onderwerp bij een vervoegd werkwoord, of is ‘verplichTe’ een adjectief bij adel?
Verder kijk ik straks of Vestdijk nog bij mij in huis aanwezig is. Toch dank voor dit pleidooi
voor oude(re) literatuur.
Jos Joosten zegt
Derde persoon verleden tijd van de uitdrukking ‘Adel verplicht’