Aan het eind van de achttiende eeuw stelde een woordenboek dat ‘negers’ beestachtig, ongodsdienstig, onredelijk, ontrouw, schaamteloos, woest en wreed zijn. Stamden zij, ‘gelijk wij’, wel af van de eerste mens? Halverwege de negentiende eeuw meldde een veelgebruikt naslagwerk dat ‘negers’ niet kunnen niezen.
De geschiedenis van het n-woord toont op pijnlijke wijze de witte superioriteitswaan. Die leidde er onder meer toe dat zwarte mensen in 1900 in een Haagse dierentuin werden tentoongesteld. En in 1928 op een Nijverheidsbeurs in Rotterdam.
In onze taal leverde die superioriteitswaan woorden op als negeren (ik neger, jij negert) voor ‘hard en onbarmhartig behandelen’. En negerzweet voor ‘koffie’.
In woord en beeld brengt taalhistoricus Ewoud Sanders deze beladen geschiedenis in kaart.
In dit boek toont Ewoud Sanders zich van zijn allerbeste kant. Hij brengt ons niet alleen de noodzakelijke feiten, maar ook de nodige nuance. Want taal is niet zwart-wit. Van harte hoop ik dat velen dit boek zullen lezen, omdat ik zeker weet dat het zal bijdragen aan meer onderling begrip.
Uit het woord vooraf door Kathleen Ferrier, voorzitter van de Nederlandse Unesco Commissie en geboren en getogen in Suriname
Carl Haarnack, Buku-Bibliotheca Surinamica
Sanders plaatst het begrip “neger” in historisch perspectief. Een broodnodige studie in deze tijden van polarisatie.’
Ewoud Sanders (1958) is historicus en journalist. Hij is bekend van de taalrubriek ‘WoordHoek’ (twintig jaar lang in nrc) en promoveerde op een onderzoek naar jeugdverhalen over jodenbekering. In 2020 verscheen van zijn hand Lachen om Levie. Komisch bedoeld antisemitisme (1830-1930), en in 2022 Met de paplepel. Beeldvorming over joden in Nederlandstalige jeugdverhalen, 1782-heden. In 2021 ontving hij de Groenman-taalprijs.
Het n-woord verschijnt op 31 mei aanstaande bij uitgeverij Prometheus.
Lennert van Oorschot zegt
Benieuwd of de indianen ook genoemd worden. Ook zij werden tentoongesteld in dierentuinen en op beurzen. Want ja, de discussie is te zwart-wit. Letterlijk en figuurlijk.
Ewoud Sanders zegt
Ja, die worden genoemd, maar slechts zijdelings, want het exposeren van het mensen is niet het hoofdonderwerp. Verwijs wel naar het boek waarin dit onderwerp centraal staat, namelijk ‘De exotische mens; andere culturen als amusement’ (2009).