Student en ChatGPT
Tijdens een van mijn gastlessen Creatief Schrijven van het honoursprogramma aan de Hogeschool van Amsterdam kwam ChatGPT ter sprake. Een van de studenten, Stella, zei het programma te gebruiken voor het schrijven van de scriptie. ‘Als framework,’ lichtte ze toe. ‘Heel verstandig,’ zei ik. ‘Daarna kun je er je persoonlijke onderzoeksresultaten en commentaar in verwerken. Geen docent die het ziet.’ Dat laatste geldt natuurlijk niet voor elke docent, maar zowel voor het schrijven van een scriptie door een student als het redigeren (begeleiden) van een scriptie door een docent geldt: bijna niemand is ervoor opgeleid. De student leert, afhankelijk van de studie of opleiding, in het algemeen niet hoe onderzoek, interpretatie van onderzoeksresultaten, conclusies en aanbevelingen in leesbaar en begrijpelijk Nederlands in een heldere structuur moeten worden weergegeven. Hetzelfde geldt voor de begeleidende docent. Toch geldt de scriptie nog heel vaak als sluitstuk van de studie, terwijl dat volgens de statuten helemaal niet verplicht is.
Al in de jaren zeventig en tachtig was de scriptie voor studenten aan de universiteit een berucht struikelblok. Zelfs onder studenten Nederlands. Misschien was het in deze studie een goed selectiecriterium. Immers, als toekomstige docent, journalist, PR-medewerker of communicatieadviseur moet je heldere teksten kunnen schrijven. Maar ook is vereist dat je lange, niet altijd toegankelijke teksten, kunt lezen, analyseren en interpreteren.
Als alternatief voor de scriptie zou in de meeste, niet talige studies, een mondelinge presentatie volstaan, aangevuld met een synopsis, op basis van een format, van vier of vijf A4’tjes van de essentiële inhoud. Studenten blijken heel goed in staat met (bewegend) beeld en geluid een indrukwekkende presentatie te geven van het onderzoekstraject, onderbouwd met voorbeelden en argumenten. Beeldend, filmisch, aantrekkelijk en duidelijk. In de voorbereiding willen studenten er iets moois van maken en besteden er extra tijd en aandacht aan. Begeleidend docenten kunnen zich beperken tot de inhoud van de presentatie. Geen sprake van vergeten afspraken wegens desinteresse van de kant van de docent. Geen onnodige, dure studievertraging voor de student. Student en docent begrijpen elkaar en werken enthousiast aan het eindproduct.
Dat is wel wat anders dan samen vastzitten in het onontwarbare web van veertig bladzijden ongestructureerde, onsamenhangende alinea’s, paragrafen, kopjes en witregels. Vaak fungeerde ik in wanhopige gevallen als docent Nederlands als vangnet voor student en docent. Als taaldokter stelde ik op basis van een blik op de inhoudsopgave (de buitenkant) de diagnose vast, waarna ik samen met de student de tekst (de binnenkant) te lijf ging. Vorm en inhoud.‘Geen docent die het ziet,’ had ik tegen studente Stella over het gebruik van ChatGPT gezegd. ‘Ik wel,’ voegde ik er bluffend aan toe. Een andere student, Andries, pakte de handschoen op. Hij zou mij van de volgende schrijfopdracht (een stukje voor De Speld: nepnieuws in journalistieke stijl met zelfbedachte citaten) drie teksten sturen, over drie verschillende onderwerpen. Twee geschreven door ChatGPT en een door hem. Ik moest raden welke tekst van hem was. Ik las de drie teksten: 1. Mark Rutte brengt single uit: ‘Ik draai er niet omheen’ 2. Groeigymnastiek populair onder millennials 3. Alcoholgebruik onder studenten genormaliseerd. In de volgende les vertelde ik welke tekst door de student geschreven was. ‘Klopt,’ zei Andries lachend. ‘Hoe weet u dat?’
‘Studenten maken fouten die ChatGPT niet maakt,’ zei ik. Mijn uitleg kwam erop neer dat de teksten van een student zich vooral onderscheiden van ChatGPT op drie punten: een komma waar een punt moet staan (nieuwe zin), het heen en weer schommelen in de tekst van tegenwoordige en verleden tijd en de spelling. Een voorbeeld uit de tekst van de student: ‘Momenteel is een alcoholist een persoon die standaard meer dan zeven glazen alcohol per dag drinkt, dit [. Dit]verandert binnenkort voor studenten. “Het Centrum Gezondheid en Maatschappij merkte in de afgelopen jaren een groot verschil tussen studenten en andere burgers die overmatig dronken [drinken],” verteld [vertelt] deskundige Ed Leefman.’
Als de studenten zich op deze drie punten verbeteren, is er nauwelijks of geen verschil met een tekst van ChatGPT, want in teksten van ChatGPT staan dingen die een student ook zou kunnen schrijven: ‘Dit nummer gaat helemaal los op de dansvloer.’ [ = Bij dit nummer gaat iedereen helemaal los op de dansvloer]. Een student zal niet gauw de opdracht (De Speld) in de tekst vermelden. Dat doet ChatGPT in tekst 1. wel, zij het in de context van een citaat: ‘In een interview met De Speld zei Rutte’. Maar een onderscheidend, aanwijsbaar verschil tussen student en ChatGPT is het niet.
Wat Andries niet heeft gezien, is dat in tekst 2. van ChatGPT over ‘Groeigymnastiek’ een samenvattende inleiding staat die in een krant vetgedrukt boven het artikel zou zijn opgenomen. Deze inleiding sluit af met de tekst: ‘Maar experts waarschuwen dat het alleen maar kan leiden tot rugklachten en een grotere kans op botbreuken.’ In de derde alinea keert deze zin terug in een citaat van ‘dokter Pieter’, zonder voornaam of voorletter. Student Andries heeft de inleiding, niet vetgedrukt, als de eerste alinea van de tekst gelezen en geprint, waardoor ik aanvankelijk na lezing van de derde alinea dacht: Herhaling.
‘Een goed initiatief,’ zei ik bij wijze van compliment tegen de student. Een goed idee, zo’n test. Het was voor mij de eerste keer dat ik geconfronteerd werd met ChatGPT. Leerzaam! Voor docent en student.
Laat een reactie achter