• Door naar de hoofd inhoud
  • Skip to secondary menu
  • Spring naar de eerste sidebar
  • Spring naar de voettekst
Neerlandistiek. Online tijdschrift voor taal- en letterkunde

Neerlandistiek

Online tijdschrift voor taal- en letterkundig onderzoek

  • Over Neerlandistiek
  • Contact
  • Homepage
  • Categorie
    • Neerlandistiek voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal

Nog weer eens stijl, nu een vergelijking

6 mei 2023 door Fabian Stolk 2 Reacties

Begonnen aan Niets is gelogen (e-boek, Ambo-Anthos, 2019), het debuut van Sascha Bronwasser, omdat haar tweede roman, Luister (2022), me goed was bevallen. En ik had weer nood aan iets goeds, want na bladzijdenlanggerekt gapen was ik in slaap gesukkeld bij het boekenweekgeschenk van 2023, De eerlijke vinder, waarin Lise Spit een negen- of tien-jarig joch (waarom toch?) zonder wereldwijsheid een boekje vol laat focaliseren met een zeer doorzichtige spanningsboog over een met de haren erbij gesleept Kosovaars vluchtelingetje van weinig meer jaren ouderdom dan de (anti-)held, in een vertelling die opzichtig – lekker retro – in de tijd is geplaatst van nog non-digitale telefonie en flippo’s in Smiths’ (had je toen nog) chipszakken. Achteraf snap ik niet dat ik het gehaald heb 67 bladzijden in dit gemakzuchtig in elkaar geknutselde cpnb-flippo-encyclopedietje te lezen.

Bronwasser daarentegen had me meteen weer bij de leeslurven. Anders dan Spit, die alleen maar handelingen en gedachten van personages op papier zet zodat ze allemaal kloppen, besteedt Bronwasser ook aandacht aan haar taal, haar stijl, en werpt af en toe een prikkelende metafoor of vergelijking in de leesring. En waar gehakt wordt, vallen spaanders. Ik citeer er een.

Alles begint bij het binnenrijden van Kortrijk en het zien van de Leie, die zich door de stad snijdt als een mes door een plak paté.

Om bij het eind te beginnen: waarom paté, behalve omdat het lekker allitereert met ‘plak’? Is er een speciale relatie tussen paté en Kortrijk? Google biedt me niets anders dan het café Paté aan de Pottelberg 189 aldaar, maar daar lijkt Bronwassers me niet op te doelen. Misschien is het omdat ‘boter’ te afgezaagd was, en ‘paté’ net zo pasteus is (als het geen al te grove paté is). Akkoord, dat kan er best mee door.

Maar als ik via datzelfde Google de Leie door Kortrijk zie stromen, komt er weinig reden tot associatie in mij naar boven met een snijdend mes, laat staan met een messcherpe scheiding van linker- en rechteroever, laat staan met een rechte snijlijn. Toch bedoelt Bronwasser dat laatste, want, niet vertrouwend op de kracht van haar eigen vergelijking, zo lijkt het, voegt ze er dit nog aan toe:

Meer een kanaal dan een rivier.

Een onvolledige, zelfstandige zin, die niet duidelijk of eenduidig syntactisch met de voorgaande is te verbinden. Ik kom niet verder dan dat de Leie er ‘[m]eer’ als ‘een kanaal dan’ als ‘een rivier’ uitziet; de onvolledige zin zou je als een achterop geplaatste bijwoordelijke bepaling van hoedanigheid kunnen opvatten, zodat ze ook betrekking heeft op het zogenoemde snijden dat de Leie hier schijnt te doen. Die zin zou ook als een bijstelling achter ‘Leie’ geplakt kunnen worden, en dan is het een bijvoeglijke bepaling. Lood om oud ijzer? Knollen voor citroenen?

Nu begint de hele formulering van de beschrijving te verkruimelen, want de Leie ‘snijdt’ niet de stad in tweeën volgens de tekst, de Leie ‘snijdt zich’ door de stad. Wat is dat: zich door een stad snijden, en wat is dan zich, zoals een mes door de paté, door een stad snijden? Wat doet een mes anders dan snijden? Wat kan je met paté anders doen dan snijden? En dan bedoel ik: een plak in de bak met paté lossnijden. Daarna komt het smeren of een hoekje van de plak afsnijden om te snoepen. Ik weet niet waarom iemand ook nog eens door een plak paté zou willen snijden. 

Voorin het boek staat dat het verhaal is gebaseerd op een gebeurtenis uit 2013, maar dat het een werk van fictie is. ‘De erin opgevoerde personages en locaties bestaan niet als zodanig.’ Ik zal dan maar aannemen dat door het gefictionaliseerde Kortrijk in dit boek een (vrijwel) kaarsrechte, gefictionaliseerde Leie stroomt, en ben benieuwd of dat snijdend mes, dat naar mijn smaak al te los in deze beschrijving zit, later nog ergens wordt ingezet.

Dit stuk verscheen eerder op In den vrolijken hermeneut

Delen:

  • Klik om af te drukken (Opent in een nieuw venster) Print
  • Klik om dit te e-mailen naar een vriend (Opent in een nieuw venster) E-mail
  • Klik om te delen op Facebook (Opent in een nieuw venster) Facebook
  • Klik om te delen op WhatsApp (Opent in een nieuw venster) WhatsApp
  • Klik om te delen op Telegram (Opent in een nieuw venster) Telegram
  • Klik om op LinkedIn te delen (Opent in een nieuw venster) LinkedIn

Vind ik leuk:

Vind-ik-leuk Aan het laden...

Gerelateerd

Categorie: Artikel Tags: letterkunde, Lize Spit, Sascha Bronwasser, stijl

Lees Interacties

Reacties

  1. Robert Kruzdlo zegt

    6 mei 2023 om 08:26

    Bronwasser, zag…, keek op dat moment naar een recht stuk kanaalrivier. Later heeft ze dat opgeschreven. De rest doet er niet toe. De meeste mensen kijken niet, maken een foto van wat ze zien en gaan dan later naar de foto kijken, Pas dan zien ze het. Wat¿ Ja, dat is aan lezer overgelaten…

    Beantwoorden
    • Bartel zegt

      7 mei 2023 om 11:11

      Misschien had je niet enkel Google Maps moeten raadplegen maar ook Google Images, een korte zoekopdracht met +Kortrijk +Leie maakt veel duidelijk.

      Beantwoorden

Laat een reactie achterReactie annuleren

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.

Primaire Sidebar

Gedicht van de dag

Tom Graftdijk • De electrische stoel (1)

politici met hun handen op één
verschrikkelijke buik verspreiden
de publieke geheimen waar ik
geen weet van heb

➔ Lees meer

Bekijk alle gedichten

  • Facebook
  • YouTube

Chris van Geel

Gewoon als ieder beest
belust op prooi, niets meer,
niets minder –
wat zeggen wil: bekaf.

Bron: Het Zinrijk, 1971

➔ Bekijk hier alle citaten

Agenda

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

6 februari 2026: Towards New Horizons of Scholarly Publishing

17 december 2025

➔ Lees meer
28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

28 december 2025: Zesde editie van Winterzinnen

16 december 2025

➔ Lees meer
14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

14 januari – 6 maart 2026: Workshop Slimmer zoeken in Delpher

10 december 2025

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle agendapunten

Neerlandici vandaag

geboortedag
1904 Gustaaf van Es
1907 Garmt Stuiveling
sterfdag
2014 Leo Ross
➔ Neerlandicikalender

Media

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

Het verdwenen botje van Sint-Werenfridus

18 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek 2 Reacties

➔ Lees meer
Elise Vos – Van alles de laatste

Elise Vos – Van alles de laatste

17 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
Waar komt al die literatuur vandaan?

Waar komt al die literatuur vandaan?

16 december 2025 Door Redactie Neerlandistiek Reageer

➔ Lees meer
➔ Bekijk alle video’s en podcasts

Footer

Elektronisch tijdschrift voor de Nederlandse taal en cultuur sinds 1992.

ISSN 0929-6514
Bijdragen zijn welkom op
redactie@neerlandistiek.nl
  • Homepage
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Over Neerlandistiek
  • De archieven
  • Contact
  • Facebook
  • YouTube

Inschrijven voor de Dagpost

Controleer je inbox of spammap om je abonnement te bevestigen.

Copyright © 2025 · Magazine Pro on Genesis Framework · WordPress · Log in

  • Homepage
  • Categorie
    • Voor de klas
    • Vertelcultuur
    • Naamkunde
  • Archief
    • 10 jaar taalcanon
    • 100 jaar Willem Frederik Hermans
  • E-books
  • Neerlandistische weblogs
  • Jong Neerlandistiek
  • Frisistyk
  • Mondiaal Neerlandistiek
  • Over Neerlandistiek
  • Contact
 

Reacties laden....
 

    %d