Een ingewikkelde prent met vier panelen in een Nederlands pamflet uit 1672 toont de gruwelijke dood van Johan de Witt en zijn broer Cornelis. Johan leidde de Nederlandse Republiek tijdens wat vandaag de dag bekend staat als de Gouden Eeuw. Door hun politieke opponenten beschuldigd van een ernstige militaire nederlaag, werden doodgeschoten, en daarna in stukken gescheurd en gekannibaliseerd door een woedende menigte.
Op een ander Nederlands pamflet, uit 1599, staat een gedetailleerd portret van koningin Elizabeth I van Engeland, gekleed in een overdadige japon die strak om de taille zit, met sierlijke mouwen en een grote halskraag. Het pamflet beschrijft het verdrag tussen Engeland en de Verenigde Nederlanden – het Verdrag van Nonsuch – waarin Engelse hulp aan de afgescheiden provincies in hun strijd tegen Spanje werd toegezegd.
Deze Nederlandse historische pamfletten, ook wel traktaten genoemd, waren van de 16e tot de 19e eeuw belangrijke dragers van het politieke en religieuze discours tussen gemeenschappen in de regio. Het waren ephemera – geproduceerd in grote aantallen, bedoeld om te worden gelezen en doorgegeven en uiteindelijk weggegooid. Hun doel was in een tijd lang voor de sociale media de publieke opinie te beïnvloeden of mensen te informeren over actuele gebeurtenissen.
De bibliotheek van de Universiteit van Michigan herbergt bijna 4.300 van deze Nederlandse traktaten, die variëren van enkele tot tientallen pagina’s lang, en vaak voorzien zijn van houtsneden en koperplaten gegraveerd door belangrijke kunstenaars uit die tijd: portretten, satirische vignetten, en kaarten, en zelfs afbeeldingen van lynchpartijen.
De waarde van zo’n verzameling wordt enorm vergroot door een complete catalogus. Karla Vandersypen heeft 11 jaar lang als vrijwilliger, na haar pensionering bij de bibliotheek, gewerkt aan een online beschrijving van elk item in de collectie. Zij voltooide het werk in 2008 en kent de collectie waarschijnlijk beter dan wie ook.
De pamfletten bevatten volgens Vandersypen belangrijke aspecten van tumultueuze tijden in de regio. Ze bieden ook inzicht in hoe deze vroege vorm van massacommunicatie werd gebruikt voor propaganda.
Een vierluik in een Nederlands pamflet uit 1672 toont geweld van de menigte tegen Nederlandse leiders.
“Sommige historici van de Nederlandse pamfletten wijzen niet alleen op hun actualiteit en propagandistische aanpak, maar ook op de relatieve eenvoud van hun taal, die ze toegankelijk maakte voor een breed lezerspubliek,” volgens Vandersypen. “De taal van de overgrote meerderheid van deze stukken was Nederlands, niet Latijn, wat wijst op hun beoogde publiek.” Latijn was de taal van de geschoolde elite, terwijl Nederlands de taal was van het gewone volk. De pamfletten waren ook dusdanig geprijsd dat ambachtslieden en kooplieden ze konden kopen.
Ton Broos, emeritus hoogleraar Nederlandse taal- en letterkunde, financiert nu een project om de pamfletten te digitaliseren en online doorzoekbaar en leesbaar te maken in de HathiTrust Digital Library. Als onderdeel van het project zullen de pamfletten worden losgemaakt (momenteel zijn ze ingebonden in boekdelen die elk 25-30 pamfletten bevatten) en opnieuw in de collectie worden gevoegd als individuele stukken.
Broos denkt dat de collectie nuttig zal zijn voor historici, taalkundigen, historische stadsplanners, economen, artsen, literatuurhistorici, boekhistorici en anderen.
De Lage Landen (Nederland, België en Luxemburg) stonden in de 17e eeuw immers bekend als “de boekhandel van de wereld”, aldus Broos. En deze pamfletten – de producten van een toen nieuwe technologie, de drukpers – vormden massacommunicatie die het turbulente burgerlijke en religieuze leven in dat tijdperk vastlegden en vaak richting gaven.
“Het is niet moeilijk om in deze pamfletten en traktaten aanknopingspunten te vinden met de wereld van vandaag en de vele problemen en vragen die onderzoekers en studenten bezighouden,” zegt Broos, en noemt onder meer propaganda, ideologie, censuur en de scheiding van kerk en staat. De pamfletten vragen, zoals zoveel primair bronnenmateriaal, om een nauwgezette en gedetailleerde studie, die waarschijnlijk veel vrucht zal afwerpen.
Door de collectie te helpen digitaliseren, hoopt Broos de mogelijkheid voor dit soort onderzoek uit te breiden naar geïnteresseerde onderzoekers over de hele wereld.
Dit stuk verscheen eerder op de website van de Universiteit van Michigan
Laat een reactie achter