•• Ard Posthuma vertaalde de gedichten van Friedrich Nietzsche, waar nodig met (uitgebreide) toelichting. Vertalingen plus originelen zijn opgenomen in Dat alles ben ik, en verschenen bij de Historisch Uitgeverij.
[Duitse origineel onderaan.]
De zwervende
Er loopt een zwerver door de nacht
met ferme pas
het kromme dal, het stijgend pad —
die neemt hij mee.
De nacht is mooi —
hij loopt stug door en staat niet stil
weet niet waarheen zijn weg nog wil.
Er zingt een vogel door de nacht!
— ‘Ach, vogel, wat heb je gedaan?
Waarom blokkeer je zin en voet,
en giet een hartzeer wonderzoet
hier in mijn oor dat ik blijf staan
en luisteren moet – –
wat lok je mij met toon en groet?’—
De brave vogel zwijgt en zegt:
‘Nee, zwerver, nee! Jou lok ik niet
met mijn gekweel —
ik lok een wijfje naar ’t prieel —
maar wat maakt jou dat uit?
Alleen vind ik de nacht maar naar.
Niet jouw probleem! Want jij moet gaan,
mag nooit en nimmer blijven staan!
Wat sta je daar!
Wat ligt jou nog aan mijn gefluit,
jij wandelaar?’
De brave vogel zweeg en dacht:
‘Wat heeft mijn lied hem aangedaan?
Nog staat hij daar?
Die arme, arme wandelaar!’
•••
Der Wanderer
Es geht ein Wandrer durch die Nacht
Mit gutem Schritt;
Und krummes Tal und lange Höhn —
Er nimmt sie mit.
Die Nacht ist schön —
Er schreitet zu und steht nicht still,
Weiß nicht, wohin sein Weg noch will.
Da singt ein Vogel durch die Nacht.
“Ach Vogel, was hast du gemacht!
Was hemmst du meinen Sinn und Fuß
Und gießest süßen Herz-Verdruß
In’s Ohr mir, daß ich stehen muß
Und lauschen muß — —
Was l o c k s t du mich mit Ton und Gruß?” —
Der gute Vogel schweigt und spricht:
“Nein, Wandrer, nein! Dich lock’ ich nicht
Mit dem Getön —
Ein Weibchen lock’ ich von den Höhn —
Was geht’s dich an?
Allein ist mir die Nacht nicht schön —
Was geht’s dich an? Denn du sollst gehn
Und nimmer, nimmer stille stehn!
Was stehst du noch?
Was tat mein Flötenlied dir an,
Du Wandersmann?”
Der gute Vogel schwieg und sann:
“Was tat mein Flötenlied ihm an?
Was steht er noch?
Der arme, arme Wandersmann!”
Friedrich Nietzsche (1844-1900)
vertaling: Ard Posthuma (1942)
uit: Dat alles ben ik (2023)
Omslag: Gerard Hadders
Abonnees van Laurens Jz. Coster ontvangen iedere werkdag een gedicht per mail.
Laat een reactie achter