Onlangs sprak ik op de Utrechtse Neerlandistiekdagen over mijn studie Nederlands (1980 – 1987) en wat ik er mee gedaan had. Veel. Heel veel. Les gegeven aan universiteit en school in binnen- en buitenland, onderzoekster in archieven, het aanvullen van History met de schrijfsters in het Nederlands, Latijn, Grieks, Anna Maria van Schurman, etc. Publicaties. Lezingen. Onderzoek én onderwijs.
Vandaag sta ik even stil bij een school waar ik na mijn terugkeer uit Zuid-Afrika terecht kwam, het Marnix College, vlakbij station Ede-Wageningen. Drie dagen per week, de rest van de tijd was voor het (pro deo) onderzoek.
Ik woonde in het Zwarte Laantje bij Romein Van der Drift op zolder toen ik het idee kreeg om met de leerlingen van 3 Gymnasium een stuk te schrijven. Ik wist door mijn 17-jaar lange verblijf in het buitenland niets van Schrijvers op School. Op het programma voor Nederlands stond een interview doen.’Het waren de hoogtijdagen van Knielen op een bed violen van Jan Siebelink, een roman die veel aandacht trok.
‘Kijk, jullie lezen en kijken toch alles wat los en vast zit. Dan is zo’n dik en ongewoon boek als Knielen op een bed violen echt niet te moeilijk. De schrijver woont zelfs hier in Ede en heeft hier ook les gegeven. Dus, lees het boek en schrijf de vragen op die je hem wil stellen. Ik nodig hem uit en dan schrijven we samen het interview. Misschien kan het wel in de Edese Post geplaatst worden!
De klas viel ervoor. Jan Siebelink ook. Ze lazen het boek en hij kwam naar zijn oude school. Het werd echt een hele leuke les. Rob Arts nam de foto’s. Lees het interview maar dat Gym 3A en ik met Jan Siebelink hielden en dat de Edese Post op Vrijdag 9 juni 2006 plaatste.
Edese Post, vrijdag 9 juni 2006
JAN SIEBELINK TERUG OP HET MARNIX
Ede, Gymnasium 3a en Pieta van Beek
Onlangs trok Jan Siebelink zijn mooie schoenen aan en bezocht hij de school waar hij jarenlang had les gegeven, het Marnix College in Ede. Gym 3a had zijn boek ‘Knielen op een bed violen’ gelezen en mocht hem interviewen. Terwijl de docente zich van de dependance naar het hoofdgebouw haastte, heette gymnasiast Jelle Pol hem alvast van harte welkom. Vlug naar boven, een extra stoel, een kopje koffie en daar zat Siebelink in zijn element: voor de klas. Zeven mobieltjes werden voor hem neergelegd…”De jeugd van tegenwoordig’.
Nogmaals van harte welkom hier op het Marnix Gymnasium, heer Siebelink. De leerlingen en ik hebben een aantal vragen, opmerkingen. U bent toch in Velp geboren?
Ja, maar niet in het huis op de kwekerij. Dat was toen nog in het bezit van een arts die er later een lustparadijs van gemaakt heeft. Wij woonden in een huisje op de Hertogstraat, dat huis bestaat nog steeds en daar ben ik geboren. En nu woont de boekhandelaar van Velp daar, want hij wilde zo graag in het huis wonen waar ik geboren ben.’
Geloof
Bent u nog gelovig, kerks?
Ik ga niet meer naar de kerk, maar ik geloof wel dat God bestaat. Toch heeft bij mij de literatuur God vervangen.
Bent u bang voor de dood?
Ja, ik ben doodsbang. Ik heb mijn ouders en boezemvriend (Louis Ferron) zien sterven, dat was een lijdensweg. Ik houd van het leven, van mooie dingen, mooie vrouwen, mooie boeken. Zeker zoals he tnu gaat. Ik wil niet dood. Het komt ook door mijn opvoeding. Mijn vader dacht dat de wereld elk ogenblik kon vergaan. Als ik bijvoorbeeld thuis kwam om te vertellen dat er morgen een schoolreisje was, dan zei hij ernstig: ‘Als er maar een morgen is, kind’.
“Die ernst zie je ook terug in het boek.. .(hij zwijgt even), want wat komt er na de dood? Ik heb echter het vreemde geloof dat God me niet zal wegnemen terwijl ik aan het schrijven ben.’
Waarom speelt de Tweede Wereldoorlog nauwelijks een rol?
Ik wilde mij niet binden aan de tijd, het ging om het verhaal, om het drama. Daardoor heeft het boek iets weg van een klassieke tragedie. Toch is de Tweede Wereldoorlog wel de scheidslijn, voor de oorlog de jeugd van Hans en zijn Haagse periode, de rest erna. Als ik al die gebeurtenissen van de oorlog erin verwerkt had, was het een heel ander boek geworden, met een heel andere stemming, nu is…”
Plotseling zwaait de deur open en hartelijk klinkt het..
‘ Monsieur Jean!! ‘
‘Bonjour’
Ça va bien, monsieur?
Ça va bien!
‘Ik moet jou even vastleggen voor het eeuwige leven, ga maar gewoon door met het interview hoor, alleen af en toe een flits’ (oud-collega Rob Arts) ..
… het eigenlijk een heel ‘kaal’ boek…’
U hebt een zware jeugd gehad en.. (valt in de rede), Nee, ik heb juist een hele fijne jeugd gehad op die exotische kwekerij, buitengewoon bijzonder. Totdat die vreemde zwarte mannen het erf op kwam en mijn vader inpalmden.’
Succes
Van ‘’ Knielen op een bed violen’ zijn 333.000 exemplaren verkocht, een adembenemend aantal. Waarom?
Liefde legt het af tegen het geloof, en wel van de zwart-calvinistische variant die in deze streek nog steeds voorkomt. Het was jarenlang taboe om over geloofszaken te schrijven, laat staan om een boek met een psalmvers te beginnen. Maar na 11 september ziet men weer in hoe fundamenteel godsdienst voor veel mensen is of was. Men wil dat begrijpen juist omdat men van godsdienst vervreemd is. Verder denkt ik dat veel mensen in dit boek ook de leefwereld van hun (groot) ouders herkennen, het waren gewone mensen die moesten zwoegen voor een kruimel brood op de plank.
Het boek is uw 30e, waarom nu pas dit succes, wat is er anders?
Behalve dat de tijd er blijkbaar rijp voor was, is het schrijven van dit boek ook anders gegaan. Het is als het ware buiten me om geschreven, in trance. Dat duurde acht à negen maanden. Maar het thema beheerst mijn boeken al vanaf het begin, ik ben er eigenlijk al dertig jaar mee bezig.
Literatuur
U heeft de personen in het boek andere namen gegeven dan in het echt, u bent toch gewoon Ruben?
Nee, ook al heb ik bepaalde trekjes van Ruben, ik ben het niet. Literatuur geeft de werkelijkheid vervormd weer, in woorden. Die ouders zijn maar ten dele mijn ouders. Wat die achternaam Sievez betreft, die naam vond ik in een overlijdensadvertentie. Het is nieuw voor me dat mensen daarin Sievez Sie(belink) v(ader) e(n) z(oon) lezen!’
Hebt u het gevoel gehad dat u moest kiezen tussen uw vader en uw moeder?
‘Als oudste zoon probeerde ik altijd mijn vader en moeder bij elkaar te houden. Mijn vader was zwakker en had mijn hulp meer nodig, dacht ik. Maar ik hield van beiden even veel, dat is een oergevoel bij een kind.’
Neemt het u uw vader kwalijk?
‘Nee, ook al veranderde zijn karakter door dat geloof, ook al heeft hij mijn moeder veel verdriet gedaan. Toen hij bijvoorbeeld ook nog eens verliefd werd op zijn schoondochter.’
Erotiek
Niets menselijks was hem vreemd. U zou trouwens waarschijnlijk nog veel meer boeken verkocht hebben als je de zwoele, broeierige erotiek in het boek verder had uitgewerkt. Die homo-erotische sfeer tussen Jozef Mieras en Hans Sievez bijvoorbeeld…
‘Ik had in manuscript inderdaad veel meer erotiek, maar dat is geschrapt. Anders werd de aandacht teveel afgeleid van het drama, van het gevecht tussen de aardse en de hemelse liefde…’
Daar gaat de bel, het uur is om.
Jan Siebelink signeert en praat in de pauze met ons na. Erna (15) merkt op dat het interview zo leuk was. ‘Het boek vond ik goed geschreven, als was het onderwerp niet makkelijk. Maar het wordt minder zwaar gemaakt door de kwekerij, het afwijkend gedrag van Tom, en door de mooie relatie van Hans en Margje. Ook al heb ik niets met een geloof, ik vond het heel indrukwekkend om te lezen.’Maaike (net 15) vertelt dat ze het boek niet had mogen lezen van haar ouders, omdat het geloof bekritiseerd werd. Ook zou ze te jong zijn. Ze is helemaal bijgedraaid. ‘Wat een leuke man’, en nee, ze begreep het boek nu bijna helemaal, had er niets op tegen.
Na afloop loopt Jan Siebelink nog even mee naar de docentenkamer om oud-collega’s te groeten. ‘Ik kom graag weer’, zegt hij hartelijk bij het afscheid, ‘zeg maar wanneer!
© Pieta van Beek en klas 3 Ga mei 2006
Laat een reactie achter