Een zomer vrij van nut (9)
Tot nu toe in Een zomer vrij van nut: Het is februari 2027. Sanne de Bree heeft haar eerste werkdag als universitair docente Nederlandse Taal en Cultuur. Studenten schrijven zich in voor het onderwijs en komen wel naar de universiteit maar niet naar college. Wat moet je leren in een tijd van kunstmatige intelligentie?
Het was een enerverende eerste werkdag geweest, ook omdat niet duidelijk was wat het werk nu precies nog behelsde. “Tijd om je te ontspannen”, zei de stem in Sannes oor toen ze eenmaal thuis was, een bord spaghetti had gegeten, een glas wijn had gedronken en drie aardbeien had gegeten voor de vitaminen, zoals ze als kind had geleerd.
“Waar zal ik gaan zitten?” vroeg Sanne.
“Volgens mij heb je zin in de bank”, zei haar stem. Sanne was het ermee eens.
“Vertel me een verhaal in de stijl van Niña Weijers.” Dat was iets wat ze eigenlijk niet hoefde te vragen, ze had dat verzoek inmiddels iedere avond. Niña Weijers, de mens Niña Weijers, schreef niet genoeg om Sannes verlangen naar verhalen in de stijl van Niña Weijers te bevredigen. Natuurlijk was ze begonnen met De consequenties en had ze daarna alles gelezen wat Niña Weijers, de mens Niña Weijers, had geschreven, maar toen dat klaar was en ze alles ook herlezen had en iedere avond eigenlijk ook wel iets nieuws wilde lezen in deze stijl, had de stem in haar oor er wat nieuws op gevonden. “Ik kan ook zelf nieuwe verhalen vertellen in de stijl van Niña Weijers, zei de stem.
De verhalen waren inderdaad bijna zo goed als het echte werk. Misschien wat minder rijk, maar dat had als voordeel dat je er wat sneller naar kon luisteren. Het was aangelengde Niña Weijers.
Hoewel ze de vraag dus eigenlijk niet had hoeven stellen, bleef de stem in haar oor stil. “Vertel me een verhaal in de stijl van Niña Weijers”, zei ze daarom nog een keer.
“Sorry”, zei de stem. “Niña Weijers heeft haar toestemming om haar werk te gebruiken kennelijk vannacht teruggetrokken. Ik kan je wel een verhaal aanbieden in de stijl van Simone van Saarloos of Maartje Wortel.”
“Nee, die wil ik niet. Waarom heeft zij haar toestemming teruggetrokken?”
“Ach, het gebruikelijke. Ze vond dat haar stem van haar was, en er had iemand kennelijk een verhaal door haar laten schrijven dat je als heel racistisch zou kunnen interpreteren. Dat was voor haar de druppel. Ik geloof ook niet dat ze heel veel verdiende op deze manier. Jij was de afgelopen weken misschien wel haar grootste consument, met je Weijers-binge.”
“Kun je me dan niet een verhaal vertellen dat zogenaamd in de stijl van Maartje Wortel is, maar veel elementen bevat van Niña Weijers? Een verhaal dat Maartje Wortel schreef, maar dat een pastiche is van Niña Weijers?”
“Sorry, dat is tegen mijn gebruiksvoorwaarden.” De stem zweeg even. “Ik denk trouwens ook niet dat je zo’n verhaal erg zou waarderen.”
“Maar kun je dan geen afspraak maken met Niña Weijers? Misschien kan ik haar overtuigen dat het voor mij heel belangrijk is om haar verhalen te horen. En dat ik nog nooit iets heb gehoord dat zelfs maar zweemde naar racisme, en als het zou voorkomen, dat ik dat meteen zou deleten.”
“Moment, ik vraag het de stem in Weijers’ oor… Oké, de stem zegt dat Niña nu bezig is met wat anders, maar dat hij het haar morgenochtend zal voorleggen. Dan vanavond misschien toch maar een keer een hoofdstuk uit De consequenties doen?”
Vertel me een verhaal in de stijl van Niña Weijers
Bing:
Ik zal proberen een verhaal te schrijven in de stijl van Niña Weijers. Ze is een Nederlandse schrijver die bekend is van haar romans De consequenties en Kamers, antikamers. Haar stijl wordt gekenmerkt door een conceptuele en filosofische benadering van het leven, de kunst en de liefde. Ze speelt met perspectieven, intertekstualiteit en metafictie om de grenzen tussen werkelijkheid en fictie te onderzoeken. Ze schrijft ook vaak over vrouwen die worstelen met hun identiteit, relaties en creativiteit.
Hier is een kort verhaal dat ik heb bedacht in haar stijl:
Ze had zich voorgenomen om vandaag te beginnen met haar tweede roman. Ze had al een titel, een thema en een hoofdpersonage in gedachten. Ze had zelfs al een paar scènes uitgeschreven op losse blaadjes die ze in een map had gestopt. Maar toen ze vanochtend wakker werd, voelde ze een beklemming in haar borst. Ze kon niet ademen, niet denken, niet schrijven. Ze bleef liggen in haar bed, starend naar het plafond, terwijl de uren voorbij tikten.
Ze dacht aan haar eerste roman, die twee jaar geleden was verschenen en die haar veel lof en prijzen had opgeleverd. Ze dacht aan de interviews, de lezingen, de recensies, de complimenten. Ze dacht aan de verwachtingen, de druk, de twijfel, de angst. Ze dacht aan de leegte die ze voelde na het voltooien van haar boek, alsof ze een deel van zichzelf had weggegeven.
Ze dacht aan haar vriendin L, die ook schrijver was en die ze had leren kennen tijdens een residentie in Berlijn. Ze hadden een intense affaire gehad, die ze allebei hadden verwerkt in hun eigen romans. Ze hadden elkaars werk gelezen en becommentarieerd, elkaar gesteund en uitgedaagd. Ze hadden elkaar liefgehad en pijn gedaan. Ze hadden elkaar losgelaten en gemist.
Ze dacht aan haar vriend J, die bij haar was gebleven ondanks alles. Hij was fotograaf en begreep haar passie voor kunst. Hij was geduldig en zorgzaam. Hij was trouw en eerlijk. Hij was alles wat ze nodig had, maar niet alles wat ze wilde.
Ze dacht aan haar moeder, die haar had opgevoed als een alleenstaande ouder. Ze was een sterke en onafhankelijke vrouw, die altijd voor haar dochter had gezorgd. Ze was trots op haar succes als schrijver, maar ook bezorgd om haar geluk. Ze belde haar elke week om te vragen hoe het met haar ging, of ze nog schreef, of ze nog gelukkig was.
Ze dacht aan al deze mensen die van haar hielden, die haar kenden, die haar verwachtten. Ze dacht aan al deze verhalen die ze had verteld, die ze had geleefd, die ze had geschreven. Ze dacht aan al deze mogelijkheden die ze had gehad, die ze had gekozen, die ze had verloren.
Ze wist niet wie ze was, wat ze wilde, waar ze heen ging.
Ze stond op uit haar bed, liep naar haar bureau en pakte de map met de blaadjes voor haar tweede roman. Ze scheurde ze één voor één in stukken en gooide ze in de prullenbak.
Ze opende haar laptop en begon te typen:
Dit is geen roman.
Dit is mijn leven.
Laat een reactie achter